, Hoofdstuk 1 – voedingsstoffen
1.1 water
Een kat of hond bestaat bij de geboorte uit 75% water en op volwassen leeftijd
60%
Het is een voedingstof die nodig is om in leven te blijven, het neemt deel aan
fysiologische functies in het lichaam
Lichaamsvetten >> 15% water
Skelet >> 10% water
Spieren >> 75% water
Bloed >> 83% water
Dagelijkse voedingsbehoefte van kat en hond = 33-60ml/kg lichaamsgewicht
** vochtbehoefte kan toenemen door hogere omgevingstemperatuur, activiteit,
dracht, lactatie, ziekte
Water is van belang om de geleverde voedingstoffen en geproduceerd e
afvalstoffen op te lossen en transporteren. Speelt een rol bij reguleren
lichaamstemperatuur, spijsvertering, voorzicht gewrichten/interne oor/ogen van
vocht.
Wanneer een kat of hond 10% of meer van het lichaamsvocht verliest kan hij
sterven in korte tijd. Het drinken van grote hoeveelheden water kan leiden tot
maagdarmproblemen en een verstoorde waterbalans waardoor oedeem kan
ontstaan.
1.2 eiwitten
proteïne, opgebouwd uit verschillende aminozuren.
De volgorde, soorten en opbouw van aminozuren geeft het eiwit specifieke
eigenschappen. Er zijn 21 verschillende aminozuren.
10 hiervan kan een hond niet zelf maken, deze moeten via de voeding
opgenomen worden
11 hiervan kan de kat niet zelf maken, het extra aminozuur is Taurine.
= essentiële voedingsstoffen
Essentiële en niet-essentiële aminozuren worden gebruikt voor de aanmaak van
eiwitten = eiwitsynthese
Eiwitten zijn nodig voor belangrijke lichaamsfuncties.
- Bouwstof. Ze worden als bouwstenen gebruikt voor opbouw/herstel van
weefsels
- Transporteren van bepaalde moleculen, afvoeren van giftige stoffen
- Verbranding en opbouw van stoffen in het lichaam versnellen (enzymen)
- Functie bij de afweer. Antilichamen zijn eiwitten
- Vervullen belangrijke rol bij waterhuishouding
- Leveren energie
Eiwitten zijn voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong (vlees, vis, eieren, melk)
en plantaardige oorsprong (bonen, linzen, erwten, granen, soja)
,Niet alle eiwitten hebben dezelfde voedingswaarde. Deze wordt beïnvloed door
verteerbaarheid en biologische waarde.
De verteerbaarheid >> hoeveel procent wordt afgebroken in de dunne darm en
opgenomen in het bloed
Biologische waarde >> hoe efficiënt kan lichaamsweefsel worden opgebouwd uit
de eiwitten
Het wordt uitgedrukt in een percentage dat aangeeft hoeveel gram lichaamseiwit
uit 100 gram geabsorbeerd voedingseiwit kan worden opgebouwd. (welk
percentage wordt in het lichaam benut)
De biologische waarde wordt bepaald door de aanwezigheid van specifieke
aminozuren die het dier nodig heeft. Deze wordt aangegeven met het
aminozuurprofiel.
Als het profiel van het voedingseiwit aansluit bij de aminozuurbehoefte heeft het
een hoge biologische waarde.
Hoe hoger de biologische waarde hoe beter de voedingseiwitten worden omgezet
in lichaamseigen eiwitten (dierlijk is hoger dan plantaardig)
Eiwittekort >> groeiachterstand, verlies spierweefsel, bloedarmoede,
stofwisselingstoornis, lage weerstand, slechte conditie
Een tekort ontstaat door onvoldoende opname, aandoening, onevenwichtige
voeding, stress
Eiwit overmaat >> overgewicht, resteiwitten kunnen dikke darm diarree
veroorzaken door gisting
1.3 koolhydraten
Katten en honden kunnen zonder koolhydraten in de voeding overleven. Ze
kunnen hun bloedsuiker zelf opbouwen uit eiwitten en vetten.
Het functioneren van het lichaam wordt wel bevorderd door koolhydraten.
Een deel van de eiwitten moet dan gebruikt worden voor de aanmaak van
glucose waardoor er een tekort is voor groei, herstel en regulatie.
Glucose, lactose, zetmeel en cellulose = koolhydraten
Koolhydraten kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld, als eerst naar
grootte
Enkelvoudige suikers >> kleinste suikers monosacchariden
glucose, fructose en galactose (eigenlijk alleen glucose
als brandstof)
Tweevoudige suikers >> opgebouwd uit twee enkelvoudige suikers
disacchariden
, lactose (glucose, galactose) jonge dieren kunnen deze
goed verteren
Wanneer er overgegaan wordt op vast voedsel krijgt de
darm geen lactose meer
hierdoor gaat het enzym wat lactose afbreekt verloren.
Lactose kan diarree
veroorzaken.
Meervoudige suikers >> opgebouwd uit meerdere enkelvoudige suikers
oligosacchariden, polysacchariden
Oli = opgebouwd uit 3-9 monosacchariden, poly = groot
aantal monosacchariden
poly = zetmeel, bestaat uit koolhydraatmoleculen van
duizenden glcosemoleculen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dagmarmeijer02. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.