Anatomie van hoofd en hals
1. Inleiding
Schedelholte
Functies :
• bescherming van de hersenen en de receptororganen
o neusholte : reuk
o orbitae : visus (2 kegels)
o oren : horen en evenwicht (oorschelp aan de buitenkant om geluid op te vangen)
o mondholte : smaak
• bovenste deel van de tractus respiratorius : larynx
• bovenste deel van de tractus digestivus : pharynx
1
,Overzicht van de hersenzenuwen
12 paar craniale zenuwen
Ze hebben 1 of meerdere functies :
• Motorische vezels naar onwillekeurige spier
• Motorische vezels naar willekeurige spier
• Vezels transmitting general sensation
• Vezels conveying sensation from the viscera
• Vezels transmitting unique sensations
2
, 1. Zintuigen
a. N. olfactorius : reuk en smaak
b. N. opticus : orbita, oog en visueel systeem
c. N. acusticus of vestibulocochlearis : horen en vestibulair apparaat
2. Orbita
a. N. oculomotorius
b. N. trochlearis
c. N. abducens
3. Schedel en gezicht
a. N. trigeminus
b. N. facialis
4. Oropharyngeaal
a. N. glossopharyngeus
b. N. vagus
c. N. hypoglossus
5. N. accessorius
a. Bestaat uit 2 vezelsystemen en is uitsluitend motorisch
i. Bulbair deel : uit nucleus ambiguus
ii. Spinaal deel : uit de 6 eerste cervicale segmenten van het merg (verlaten het
merg dorsolateraal)
b. Innervatie van de m. sternocleidomastoideus en de m. trapezius
2. Anatomie van de schedel, gelaat en hals
Osteologie van de schedel
Zie practicum osteologie.
Schedelhuid (scalp) en gelaat
3
, De schedelhuid is vrij dik en is enorm doorbloed. Deze bestaat uit 5 lagen (SCALP) :
1. Skin (huid)
2. Connective tissue (dens bindweefsel)
a. Zeer sterk gevasculariseerd
3. Aponeurosis = galea aponeurotica = musculo-aponeurotische epicranius
a. Breed tendinous blad data ls aanhechting dient voor de spierbuiken van
i. M. occipitofrontalis met venter frontalis en venter occipitalis
ii. M. temporoparietalis met m. auricularis superior
b. Innervatie : taken van n. facialis
c. Bewegen schedelhuid , voorhoofd en wenkbrauwen
4. Loose connective tissue (losmazig bindweefsel)
a. Vrije beweging van de eerste drie lagen tov het periost
5. Pericranium = periost
Spieren
Alle oppervlakkige spieren van schedel en gezicht ontstaan in een subcutane laag die over de nek en de
schedel uitwaaiert, met een gemeenschappelijke innervatie (tweede pharynxboog). Dit spierblad
differentieert rondom de gelaatsopeningen tot sphincters en dilatoren. Ze verbinden alle bot met huid.
Zie tabellen.
4
1. Inleiding
Schedelholte
Functies :
• bescherming van de hersenen en de receptororganen
o neusholte : reuk
o orbitae : visus (2 kegels)
o oren : horen en evenwicht (oorschelp aan de buitenkant om geluid op te vangen)
o mondholte : smaak
• bovenste deel van de tractus respiratorius : larynx
• bovenste deel van de tractus digestivus : pharynx
1
,Overzicht van de hersenzenuwen
12 paar craniale zenuwen
Ze hebben 1 of meerdere functies :
• Motorische vezels naar onwillekeurige spier
• Motorische vezels naar willekeurige spier
• Vezels transmitting general sensation
• Vezels conveying sensation from the viscera
• Vezels transmitting unique sensations
2
, 1. Zintuigen
a. N. olfactorius : reuk en smaak
b. N. opticus : orbita, oog en visueel systeem
c. N. acusticus of vestibulocochlearis : horen en vestibulair apparaat
2. Orbita
a. N. oculomotorius
b. N. trochlearis
c. N. abducens
3. Schedel en gezicht
a. N. trigeminus
b. N. facialis
4. Oropharyngeaal
a. N. glossopharyngeus
b. N. vagus
c. N. hypoglossus
5. N. accessorius
a. Bestaat uit 2 vezelsystemen en is uitsluitend motorisch
i. Bulbair deel : uit nucleus ambiguus
ii. Spinaal deel : uit de 6 eerste cervicale segmenten van het merg (verlaten het
merg dorsolateraal)
b. Innervatie van de m. sternocleidomastoideus en de m. trapezius
2. Anatomie van de schedel, gelaat en hals
Osteologie van de schedel
Zie practicum osteologie.
Schedelhuid (scalp) en gelaat
3
, De schedelhuid is vrij dik en is enorm doorbloed. Deze bestaat uit 5 lagen (SCALP) :
1. Skin (huid)
2. Connective tissue (dens bindweefsel)
a. Zeer sterk gevasculariseerd
3. Aponeurosis = galea aponeurotica = musculo-aponeurotische epicranius
a. Breed tendinous blad data ls aanhechting dient voor de spierbuiken van
i. M. occipitofrontalis met venter frontalis en venter occipitalis
ii. M. temporoparietalis met m. auricularis superior
b. Innervatie : taken van n. facialis
c. Bewegen schedelhuid , voorhoofd en wenkbrauwen
4. Loose connective tissue (losmazig bindweefsel)
a. Vrije beweging van de eerste drie lagen tov het periost
5. Pericranium = periost
Spieren
Alle oppervlakkige spieren van schedel en gezicht ontstaan in een subcutane laag die over de nek en de
schedel uitwaaiert, met een gemeenschappelijke innervatie (tweede pharynxboog). Dit spierblad
differentieert rondom de gelaatsopeningen tot sphincters en dilatoren. Ze verbinden alle bot met huid.
Zie tabellen.
4