100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting les 2 - TW - 1ste jaar $6.12
Add to cart

Summary

Samenvatting les 2 - TW - 1ste jaar

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 6 pagina's voor het vak Tekstwetenschap 1 aan de KU Leuven

Preview 2 out of 6  pages

  • April 2, 2023
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
TW: les 2 - macrostructuur

1. Kenmerken van organizational discourse
 Gebruik van ‘we’  kan in eenzelfde tekst verschillende lading hebben en naar
verschillende personen verwijzen
 Vakjargon / lexicon
 Formeel taalgebruik
 Bij inhoud kijken we naar discourse met grote D = boodschap die wordt overgebracht

2. Contextmodellen
a. Contextelementen
i. Ethnography of communication: Hymes – SPEAKING-model
 Situatie (fysieke, temporele, psychologische setting)
 Participanten (spreker, toehoorder, geadresseerde, publiek)
 ‘Ends’ (doelen, objectieven en resultaten)
o want boodschap die je wilt meedelen bepaalt hoe je je tekst
schrijft
 ‘Act sequence’ (vorm en inhoud van de boodschap)
o bv. Is er ruimte voor interactie, is het een hoorcollege, … ?
 ‘Key’ (manier van spreken, toon; bv ernstig, humor, aarzelend)
 ‘Instrumentalities’ (formeel of informeel, dialectgebruik, register, enz.)
 Normen voor interactie (bv. beurtwisseling) en interpretatie (lokale
conventies)
o Bv. Hoe interpreteer je bepaalde uitspraak…
 Genre (bv toespraak, gedicht, wetenschappelijke presentatie, alledaags
gesprek, enz.)
o Genres die soortgelijk doel dienen maken ook deel uit van de
context
ii. Culturele studies: Hall
 Linguistic (talige context)
 Proximal ( fysieke hier en nu. Dit auditorium op dit moment met deze
bezetting),
 Temporal( tijd in ruime zin van het woord: 12de eeuw, …)
 Geographical ( Vlaanderen, België, Antwerpen, Nederlandse taalgebied,
elders, ….)  hier versch. lagen in die effect kunnen hebben of niet. In
dit geval dat we les hebben in Antwerpen weinig of geen invloed
 Interpersonal ( relatie tussen de personen die deelnemen aan dit
college)  constellatie (toestand) die er is groeit naar gelang de
interactie vordert, naargelang de mensen elkaar kennen of niet
 Ideological ( welke waarden en normen gelden: bv idee van opvoeding,
opleiding , normen en waarden die daar gelden, in deze maatschappij .
Allemaal normen die dit gebeuren kleuren. context staat in de bullets .

deze achtergrondelementen beïnvloeden productie en ontvangst v. tekst.
Maar hoe?  volgende vraag: Hoe verhouden tekst en context zich tot
elkaar:

, TW: les 2 - macrostructuur

b. Tekst en context
i. Pragmatiek: Verschueren
 Context wordt gefilterd en
geïnterpreteerd door
participanten.
 Context kan pas relevant
worden wanneer hij door
taalgebruikers in een bepaalde
situatie wordt geactiveerd.
 3 aspecten:
o Physical world :
 Bv. Tijdens hoorcollege. Prof en wij in zelfde ruimte. Alleen
kijken we in andere richting. Dus veel overlap
o Social world
o Mental world
 Meest privé. Weinig overlap. Bv. Wanneer je spreekt met
mensen met een andere cultuur, wordt je taalgebruik
aangepast op een bepaalde manier
ii. Systemic Functional Grammar: Halliday – Field, Tenor, Mode
 Field: soort sociale interactie  kan extern of intern zijn. Uit zich in de
manier van taalgebruik. Bv. Transitiviteit ( keuze bepaald woord),
categorisering, …
 Tenor: wie zijn de deelnemers en hoe vehouden ze zich tot elkaar?  uit
zich in modaliteit, keuzes van persoonlijk vnw.,  hieruit leid je
interpersoonlijke relaties af ( verschil in gebruik U en jij )
 Mode: Welke rol speelt taal in interactie  structuur tekst, opbouw, of
interactie door taal gedragen of niet, …




Rose, D.

benadrukt dat genres meer zijn dan enkel talige gebeurtenissen omdat het niet bij de talige
elementen wordt geplaatst.

= big D. niet louter taal als je spreekt over context maar ook over geheel dat zich samenstelt en daar
zitten ook contextfactoren bij

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittseré. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.12. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.12
  • (0)
Add to cart
Added