In dit document van 27 pagina's heb ik alles wat je moet weten voor het geschiedenis examen VMBO TL samengevat. Hierbij heb ik mijn lesboek en de informatie van DUO gebruikt.
Deze samenvatting bevat de onderwerpen:
- Nederlandse staatsinrichting
- Periode
- Eerste Wereldoorlog
- Interbell...
Kenmerken van de Nederlandse staatsinrichting (introductie) 1-2
Periode 1848-1914 3-5
Eerste Wereldoorlog 1914-1918 6-9
Interbellum 1918-1939 9-14
Tweede Wereldoorlog 1939-1945 14-18
Oorlog in Indonesië/ Japanse bezetting 19
Periode 1945-1989 20-24
Nieuwe wereldorde (vanaf 1990) 25-26
,Kenmerken van de Nederlandse staatsinrichting (introductie):
monarchie: een staatsvorm waarbij er wordt geregeerd door een monarch, zoals
een koning of keizer. Nederland is een constitutionele monarchie waarbij de macht
van de koning is vastgelegd in de grondwet. Nl werd in 1813 een monarchie
republiek: een staat waarvan het staatshoofd niet door erfopvolging wordt
aangewezen, maar op een een of andere manier wordt gekozen. Het is dus een land
zonder koning of keizer.
democratie: een bestuursvorm waarbij het volk zelf regeert. Dit kan direct of indirect
door burgers.
dictatuur: een bestuursvorm waarbij alle macht in een land in handen is van 1
persoon of een kleine groep mensen. De leider heet een dictator.
grondwet: een document waarin de grondrechten van alle burgers en de regels over
het bestuur van een land staan.
constitutie: de staatsinrichting van een staat. Deze kan in de grondwet zijn
vastgelegd, maar dat hoeft niet zo te zijn.
- Eerste en Tweede kamer hebben wetgevende macht: zij maken de wetten.
Ook de Provinciale Staten en gemeenteraad hebben deze macht.
- De ministers hebben uitvoerende macht: zij voeren wetten uit.
- Rechters hebben rechterlijke macht: zij bestraffen mensen die de wet
overtreden
rechtsstaat: een staat waarin de burgers beschermd zijn tegen het onrechtmatig
optreden van de overheid en van andere burgers. Alle burgers zijn voor de wet
gelijk.
onafhankelijke rechtspraak: Rechters zijn onafhankelijk waardoor de overheid ze
bijvoorbeeld niet zomaar kan ontslaan.
Rechten Eerste en Tweede kamer:
- Eerste kamer: recht van budget , recht van enquête, recht van interpellatie
- Tweede Kamer: recht van budget, recht van enquête, recht van initiatief, recht
van amendement, recht van interpellatie
Recht van budget: recht om de uitgaven en inkomsten van de staat (de begroting)
de controleren en deze als wet goed of af te keuren.
Recht van enquête: recht om een onderzoek in te stellen na een bepaalde zaak.
Recht van initiatief: recht om wetsvoorstellen in te dienen.
Recht van amendement: recht om wetsvoorstellen te wijzigen
1
, Recht van interpellatie: recht om ministers te ondervragen over hun werk
Referendum: een directe volksstemming over een wet of maatregel
Regering: de koning en ministers samen
Parlement: een volksvertegenwoordiging die bestaat uit de Eerste en Tweede
kamer
Coalitiepartijen: een groep partijen in de Tweede kamer die het samen eens zijn
over wat ze willen veranderen in Nederland en die ministers aanwijzen die die
plannen ook gaan uitvoeren
oppositiepartijen: de partijen in de Tweede Kamer die niet in de coalitie zitten
Belangrijkste stappen van wetsvoorstel tot wet:
1. Een voorstel voor een nieuwe wet of wetswijziging kan komen door een
minister of Tweede Kamer lid.
2. Het wetsvoorstel wordt besproken in de Tweede Kamer
3. Tweede Kamerleden stemmen over het voorstel en bij een meerderheid gaat
het voorstel door naar de Eerste kamer
4. Eerste kamerleden controleren het wetsvoorstel en keuren het goed of af; ze
kunnen het niet wijzigen. Als de Eerste Kamer de wet goedkeurt zet de koning
er een handtekening onder en dan is het een officiële wet.
Staatshoofden van Nederland:
1. Willem ll (1840-1849) : Hij gaf in 1948 opdracht tot het maken van een nieuwe
grondwet
2. Willem lll (1849-1890): Hij kreeg in 1866-1867 ruzie met het parlement over
de Luxemburgse kwestie
3. Wilhelmina (1890-1948): koningin tijdens de Tweede Wereldoorlog
4. Juliana (1948-1980)
5. Beatrix (1980-2013)
6. Willem-Alexander: koning sinds 2013
Klassieke grondrechten: (bescherming tegen de overheid)
- vrijheid van godsdienst
- vrijheid van meningsuiting
- vrijheid van drukpers
- vrijheid van vereniging en vergadering
- vrijheid van onderwijs
Sociale grondrechten: (bescherming door de overheid)
- recht op bestaanszekerheid
- recht op onderwijs
- recht op gezondheidszorg
- recht op woongelegenheid
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fleurvanhoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.