Week 1
Vermogen is op geld waardeerbaar, bezittingen en schulden
- Actief = goederen (art. 3.1 BW)
Goederen worden onderverdeeld in zaken en vermogensrechten
o Zaken zijn dingen die je vast kunt pakken (bijv. huis, auto, tafel) (art. 3.2 BW)
o Vermogensrechten rechten of betaling van een koopsom of hypotheekrecht op een
huis (art. 3.6 BW)
- Passief = schulden
Eenheidsbeginsel = eigenaar van een zaak is tevens eigenaar van al haar bestanddelen (bijv. als je
eigenaar bent van een auto dan ben je ook eigenaar van de motor van je auto)
!! natrekking (art. 3:4 BW) doorbreekt het eigendomsvoorbehoud. (eigendomsvoorbehoud = het
eigendom gaat pas over als degene aan wie je het hebt overgedragen jou heeft betaald daarvoor)
Het is prima als het eigendom wel al op de koper zijn eigendom liggen (bijv. banden), maar wat nou
als bijv. de koper de banden al gaat monteren onder de auto van Jantje. Wie wordt er dan eigenaar
van die banden? Het eigendomsvoorbehoud wordt hier verbroken en door natrekking is de eigenaar
van de auto ook eigenaar geworden van de banden. De oude eigenaar heeft uiteraard wel een
vordering nog op Jantje.
Registergoederen zijn:
- Alle onroerende zaken
- Bepaalde roerende zaken (te boek gestelde schepen/luchtvaartuigen)
- Aandelen in registergoederen (3:96 BW)
- Beperkte rechten op registergoederen (erfpachtrecht) (3:98 BW)
Vermogensrechten
- In objectieve zin: alle bepalingen over het vermogensrecht. Dit zijn de regels die hebben te
maken met vermogensrecht in subjectieve zin
- In subjectieve zin: een rechtssubject dat zelf een vermogensrecht heeft. (als ik aan mijn
buurman 100 euro heb geleend dan heb ik een vordering op mijn buurman van 100 euro en
dat is een vermogensrecht, je hebt dan iets van hem te vragen. Dat is op geld waardeerbaar)
Onderverdeling vermogensrechten
- Volledige rechten
1. eigendomsrecht (absoluut recht)
2. recht op voortbrengselen van de geest (auteursrechten) (absoluut recht)
3. vorderingsrecht (je hebt recht op een prestatie) (relatief recht)
(absoluut = t.o.v. iedereen, relatief = ten opzichte van één persoon)
- Beperkte rechten
Is een recht dat is afgeleid uit een meeromvattend recht (moederrecht, bv het
eigendomsrecht) dat met het beperkte recht is bezwaard
Er is een gelimiteerd aantal beperkte rechten (gesloten stelsel)
(recht van pand en hypotheek kun je terugvinden in boek 3 BW en die kunnen rusten op
zaken en vermogensrechten (zekerheidsrechten). Daarnaast heb je het recht van
vruchtgebruik, erfdienstbaarheid, erfpacht en opstal en deze rusten alleen maar op
zaken en staan daarom in boek 5 BW (geven genot))
Ten opzichte van wie kan het recht worden uitgeoefend?
- Absoluut = t.o.v. iedereen (eigendomsrecht en recht op voortbrengselen van de geest)
- Relatief = ten opzichte van één persoon (vorderingsrecht) (ontstaat uit een verbintenis)
Zakelijke rechten = alle rechten die op een zaak gevestigd kunnen worden.
, Afhankelijke rechten = rechten die zodanig aan een ander recht verbonden zijn, dat zij niet
zonder dat recht kunnen bestaan (3:82 BW)
Week 2
Bezit en houderschap boek 3 titel 5 BW
Eigendom boek 5
Bezitter te goeder trouw je beschouwt jezelf als rechthebbende en je mag je ook redelijkerwijs
als rechthebbende beschouwen (3:118 BW)
Bezitter te kwader trouw bezitter is geen rechthebbende en mag zich niet als rechthebbende
beschouwen
Eigenaar: is rechthebbende van een zaak
Bezitter:
- Houdt de zaak voor zichzelf
- Gedraagt zich als eigenaar
- Maar hoeft dit niet te zijn
Houder:
- Houdt de zaak voor een ander
- Is geen eigenaar of bezitter van de zaak
- Doet ook niet alsof hij dat wel is
Middellijk bezit/ houderschap = bevindt het goed zich feitelijk bij een ander
Onmiddellijk bezit/ houderschap = bevindt het goed zich feitelijk onder de bezitter of houder zelf
Processuele functie van bezit 4 aannames (vermoedens)
1. degene die een zaak onder zich heeft, wordt verondersteld bezitter te zijn; het voor zichzelf
te houden (3:109 BW)
2. is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven (3:118 lid 2 BW)
3. goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken ervan moet worden bewezen
(3:118 lid 3 BW)
4. de bezitter van een goed wordt geacht rechthebbende te zijn (3:119 lid 1 BW)
Verkrijging onder algemene titel = als je iemand opvolgt in zijn gehele vermogen (lusten en de
lasten) (3:80 lid 2 BW) (bijv. erfopvolging)
Verkrijging onder bijzondere titel = volg je iemand alleen maar op in de rechten (je krijgt alleen
de lusten en niet de lasten) (3:80 lid 3 BW) (bijv. overdracht)
Overdracht (art. 3:84 BW) = de overgang van een goed uit het vermogen van de ene
(rechts)persoon naar het vermogen van de andere (rechts)persoon.
