Ontwikkelingspsychologie
Babytijd
Psychologie: de wetenschappelijke studie van het gedrag en van de mentale processen van
individuen
Ontwikkelingspsychologie: één van de takken van de psychologie. Zij bestudeert de
ontwikkeling van de gedragingen en de mentale processen gedurende de verschillende
levensstadia (ontwikkelingsperioden) vanaf de conceptie tot de dood. Zij gaat er vanuit dat
“het individueel anders zijn” op vergelijkbare wijze bij andere individuen van dezelfde
leeftijd verloopt, zodat overeenkomsten gevonden kunnen worden tussen leeftijdgenoten.
Bestaat uit:
- Prenatale ontwikkelingspsychologie
- Kinderpsychologie
- Gerontologie
Je emoties en het rationele (wat je weet) sturen je gedrag.
Ontwikkeling: een duurzaam, onomkeerbaar proces, dat leidt tot een organisatie op een
hoger niveau, gebaseerd op groei, rijping en leren.
- Groeien: de toename van de lichamelijke afmetingen en van onze fysieke functies
- Rijpen: het klaarmaken van organen en mogelijkheden, vooraleer ze werkelijk
kunnen functioneren
- Leren: het verwerven van nieuwe gedragsmogelijkheden
Factoren die de ontwikkeling beïnvloeden
- Erfelijkheid
- Milieu (omgevingsinvloeden)
- Vrije wil
Kritische (gevoelige) perioden: het moment waarop de omgevingsfactoren de grootste
invloed hebben, hangt samen met de periode waarin een bepaald kenmerk zich het snelst
ontwikkelt
Vb: de omgeving een bepalende factor zijn voor de taalontwikkeling bij de peuter/kleuter.
Onderzoeksmethoden van de ontwikkelingspsychologie
Exacte gegevens op beperkt terrein experimentele methode
Inzicht krijgen in de ontwikkeling van de persoonlijkheid biografische registratiemethode
Andere: observatie, dagboekmethode, case study methode, …
Pre-peri-postnataal
Prenataal
- Kiem (w0-12), embryo (w2-8), foetus (8-40)
- Al vroeg ontwikkeling van zintuigen hebben al heel wat ervaringen voor geboorte
- Schadelijke invloeden voor de vrucht: medicatie, alcohol, levensstijl moeder tijdens
zwangerschap
- Verwachtingen van de ouders, hun partnerrelatie, hun opleidingsniveau
o Liefdevolle partnerrealtie is belangrijk
o Lager opleidingsniveau => meer risico op armoede => grotere prenatale
biologische risico’ s
Perinataal
- Grootste omgevingsverandering die een mens in zijn leven meemaakt
, - Tijdens bevalling kan van alles mislopen of goed lopen: navelstreng, vlotte bevalling,
goede dokters, hygiënische omgeving, ligging baby, epidurale
Postnataal
- Na de bevalling kan gemoedstoestand van de moeder labiel zijn
- Melk drinken, huidcontact, warm nestje vormen voor baby
- Postnatale depressie
- Medisch onderzoek apgar score
- Prematuur geboren baby’s: beetje achterstand in ontwikkeling maar kan ingehaald
worden
Fysiologische prematuur: baby is bij geboorte nog hulpeloos, sterk afhankelijk voor zijn
verzorging van zijn omgeving
Motoriek
- Motoriek is de hefboom van de andere ontwikkleingsdomeinen
- Motorische achterstand mentale acherstand sociale achterstand
- Feral children: kinderen die zijn opgevoed door wilde dieren
o Niet alles is aangeboren, een deel aangeleerd
o Bij sommigen is taal nog wel aan te leren, bij sommigen niet. Wel bij degene
waarbij er in het 1e levenjaar wel gesproken is geweest kritische perioden
voor ontwikkelingsdomeinen
o Cognitieve achterstand
Baby’s hechten zich aan een hechtingsobject = vb ouders
- Angstig vermijdend gedrag: omgeving afwachtend aftasten om zich te hechten want
geleerd dat je moet opletten met volwassenen
- Angstig aanklampend gedrag: gebruiken huilen als wapen om te vermijden dat
ouders weggaan
- Hechtingsobject niet aanwezig: baby wilt geen dingen meer ontdekken
- Lang missen van hechtingsobject: zware gevolgen met afwijkende gedragingen,
ontwikkelingsachterstand (motorisch, verbaal, cognitief)
Adaptatie = accommodatie + assimilatie
- Assimilatie : ik pas denkkader niet aan en gebruik begrip zoals ik het ken, vb peuter
rammelt met luciferdoosje
- Accommodatie: ik pas mijn denkkader aan, want ik leer andere betekenissen van
begrip, vb kleuter zag opa al eens de stoof aansteken met luciferdoosje dus link het
aan vuur maken
Cognitieve ontwikkeling (volgens Piaget)
Sensorische fase
- 0-1,5 jaar
- Vb voorwerp verstoppen onder doek, kind doet doek weg dus weet dat het eronder
zit
Pre-operationele fase
- 1,5-7 jaar
, - Vb kind zegt dat er in hoog smal glas meer water zit dan in laag breed glas (terwijl het
hetzelde is) (soms nog niet)
- Vb evenveel muntjes verder uit elkaar is meer muntjes voor een kind (soms nog niet)
- Symbolische gedrag: woorden gebruiken (tekens voor iets dat niet direct aanwezig
is), kind kan doen alsof, voorwerpen gebruiken die verwijzen naar iets (vb blokje is
trein)
- Egocentrisch: proef: ziet beide kanten van 3d model, vrouw vraagt wat zij ziet en kind
beschrijft enkel wat hij ziet, op latere leeftijd kan het wel
Concreet-operationele fase
- 7-11 jaar
- Kind zegt dat er in hoog smal glas even veel water zit dan in laag breed glas (is ook
hetzelfde)
Formeel operationele fase
Peuterfase
Verschil baby: rugspieren ontwikkeld, geen babyspeelgoed meer, op knieën zitten, geen
zuigfles meer, ronddribbelen ipv kruipen, gebarentaal, klimmen, klauteren, puzzelen, ergens
iets insteken => fijnere motoriek
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Verklaring koppigheidsfase:
Onderscheid ik en andere ik (egocentrisme)
Zelfbewustzijn door verovering ruimte
Hierdoor handelen volgens eigen planning, bewust iets kunnen willen … of juist niet
willen ;-)
Uiting van machteloosheid en door weinig ontwikkeld gevoelsleven wordt peuter
overrompeld door emoties
Peutertijd is fase van intensieve concentratie
Kennismaking met sociale regels – begin morele ontwikkeling
1. Bewust dat opvoeders iets wel of niet willen
2. Verbod + gebod
3. Schuldbewustzijn = enkel om liefde niet te verliezen (als opvoeder t niet ziet , is t ok)
Jaloezie: komt nieuw kindje
Prestatiemotivatie: succes verhogen, mislukking vermijden vb als je aan puzzel wil
beginnen moet je die afmaken voor je iets anders doet
Taak opvoeder
Rustig blijven – pedagogisch besef
Kind woede in woorden laten uiten, dan misschien geen agressie
Door fase van concentratie: kind voorbereiden op nieuwe situaties, belangstelling
wekken
Vriendelijk maar kordaat positioneren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller acools. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.30. You're not tied to anything after your purchase.