De samenvatting bevat literatuur voor het eindexamen 'Farmacotherapie' binnen de opleiding 'Apothekersassistente'. Behaalde resultaat een dikke voldoende.
Samenvatting: Farmacotherapie
Hoofdstuk 1: Behandelmethoden
1.1. Inleiding:
Farmacotherapie: Behandeling van ziekten met geneesmiddelen.
Farmacon = Geneesmiddel
Therapie = Behandelen
1.2. Behandelmethoden
1.2.1. Causale behandeling:
Causale behandeling: Geneesmiddelen die de oorzaak van de kwaal kunnen bestrijden
Causa = oorzaak
De geneesmiddelen tijdens de causale behandeling die geneest de ziekte, bijvoorbeeld als iemand een
longontsteking heeft door een bacteriële infectie waar de oorzaken bestreden kunnen worden met een
bacteriedodend (bactericide) of bacteriegroeiremmend (Bacteriostatisch) middelen.
1.2.2. Symptomatische behandeling:
Symptomatische behandeling: Geneesmiddelen die de gevolgen van een aandoening
bestrijden.
Symptoom = Verschijnselen
De geneesmiddelen tijdens de symptomatische behandeling waar het lichaam ervoor zorgt dat zijn
eigen afweer dat de ziekte geneest, bijvoorbeeld een langdurige hoge bloeddruk kan leiden tot ernstige
klachten aan hart- en bloedvaten. Zo wordt deze gevolgen voorkomen door een hoge bloeddruk
behandeld met geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen tot normale en gangbare waarden.
1.2.3. Substitutietherapie:
Substitutietherapie: Geneesmiddelen die de lichaamseigen stoffen vervangt, want ze kunnen
soms een stof vervangen die het lichaam normaal zelf maakt. (Te kort schildklierhormoon of
Diabetes Mellitus)
Substitutie = In plaats stellen van
Het gaat bij substitutietherapie niet alleen om lichaamseigen stoffen, maar ook om stoffen die het
lichaam normaal gesproken met voeding hoort binnen te krijgen. In sommige situaties kan het lichaam
meer ijzer nodig hebben via tabletten of injectie, bijvoorbeeld zwangerschap of bij bloedverlies.
1.2.4. Preventieve behandeling:
Preventieve behandeling: Geneesmiddelen die gericht zijn op het voorkomen van het
optreden van een ziektes.
Preventieve = Profylactisch
De geneesmiddelen tijdens de preventieve behandeling worden ingezet om voorkomen van ziektes,
bijvoorbeeld bij een wond, katten- of hondenbeet ingeënt tegen tetanus ter bescherming of mensen op
reis naar tropische landen om te vaccineren (Malariaprofylaxe) tegen besmettelijke ziekten.
1.2.5. Verschillende therapievormen tegelijk:
Voorbeelden van verschillende tegelijk therapievormen:
, - Iemand met een te hoge bloeddruk kan preventief behandeld worden tegen het gevaar van een
hartinfarct.
- Een symptomatische behandeling waar de verschijnselen, als bloeddruk wordt behandeld.
- Bij een causale behandeling wordt de oorzaak van de te hoge bloeddruk bestreden.
1.2.6. Palliatieve therapie:
Palliatieve therapie: Gericht op het verlengen van het leven van de patiënt, verminderen van
pijnklachten, bestrijden van symptomen en evt. het remmen van de ziekte.
Doel = Verlichten van het lijden of het verlengen van het leven (Kwaliteit van het leven)
o Palliatieve therapie = Symptomatische therapie
De therapie is gericht op het leven van de patiënt zo draaglijk mogelijk te maken in het laatste stadium
door goede pijnstilling en rustgevende middelen om ernstige lijden te verminderen.
1.2.7. Diagnostisch gebruik van geneesmiddelen
Diagnostische behandeling: Gericht op het achterhalen van de oorzaak of aard van de
aandoening aan de hand van geneesmiddelen.
