Hoofdstuk 1 t/m 5, 7,8 en 9.1
April 2, 2023
28
2022/2023
Summary
Subjects
de nederlandse staat
grondrechten in nederland
regering en parlement
wet en regelgeving
decentralisatie
verdr
de organisatie van de nederlandse staat en het koninkrijk
rechtsbescherming en rechtspraak
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Rechten
Staatsrecht
All documents for this subject (12)
Seller
Follow
lisannevandenberg13
Content preview
Samenvatting
Staatsrecht
Hoofdstuk 1
We spreken van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.
Grondgebied
Het grondgebied van een staat, het territorium, kent grenzen die soms na talloze oorlogen tot stand
zijn gekomen en in een verdrag met buurlanden zijn vastgelegd. (Verdrag: overeenkomst tussen een
of meer staten.)
Gemeenschap
De gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege hun afstamming of die
op een eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben verkregen. Gemeenschap kan dus bestaan
uit mensen met verschillende taal, godsdienst, cultuur en geschiedenis, die zich met elkaar
verbonden voelen. Gemeenschap uit zich in bijv. in een vlag of het volkslied.
Gezag
De staat heeft exclusieve zeggenschap op en over zijn gehele grondgebied. Het hoogste gezag van de
staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht. Om te voorkomen dat burgers voor
eigen rechter gaan spelen, mag alleen het hoogste gezag van de staat geweld gebruiken à
geweldsmonopolie.
De staat is dus niet alleen het grondgebied met de bevolking, maar met staat wordt ook het gezag in
de staat bedoeld, oftewel de overheid.
De staat is soeverein. Dit wil zeggen dat de staat kan in beide betekenissen worden beschouwd als
een zelfstandige en ondeelbare eenheid. De staat is, net als een persoon, zelfstandig drager van
rechten en plichten en kan als staatsmacht optreden in het juridische verkeer binnen NL en in
contact met andere staten. Deze erkennen de Nederlandse staat en moeten het
zelfbeschikkingsrecht van NL binnen zijn eigen staat en over zijn eigen staatsaangelegenheden
respecteren. Erkenning van een staat door andere staten wordt wel als vierde kenmerkend element
van een staat beschouwd.
Dat het hoogste gezag in de staat een ondeelbare eenheid vormt, wil niet zeggen dat dit gezag in één
hand ligt en dat daar juridische gezien de hoogste macht ligt. Het hoogste gezag in NL is gespreid
over verschillende organen van de staat.
De hoofdlijnen van het staatsrecht:
1. Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden
2. Handhaving individuele vrijheden van de burger
3. Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid
4. Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht
Voor Nederland is van belang dat het grondgebied bestaat uit het Koninkrijk der
Nederlanden . Allereerst Nederland met de BES-eilanden: dat zijn Bonaire, Saba en Sint
Eustatius en dat noemen we ook wel een soort van overzeese gemeente. En naast
Nederland met de BES-eilanden, kennen we nog Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Dat zijn
zelfstandige Staten en die mogen dus ook hun eigen aangelegenheden behartigen. Dit staat
geregeld in het statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Die bevat een aantal
,onderwerpen die het Koninkrijk als geheel behartigd. Denk bijv. aan handhaving van de
onafhankelijkheid, verdediging van het Koninkrijk en buitenlandse betrekkingen.
1.3 bronnen van staatsrecht
Het statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Het Statuut regelt dus de organisatie van het Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en
samenwerking tussen NL en de overzeese delen van het Koninkrijk. De rechtsmacht van de Hoge
Raad der Nederlanden is de hoogste rechter in NL. De Hoge Raad zorgt ervoor dat wetten in het
Koninkrijk eenduidig worden geïnterpreteerd en toegepast worden, waardoor de rechtszekerheid
voor burgers wordt gegarandeerd.
De Grondwet
De grondwet regelt de inrichting en het functioneren van de NL staat en de staatsorganen en de
verdeling van de staatsmacht.
Art. 42 lid 1 Gw à de regering wordt gevormd door de Koning en de ministers.
Art. 81 Gw à de regering en de Staten-Generaal stellen gezamenlijk wetten vast. De Staten-Generaal
is onze volksvertegenwoordiging.
Regering + Staten-Generaal à de formele wetgever. De wetten heten dan ook wetten in formele zin.