Levering = de wijze waarop die overgang geschiedt.
Overdracht (3:84 BW):
1. geldige titel (titel = reden voor overdracht, geldig = niet nietig (strijd dwingend recht, openbare
orde etc.)/ vernietigbaar (wilsgebreken, handelingsonbekwaam). Ook moet je weten voor wie
het bedoelt dus niet aan iedereen, maar aan Pietje.
2. beschikkingsbevoegd = rechthebbende/ eigenaar (een houder is nooit beschikkingsbevoegd)
tenzij derde bescherming (art. 3:86/ 3:88 BW)
, Derde bescherming bij roerende zaken:
a) roerende zaken (niet-registergoed) recht aan order of toonder (3:86) Je krijgt derden
bescherming met de voorwaarde dat:
- De verkrijger moet te goeder trouw zijn
- Anders dan ‘’om niet’’ (= om baat) (moet een economisch gelijkwaardig tegenprestatie voor zijn
betaald) bijv. als je een Tesla koopt van 1000 euro krijg je geen derde bescherming, omdat dat
dat geen economisch gelijkwaardige tegenprestatie is. Ook bij een schenking is er nooit sprake
van een derde bescherming)
- De verkrijger heeft het bezit of de macht over het goed verkregen
b) in geval van een gestolen roerende zaak is ook aangenomen dat: (3:86 lid 3 BW)
- Goede trouw aanwezig is
- Verkrijging anders dan ‘’om niet’’ was
- Verkrijger de zaak in zijn macht heeft
De rechtmatige eigenaar kan gedurende 3 jaar na diefstal afgifte van de zaak vorderen onder die
derden tenzij:
- zaak door particulier is gekocht in het normale verkoopcircuit bij een professionele koper
(winkel, bedrijfshal etc.)
- het geld, dan wel order- of toonderpapier betreft
c) wegwijsplicht (3:87 BW) als je nou aan al deze bovenstaande eisen voldoet dan is er nog een
extra eis:
de verkrijger moet in staat zijn om:
- gedurende 3 jaar
- de adresgegevens of andere gegevens te verschaffen waarmee de vervreemder achterhaald
kan worden
kan hij dit niet; dan is er geen derde bescherming en moet de roerende zaak teruggegeven
worden aan de oorspronkelijke eigenaar
Derde bescherming bij VOF = vordering op naam (3:88 BW)
d) voorwaarden:
- Verkrijger te goeder trouw
- De onbevoegdheid vloeit voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht die niet het
gevolg was van onbevoegdheid van de toenmalige vervreemder
- Er moet dus sprake zijn van een gebrek in de titel of in de levering het mag niet zo zijn dat bijv.
Pietje beschikkingsonbevoegd is geweest, want dan is er geen sprake van derde bescherming.
Derde bescherming bij registergoederen (3:88 BW)
e) bij gebrek in de levering. Overdracht registergoed is ondanks onbevoegdheid van vervreemder
geldig, indien:
- De verkrijger te goeder trouw is en
- Onbevoegdheid voortvloeit uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht,
- Die het gevolg was van een gebrek in de levering bij de vroegere overdracht
f) Bij gebrek in de titel. Overdracht registergoed is ondanks onbevoegdheid van vervreemder
geldig, indien:
- De verkrijger te goeder trouw is en
- Onbevoegdheid voortvloeit uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht,
- Die het gevolg was van een gebrek in de titel bij de vroegere overdracht
g) GEEN derde bescherming:
bij beschikkingsonbevoegdheid van de rechtsvoorganger
- die niet gelegen is in een gebrek in de titel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fmcnaus1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.