De geneesmiddelen tijdens de diagnostische behandeling wordt gebruikt om te helpen bij het
achterhalen van de oorzaak of aard van de aandoening, bijvoorbeeld om een afwijking aan de darmen
vast te stellen wordt vaak coloscopie (camera in de darmen) toegepast om de darmen leeg te maken
wordt gebruik gemaakt van een laxeermiddel.
1.3 Gebruiksduur van geneesmiddelen
Drie manieren van de indeling geneesmiddelgebruik:
Gebruiksduur bij duidelijk omschreven klachten
Gebruiksduur bij een kuur
Langdurig gebruik
1.3.1. Gebruiksduur bij klachten:
Geneesmiddelen bij klachten moeten niet langer worden gebruikt dan nodig is, tot de klachten zijn
verdwenen, bijvoorbeeld hoestmiddelen, pijnstillers en middelen tegen diarree of verstopping.
1.3.2. Gebruiksduur bij een kuur:
Soms worden geneesmiddelen als een kuur voorgeschreven, gedurende een aantal dagen volgens een
vast voorschrift moeten worden gebruikt. Zo moet een dergelijke kuur altijd worden afgemaakt,
daarom moeten alle tabletten of capsules die voorgeschreven worden ingenomen, ook al voelt de
patiënt zich na één dag al veel beter.
1.3.3. Langdurig gebruik:
Chronisch gebruik: Geneesmiddelen die dagelijks en langdurig moeten worden ingenomen.
Onregelmatig gebruik van chronisch geneesmiddelen geeft een grotere kans op het optreden van
bijwerkingen, werking vermindering of afwezig zijn.
Met niet alle geneesmiddelen bij chronisch gebruik van de ene op het andere moment worden gestopt,
daarom moet soms gedurende bepaalde periode worden afgebouwd in overleg met de arts.
1.4. Vertrouwen in he geneesmiddel
En belangrijke factor voor de werking van een geneesmiddel is de verwachting die de patiënt ervan
heeft, want voor de werking heel belangrijk dat de patiënt vertrouwen in het geneesmiddel heeft.
,1.4.1. Placebo’s
Placebo: Een toedieningsvorm waarin geen werkzame stoffen zijn verwerkt.
- Een arts kan een placebotablet voorschrijven is een patiënt klachten heeft, waarvoor geen
geneesmiddel nodig is.
De ene groep patiënten gebruikt, zonder het te weten, het echte geneesmiddel, de andere groep het
placebo. Na enige tijd wordt gekeken of he geneesmiddel beter werkt dan de placebo.
Placebo-effect
Het placebo-effect van geneesmiddelen wil zeggen dat een (groot) deel van de werking bepaald wordt
door het vertrouwen in de werking van het geneesmiddel, want uit onderzoek is bekend dat het
placebo-effect vooral bij pijnstillers, slaapmiddelen, antidepressiva en middelen tegen benauwdheid
heel erg groot is.
1.5. Alternatieve geneeswijzen:
Naast de reguliere geneeskunde (Huisarts, specialist, ziekenhuis) bestaat onder bepaalde groepen
patiënten een grote belangstelling voor alternatieve geneeswijzen, want veel van deze mensen lijken
teleurgesteld te zijn in hun ogen beperkte mogelijkheden van de moderne (reguliere) geneeskunde.
Enkel bekende alternatieve genees- of behandelingswijzen zijn acupunctuur, antroposofische,
geneeskunde, celtherapie, enzymtherapie, homeopathie, fytotherapie, iriscopie en voedingstherapie.
1.5.1. Homeopathische geneesmiddelen:
Similiaregel: Een behandelwijze met middelen die bij gezonde mensen verschijnselen
opwekken die gelijkenis vertonen met het ziektebeeld van de te behandelen patiënt.
