Op het tentamen moet je 10 termen beschrijven. In dit document staan alle termen uitgewerkt, aan de hand van het goedgekeurde document van de blokcoördinator.
Term Definitie
1. Acclimatisatie Aanpassen aan andere context, situatie, leefklimaat waardoor mogelijk
affectieve of cognitieve problemen kunnen ontstaan of in stand worden
gehouden. Hoe groter het verschil, hoe groter de kans op het
ontwikkelen van problemen.
2. Acceptance and Commitment Derde generatie gedragstherapeutische stroming. Helpt de cliënt een
Therapy (ACT) meer accepterende houding aan te nemen ten opzichte van ongewenste
ervaringen, terugkerende zinloze gedachten, vervelende emoties of
lichamelijke sensaties om zich vervolgens te richten op zaken die echt
belangrijk zijn voor hem. Zaken die meer in overeenstemming zijn met
diens levensdoelen en waarden.
3. Acute dystonie Abnormale houdingen/spasmen van de spieren van hoofd, hals,
ledematen en romp. Bijwerking van anti psychotische medicatie.
4. Adaptief gedrag De mate waarin iemand kan voldoen aan de eisen die aan hem worden
gesteld vanuit de omgeving en hoe iemand in staat is gedragsverandering
te laten zien n.a.v. een geldende regel.
5. ADHD Attention Deficit Hyperactivity Disorder.
Een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Het is een
neurobiologische ontwikkelingsstoornis en verwijst naar een hardnekkig
patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit/impulsiviteit dat het
dagelijks functioneren of de ontwikkeling in significante mate belemmert.
6. Agressie Gedrag dag bij de ander immateriële/materiële schade veroorzaakt. Dit
kan wel of niet bewust. Regels worden geschonden. Je hebt verbale,
fysieke en psychische agressie. Je hebt proactieve (weloverwogen) en
reactieve (explosieve) agressie.
7. Allostasis Het proces van het bereiken van een evenwicht binnen het lichaam.
8. Anamnese Informatie over de voorgeschiedenis, het ontwikkelingsverloop en
relevante omstandigheden van problemen in denken, voelen en/of het
gedrag of een psychiatrische stoornis of ziekte van een cliënt(systeem)
verzamelen. Je krijgt inzicht in de gebruikelijke levens- en
gezondheidspatronen.
9. Angst Een normale reactie op reële dreiging. Het is een basisemotie die passend
kan zijn bij een normale ontwikkeling, maar soms het leven op een
negatieve wijze kan beïnvloeden. Het is een emotie die kan voorkomen in
stressvolle situaties en nuttig kan zijn bij gevaar. Vooral op jonge leeftijd
komt de emotie veel voor. Het uit zich cognitief (angstgedachten),
motorisch (friemelen), fysiologisch (hartkloppingen), gedragsmatig
(vermijding) en affectief (angstgevoelens).
10. Angstladder Stappenplan waarin beschreven staat welke situaties gepaard gaan met
de emotie angst en in welke mate dit voorkomt. Dit kan gedaan worden
bij situaties om na te vragen hoe spannend/lastig deze zijngetal tussen
de 0-10 geven aan situatie.
11. Attributiefout Neiging om gedragingen van anderen toe te schrijven aan de
persoonlijkheid.
12. Autisme Spectrum Stoornis Een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Er zijn blijvende tekorten in
de sociale communicatie en interactie en beperkte, zich herhalende
gedragspatronen, interesses en activiteiten. Vanaf jonge leeftijd aanwezig
en met groot effect op welzijn en deelname aan maatschappelijke
activiteiten (school/werk).
13. Behandelingscyclus Procesmatige manier van werken, waarbij op basis van onderzoek een
gepaste interventie wordt gekozen, uitgevoerd en geëvalueerd bij een
persoon. Onderdeel van de klinische cyclus.
14. Behaviorisme Stroming binnen de wetenschapsfilosofie over psychologie die zich richt
op het waarneembare, meetbare gedrag van mensen en dieren.
Verklaringen voor gedragsveranderingen worden gezocht in de principes
van operant en klassiek conditioneren.
