1. EUKARYOTE CEL: BOUW EN FUNCTIE VAN DE CELORGANELLEN
1. BOUW DIER- EN PLANTENCEL
CEL
➢ ‘celtheorie’ = de cel is de basisbouwsteen van alle organismen (exclusief virussen)
➢ kenmerken ‘leven’ ≽ virussen
○ organische moleculen о niet opgebouwd uit cellen
○ zelfstandig voortplanten о niet zelfstandig voortplanten (gastheer)
○ stofwisseling о stofwisseling
➢ kleinste zelfstandige levende eenheid
LM EM
Meeste celstructuren enkel met EM zichtbaar
➢ ook levende organismen ➢ enkel dood materiaal
➢ 100 nm - 1 mm ➢ 0,1 nm - 50 μm
➢ max 1000 x werkelijkheid ➢ max 1 miljard x werkelijkheid
➢ arbeidsintensief, ingewikkeld (met zware metalen)
○ voordeel: meer contrast
○ nadeel: dood van de cellen
PROKARYOOT EUKARYOOT
Groep BACTERIA & ARCHAEA (1C) EUKARYA (1C + MC)
Celkern X V
DNA ringvormig, ‘naakt’ DNA (los in CP) chromatine (= DNA + eiwitten)
Kernmembraan X V
Chromosomen in enkelvoud, alleen nucleïnezuur in veelvoud, nucleïnezuur en eiwit
ER, lysosomen, Golgi X V
Mitochondria vervangen door plasmamembraan V
Indien fotosynthese chlorofyl zonder chloroplast chlorofyl met chloroplast
Ribosomen klein groot
Microtubuli X V
Flagellen zonder 9+2 structuur met 9+2 structuur
Stroming van X V
cytoplasma
Celwand met mureïne nooit mureïne
, PLANT DIER
celwand /
plastiden /
grote vacuole /
/ centrosoom
/ lysosoom
/ glycocalix op celmembraan
BACTERIËN
➢ geen echte kern
➢ opsplitsen van DNA in een kern is niet nodig (geen kern)
cholesterolmoleculen regeling van membraanvloeibaarheid
glycocalix celoppervlak ‘herkenbaar’ maken → comm.
CYTOPLASMA / CELPLASMA waterige massa met ≠ organellen
/ CYTOSOL / CELMATRIX ↳ water + proteïnen ↳ levensactiviteiten vd cel
1. transportruimte
2. glycolyse
3. deel van lipidensynthese en eiwitmetabolisme
4. bepaalt de celvorm (turgordruk)
5. zorgt voor elasticiteit en rigiditeit
1. inwendige spanning / turgor → stevigheid
2. reserveplaats voor ≠ stoffen
VACUOLE 3. afbraak macromoleculen
bij dieren kan opslagvacuole voorkomen
tonoplast / vacuolemembraan
vacuolevocht (ionen, suikers, pigmenten…)
3D-netwerk van dunne eiwitvezeltjes
CYTOSKELET microfilamenten steun
microtubuli bevorderen beweging van stoffen en organellen
door het CP
actinefilamenten voor contracties, kruipen en pinching van de cel
vormt samen met myosine ⇒ actine-myosinesysteem = motor voor beweging (cel)
, 1. bevat het genetisch materiaal (DNA)
2. aanmaakt rRNA en rRNA-eiwitcomplexen
3. controle eiwitsynthese door aanmaak mRNA
KERN / NUCLEUS
kernlichaampjes / produceren bouw ribosomen + tijdelijk stockeren
nucleolus
dubbele membraan /
kernmembraan
kernporiën maken transport kern ↔ CP mogelijk
chromatine (DNA rond eiwitten)
netwerk van membranen met cisternen
ER RER bezet met ribosomen (eiwitsynthese)
(endoplasmatisch reticulum) (continu met buitenste kernmembraan)
ribosoom eiwitsynthese (ook in CP) (rRNA)
SER 1. aanmaak lipiden / vetten
2. transport eiwitten -------->
3. metabolisme van suikers
4. calciumopslag
5. detoxificatie van vreemde substanties
RIBOSOOM eiwitsynthese
bestaat uit ribosomaal RNA (rRNA) en eiwitten
opgebouwd uit 2 subeenheden;
1. grote subeenheid (50S-subeenheid) → sedimentatie-eigenschap
2. kleine subeenheid (30S-subeenheid)
→ samen 80S-ribosoom
1. eiwitten chemisch afwerken
2. per type selecteren
3. afsnoeren van propvolle vesikels met bepaald type eiwit
GOLGI-COMPLEX a. eigen gebruik
b. buitenwereld (EXOCYTOSE)
cisternen (dicht op elkaar liggend, membraanvormige zakjes)
afbraakreacties (↓ vacuole bij P)
= macromoleculen van celresten en ziekteverwekkers afbreken bij lage pH
AUTOFAGIE ruimt bestanddelen in de cel op
LYSOSOMEN
(lyse (afbr) + soma (lich)) HETEROFAGIE ruimt bestanddelen buiten de cel op
fagosoom = vesikel met stukje buitenwereld in de cel
(endocytose)
primaire lysosomen vallen de fago- en autosomen massaal aan +
fusioneren
⇒ secundair lysosoom vesikel met zowel lytische enzymen als af te breken
materiaal
+ zie cursus
schadelijke stoffen → uitgescheiden (1 keer niet →
restlichaampje)
onschadelijke, organische mol.n diffunderen + gerecycleerd
, zorgen voor de E van de cel;
1. verbranding nutriënten (= celademhaling)
2. vormen ATP uit minder energierijke ADP
MITOCHONDRIËN ATP (adenosinetrifosfaat) = ‘volle batterij’
ADP (adenosinedifosfaat) = ‘lege batterij’
vorming spoelfiguur bij celdeling / mitose waarmee
DNA precies verdeeld wordt over de dochtercellen
CENTROSOOM
+ zwammen 2 centriolen ⊥
+ celdeling p10 9 x 3 microtubuli verbonden door eiwitten
chloroplasten / BGK bevatten bladgroen / chlorofyl → fotosynthese
2 membranen
stroma
thylakoïden 3de membraansysteem
grana
PLASTIDEN
chromoplasten / KK kleurstoffen / pigmenten (carotenen + xanthofielen)
→ kleuren bloemen, vruchten, wortels en bladeren in
de herfst
leukoplasten kleurloos
→ DNA-streng
bv. amyloplast: zetmeelhoudende (uit gluc. fotosyn)
kunnen van ene vorm in de
proplastiden hieruit ontstaan alle plastiden
andere overgaan
MICROBODIES vesikels met enzymen
omgeven door een enkele fosfolipide dubbellaag
hydrogenosomen afbraak pyrodruivenzuur, waarbij H vrijkomt (voor E)
glycosomen glycolyse
2. UITWISSELING VAN STOFFEN TUSSEN CEL EN MILIEU: EENHEIDSMEMBRAAN
EENHEIDSMEMBRAAN
Eiwitten in celmembraan; 1. Carriereiwitten (transporteiwitten)
a. overspannen volledige dubbellaag
b. dienen voor transport van oa ionen en moleculen
2. Enzymen
a. met lipofiel deel dat in membraan steekt
b. met hun hydrofiel deel in CP of in extracellulaire ruimte insteken
3. Glycoproteïnen (glycocalix)
a. aan buitenzijde van CM
b. celherkenning en interacties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VHF. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.50. You're not tied to anything after your purchase.