Similiaregel = Similia similibus curentur = Gelijkende wordt door het gelijkende genezen
Homeopathische geneesmiddel: Een behandeling met middelen die bij gezonde mensen
verschijnselen opwekken die gelijkenis vertonen met het ziektebeeld van de te behandelen
patiënt.
De homeopathisch geneesmiddel stimuleert het lichaam zichzelf te genezen, want het uitgangspunt is
anders dan dat van reguliere geneeskunde die met geneesmiddelen probeert ziekten te genezen of de
symptomen te verlichten.
Complex of compositum = Samengestelde middelen
Pentarkanmiddelen: Middelen die bestaan uit vijf homeopathische bestandsdelen die hebben
de taak om ziektes af te weren, persoon te beschermen en ziekte te genezen.
Toedieningsvormen
Drie homeopathische toedieningsvormen:
Dilutie = druppels
- Zuiverste homeopathische vorm
Tabletten
- Verwrijving met melksuiker die bedoeld zijn voor onoplosbare stoffen
Globuli = Korrels
- Rietsuikerkorrels die gedrenkt worden in de alcoholische oplossing, vooral voor toediening
aan kinderen.
Hoe werkt een homeopathisch geneesmiddel?
, Het homeopathische geneesmiddel gaat door het lichaam als een prikkel die het afweermechanisme
stimuleert, want het versterkt die afweerreactie en geeft het ziekteproces als het ware een duwtje in de
rug.
Een goed gekozen homeopathisch middelen in de eerste tijd een verergering geeft van het ziektebeeld,
meestal gevolgd door een vlotte verbetering.
Keuze van het middel
Geneesmiddelbeeld van het homeopathische middel = Bekend welke homeopathische
middelen welke (ziekte)verschijnselen ze bij gezonde mensen veroorzaken.
Bereiding en verdunning
Bij de bereiding van een homeopathisch middel wordt voor 80% gebruikgemaakt van verse planten of
plantaardige producten, voor de rest uit mineralen, dierlijke producten en chemische verbinding.
1.5.2. Fytotherapie
Fytotherapie: Een behandelwijze met kruiden.
- Geneesmiddelen die als actieve ingrediënten uitsluitend planten, delen van planten of
plantenmaterialen of combinaties bevatten, in ruwe of bewerkte staat.
Toedieningsvormen en gebruik
Belangrijkste toedieningsvormen met kruiden:
Kruidenthee = Twee lepels kruiden worden overgoten met een halve liter kokend water,
waarbij de thee 15-20 minuten moet intrekken.
Kruidentabletten = Tabletten met fijngemaakte kruiden die je enkele keren per dag 1-2
tabletten per keer moet gebruiken
Kruidenstropen = Een gestandaardiseerde hoeveelheid kruidengrondstof of een aftreksel van
een plantaardige grondstof
Kruidentinctuur = Een alcohol bevattende aftreksel van een plantaardige grondstof
Kruidentonicum = Bevat plantaardige stof als stoffen met een aansterkende werking
(vitamines) worden toegeschreven.
Kamille (Matricaria flos) is een zeer bekende kruid met ontstekingsremmende stoffen en gaat ook
krampen in het maag-darmkanaal tegen. (Thee of stomen)
Zonnehoed (Echinacea Purpurea) is ook een zeer bekende kruid die de weerstand verbeteren.
Hoofdstuk 2: Toedieningsvormen
2.1. Inleiding:
Geneesmiddelen kunnen op verschillende manieren aan de patiënt worden toegediend, aan de hand
van de keuze voor de toedieningsvorm is afhankelijk van de patiënt, geneesmiddel en de
aandoeningen.
2.2. Toedieningswegen:
Om genezing te bewerkstelligen moet het geneesmiddel terechtkomen op de plek waar het werkzaam
moet zijn, meestal is dat een plek in het lichaam of een plak aan de buitenkant.
Farmaceutische vormen: Elke toedieningsweg kent zijn eigen toedieningsvormen.
2.2.1. Lokale toediening:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sit1530. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.