, 15. Beroepsethiek Het geheel van normen en waarden waaraan de beroepsbeoefenaar zich
bij de uitvoering van zijn beroep dient te houden.
Formeel: beroepscode en regels die wettelijk zijn vastgelegd.
Informeel: ongeschreven regels voor beroepsmatig handelen.
16. Betrouwbaarheid De vraag of de onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het
onderzoek op dezelfde manier nog een keer uitvoert.
17. Bias Komt voor wanneer externe factoren invloed hebben op datgene wat je
wilt onderzoeken of een vertekend beeld geven van de uitkomsten van
een onderzoek (steekproefbias/responsbias).
18. Bipolaire stoornis Stemmingsstoornis met terugkerende manische en depressieve episoden.
In een manische episode ben je opgewekt en in een depressieve episode
ben je somber.
19. Case study Een N=1 onderzoek waarbij de toestand van 1 subject op verschillende
momenten wordt beschreven, meerdere metingen om
veranderingsverloop in kaart te brengen.
20. Classificatie Het onderverdelen van kenmerken passend bij een bepaalde stoornis en
hier een naam aan geven.
21. Cognitief gedragsmodel Een theoretisch model waarbij psychische klachten en
gedragsstoornissen worden verklaard door de interactie tussen niet-
helpende gedachten en andere cognitieve factoren (perceptie, attitude)
en de negatieve gevoelens en gedragingen die daaruit voortkomen.
22. Cognitieve gedragstherapie Vorm van behandeling die zich richt op het omzetten van storende
gedachten en in helpende gedachten. Gaat uit van een 5G-schema
(gebeurtenis, gedachten, gevoelens, gedrag en gevolg). Mechanismen die
o.a. nodig zijn: gesprekken, motivatie bij de cliënt.
23. Comorbiditeit Het samen voorkomen van aandoeningen/psychopathologie
24. Concept Een abstracte term voor een (mentale) toestand, een verband of
kwaliteit, die in werkelijkheid kan worden onderscheiden maar die de
wetenschap met elkaar in verband worden gebracht met een andere
abstracte term (zoals intelligentie met emotie-regulatie). Ieder concept
wordt gekenmerkt door een definitie die het gegeven concept beschrijft,
waardoor het ook van andere concepten wordt onderscheiden.
25. Controle conditie De conditie die anders is dan de te onderzoeken interventie en daarmee
vergeleken wordt met de conditie die wél onderzocht wordt
(=experimentele conditie).
26. Consequentie Gevolg van een bepaalde handeling, gebeurtenis die volgt na bepaald
gedrag
27. Constructvaliditeit Principe vanuit de statistiek waarbij er wordt getracht dat je echt meet
wat je wilt meten. Wanneer je in een onderzoek naar agressie ook echte
het construct ‘agressie’ meet dan is de constructvaliditeit hoog.
28. Culturele competentie Kennis, vaardigheden en houding die nodig zijn voor goede interactie met
en zorg aan mensen met andere etnisch-culturele, sociaaleconomische
achtergrond, cognitieve kenmerken, gedrag, affect en uiterlijke
kenmerken mogelijk maken.
29. Depressie Stemmingsstoornis waarbij symptomen zoals somberheid,
slaapproblemen, weinig interesse en lusteloosheid minstens 2 weken of
langer aanwezig moeten zijn.
30. Deprivatie Afwezigheid of tekort van bevrediging van bepaalde lichamelijke of
psychische behoeften. Dit kan primair (voedsel) of secundair (geld) zijn.
Heeft impact op de motivatie tot actie.
31. Diagnostische cyclus Het systematisch doorlopen van het diagnostisch proces.
Aanmeldingklachtanalyseprobleemanalyseverklaringsanalyse
indicatieanalyseadvisering
32. Disruptieve gedragsstoornis Een gedragsstoornis gekenmerkt door gebrekkige zelfbeheersing,
regulatieproblemen m.b.t. emoties en/of gedragingen die vaak leiden tot
conflicten met directe omgeving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentdiesamenvattingenmaakt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.