100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Onderneming en Intellectueel eigendom (T.49693) $7.63   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Onderneming en Intellectueel eigendom (T.49693)

1 review
 27 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Bevat uitgebreide stappenplannen en uitleg per IE-recht en opdrachten. Uitgebreide en diepgaande aantekeningen uit hoor-/werkcolleges.

Preview 3 out of 23  pages

  • April 2, 2023
  • 23
  • 2021/2022
  • Class notes
  • L. fisscher
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: djordandehoop • 9 months ago

avatar-seller
Week 1

6 catalogus vragen:

1. Wat is de aard van het object en op welk terrein moet het object liggen?
2. Aan welke inhoudelijke eisen moet zijn voldaan?
3. Welke procedure moet worden doorlopen?
4. Wie heeft aanspraak op het uitsluitend recht?
5. Waaruit bestaat het uitsluitend recht?
6. Hoe kan men munt slaan uit het uitsluitend recht?

Dataprotectie – belang
- Ondernemer heeft hier belang bij.
- Bescherming know-how en techniek:
o Juridische bescherming
o Feitelijke bescherming (denk aan beveiliging, risicoanalyse opstellen,
beschermingsniveau & handhaving en bewustwording).

- Feitelijke bescherming
o Informatiebeveiliging (bv. virusscanner, risicoanalyse)
o Bewustwording (gedrag, gegevens veilig uitwisselen, etc)
o Rol AVG

- Juridische bescherming  verhouding tussen partijen vastleggen in overeenkomsten en
sancties leggen aan het schenden van deze afspraken.
o Arbeidsovereenkomsten: vertrouwelijkheidsverplichtingen, concurrentie- en
relatiebedingen
o Geheimhoudingsovereenkomst/geheimhoudingsbepalingen
o Vertrouwelijkheidsafspraken
- Koppeling met boetebedingen als een sanctie indien afspraken worden geschonden

Wet bescherming bedrijfsgeheimen (Wbb)
De wet is gebaseerd op een richtlijn (2016/942/EU: bescherming).

Bedrijfsgeheimen, art. 1 Wbb, wanneer is er hier sprake van:
1. informatie moet niet toegankelijk zijn
2. De informatie moet handelswaarde bezitten
3. De rechthebbende moet redelijke maatregelen hebben getroffen om de informatie geheim
te houden (door bv. werknemers te instrueren over het feit dat ze werken met geheime
informatie, werken met NDA’s, etc.)

Het belang van het vastleggen van de definitie van een bedrijfsgeheim. Als er sprake is van een
bedrijfsgeheim, dan zou er sprake zijn van een vermogensrecht in de zin van art. 3:6 BW. In dat geval
zou de rechthebbende een stoffelijk voordeel hebben.

Als er sprake is van een bedrijfsgeheim en er hier inbreuk op wordt gemaakt, is er inbreuk in de zin
van art. 6:162 BW en is er dus sprake van een onrechtmatige daad.
Geen bedrijfsgeheim? Dan moet je zoeken of er strijd is met een wettelijke verplichting of
ongeschreven norm. Daar kun je dan op beroepen.

Art. 5 en 6 Wbb  mogelijkheden voor degene die zich beroept op de Wbb (voorzieningenrechter of
bodemprocedure).

,Bedrijfsgeheimen moeten steeds voldoen aan de definitie van de Wbb (dus de 3 voorwaarden). Maar
er moeten ook nog normale protocollen zijn waar je je aan houdt als er sprake is van inbreuk.

Procedures Wbb worden gevoerd bij sector civiel bij de kantonrechter.

Wbb – juridisch kader
- Vermogensrecht (art. 3:6 BW)
- Eigendom (art. 1 Protocol 1 EVRM)
- Procedures ter bescherming van bedrijfsgeheimen:
o Verwijzingen naar andere wetten: art. 10 Wbb
o Processuele waarborgen
o Bescherming vs. Behoud van vertrouwelijkheid

Introductie IE-recht en belang
Rechtvaardigingsgronden IE-rechten
Bij IE-rechten gaat het niet om rechten op ideeën, maar het recht op het exploiteren van bepaalde
door het recht beschermde ideeën.
IE-rechten beperken de concurrentie. Er is het billijkheidsargument; als je iets hebt bedacht, mag je
daar alle voordeel uit halen. Doelmatigheidsargument; een ontwikkeling moet worden gepromoot.

Concurrentie: privaatrechtelijke mededingingsrecht (eerlijke concurrentie).

, Week 2

Auteursrecht
Dit recht heeft als uitgangspunt het territorialiteitsbeginsel. Dat houdt in dat deze wet alleen van
toepassing is op de gevallen wanneer een auteursrechthebbende zijn recht in Nederland wil
handhaven.
Het Hof van Justitie is bij de Auteursrecht de hoogste rechter.

Nogmaals, de 6 catalogus vragen:
1. Wat is de aard van het object en op welk terrein moet het object liggen?
2. Aan welke inhoudelijke eisen moet zijn voldaan?
3. Welke procedure moet worden doorlopen?
4. Wie heeft aanspraak op het uitsluitend recht?
5. Waaruit bestaat het uitsluitend recht?
6. Hoe kan men munt slaan (handhaven/geldig maken) uit het uitsluitend recht?

1. Het moet gaan om een werk van letterkunde, wetenschap of kunst;
2. Het moet een creatieve prestatie met een eigen oorspronkelijke karakter en een persoonlijke
stempel van de maker. Het object moet voldoende nauwkeurig en objectief geïdentificeerd
kunnen worden;
3. Er is geen formele procedure, alleen de schepping van het werk is voldoende. Auteursrecht
ontstaat op moment van schepping van een werk;
4. De rechthebbende is de maker;
5. Het bestaat uit het openbaar maken en verveelvoudigen van het werk;
6. Door middel van een onrechtmatigverklaring, verbod met dwangsom, schadevergoeding, etc.

Proces van auteursrecht in: art. 1019 t/m 1019i Rv.

Auteursrecht – materiele vereisten (vraag 1 en 2)
Wat is de aard van het object en op welk terrein moet het object liggen? En aan welke inhoudelijke
eisen moet zijn voldaan?
Volgens art. 1 Aw: maker, werk, openbaarmaken, verveelvoudigen en beperkingen.

Werk, art. 10 Aw (niet limitatief). Hierin staat wat wordt verstaan onder een werk.
Eisen (niet in de wet):
1. Het object moet voldoende nauwkeurig en objectief kunnen worden geïdentificeerd  het
moet ergens tot uitdrukking zijn gebracht (leesbaar of voelbaar, etc.). Iets wat in je hoofd
speelt kan dus niet een werk zijn in de zin van de auteurswet.
a. Smaken en geuren  deze vallen hier niet onder, smaakbeleving en smaakbepaling
zijn SUBJECTIEF, niet objectief. Levola/Smilde-arrest (heksenkaas).
2. Het moet een eigen oorspronkelijk karakter hebben en de persoonlijke stempel van de
maker dragen  het werk moet een zekere originaliteit hebben en creativiteit (creatieve
vrijheid) van de maker die in het werk naar voren komt.
3. Het EOK en PS moet niet slechts datgene betreffen dat noodzakelijk is voor het verkrijgen
van een technisch effect  als het gaat om technische vormen, is er namelijk sprake van
octrooirecht, niet auteurswet.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bahararezai54. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75323 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$7.63  4x  sold
  • (1)
  Add to cart