De Grondwet bevat verder ook de hiervoor genoemde grondrechten, die burgers beschermen tegen
al te grote inbreuken door de staat. De verankering van de grondrechten in de Grondwet biedt extra
zekerheid, aangezien de Grondwet de hoogste wet is in NL en minder gemakkelijk gewijzigd kan
worden dan gewone wetten.
Organieke wetten, reglementen
Als de Grondwet bepaalt dat iets (nader) geregeld moet worden in een wet in formele zin, een wet
dus van de regering en de SG, dan spreken we van een organieke wet. Bijv. de Wet op de Raad van
State op grond van art. 75 Gw. Reglementen van de staatsorganen regelen onder andere de gang van
zaken bij vergaderingen en andere werkzaamheden. Bijv. het Reglement van Orde voor de
Ministerraad (waarin alle ministers van NL vertegenwoordigd zijn).
Gewoonterecht
Van een gewoonte is sprake als een bepaald gebruik waarvan men vindt dat het juridisch
gezien zo hoort, een zekere tijd voortduurt. Bijv. de vertrouwensregel. Volgens deze regel
kan bijv. een minister of zelfs de hele regering, die het vertrouwen van de
volksvertegenwoordiging verliest, zijn functie niet meer uitoefenen en moet deze aftreden.
Dit is een ongeschreven regel die niet in een wet is vastgelegd, maar eenvoudig wordt
toegepast omdat men vindt dat dit zo hoort in een democratische rechtsstaat.
, Verdragen en Europese maatregelen
De regels in dergelijke verdragen die rechtstreeks van toepassing zijn in NL, zijn bronnen van het
Nederlandse staatsrecht. Daarnaast zijn er ook Europese verordeningen en richtlijnen die
rechtstreeks doorwerken in het nationale recht van de lidstaten van de EU. Ook
verordeningen en de rechtstreeks werkende Europese richtlijnen zijn bronnen van
staatsrecht.
Jurisprudentie
Laatste bron van staatsrecht is de jurisprudentie. Met uitspraken van rechters over een bepaald
geschil verduidelijken rechters de bestaande rechtsregels en passen zij deze toe op het concrete
geval.
Hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Volgens de Engelse filosoof John Locke (1632-1704) heeft ieder mens recht op bijvoorbeeld
leven, vrijheid en eigendom. Het gaat hierbij om de essentie dat ieder mens bepaalde
rechten heeft die horen bij het mens-zijn. Deze mensenrechten worden grondrechten
genoemd en zijn onvervreemdbaar. Dat wil zeggen dat ze niet aan een ander kunnen
worden overgedragen. In NL zijn vanaf 1814 steeds meer grondrechten op verschillende
plaatsen in de Grondwet vastgelegd. Na het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is
de Grondwet de hoogste wet. Grondrechten kunnen globaal worden verdeeld in twee
groepen:
- Klassieke grondrechten: waarborgen in zekere zin de vrijheden van burgers die de
overheid moet respecteren, waardoor voor de burger een staatsvrije sfeer wordt
gewaarborgd. Dergelijke grondrechten zijn waarborgnormen en worden ook wel
vrijheidsrechten genoemd. Het gaat hier om onthouding van bemoeienis door de
overheid.
- Sociale grondrechten: vormen als het ware een opdracht voor de overheid om ervoor
te zorgen dat er sociale gerechtigheid heerst in de samenleving en dat iedere burger
kan beschikken over voldoende gezondheidszorg, onderwijs en inkomen zodat hij
zichzelf kan ontplooien. Ook wel instructienormen. Hier moet de overheid juist actief
ingrijpen.
Ook in internationaal verband hebben staten zich bereid verklaard om in hun land
grondrechten te respecteren.
Mensenrechten zijn vastgelegd in verschillende Europese verdragen.
Grondrechten hebben in de eerste plaats hun werking in de relatie tussen de overheid en de
burger. à Verticale werking van de grondrechten.
Ook tussen burgers onderling spelen grondrechten een rol. à Horizontale werking van de
grondrechten.
Omdat de maatschappij voortdurend verandert, zijn grondrechten algemeen geformuleerd
en moet de rechter in de praktijk dikwijls uitmaken wat de precieze betekenis is van een
grondrecht in een individueel geval.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisannevandenberg13. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.61. You're not tied to anything after your purchase.