Werkgroep 1 strafdoelen en strafrechtstheorieën
1. Waarom straffen wij?
Strafdoelen: afschrikken (van potentiële daders/individu),
vergelding/leedtoevoeging, resocialisatie, herstel (van schade en vertrouwen),
voorkoming van eigenrichting, (kanaliseren van kwaad),
normbesef/normbevestiging.
2. Om de vraag te beantwoorden waarom wij straffen wordt in de literatuur
onderscheid gemaakt tussen een drietal clusters van strafrechttheorieën, te
weten de retributieve straftheorieën (ook wel: absolute vergeldingstheorieën), de
relatieve (ook wel: doeltheorieën) en de verenigingstheorieën. Licht ieder van
deze theorieën toe. Geef daarbij aan wat deze theorieën inhouden, wat daarbij
als grondslag en als doel van de straf wordt gezien en wat thans de heersende
strafrechtstheorie is. Noem voorts de kenmerken van elke strafrechtstheorie en
licht toe in welke tijd deze theorie kan worden geplaatst.
Absolute vergeldingstheorie Relatieve vergeldingstheorie Verenigingstheorieën
Retributieve strafrechttheorieën Doel strafrechtstheorie
Klassieke richting voor 1900 Moderne richting na 1900 Na de 2e
Vergelding Preventie wereldoorlog heersend
De straf is een opzettelijke beoogde leed- De straf stond in het teken van de te verwachten Verenigingstheorie
toevoeging als gevolg op een toekomstige effecten. De straf werd gezien als Het is een compromis
normovertreding. In de straf ligt de een middel dat het gedrag van de burgers kon tussen verschillende
afkeuring van de daad besloten. Er kan beïnvloeden. Er werd veel meer gekeken naar strafdoelen namelijk:
enkel van een straf gesproken worden als het nut van de straf. Dit is de vergelding en speciale/
een geroepen autoriteit/instantie bij de grondslag/rechtvaardiging van het straffen. generale preventie die
leed-toevoeging is betrokken. Dit is de
grondslag/ rechtvaardiging van het Het doel is generale/speciale preventie. De straf wordt in de
straffen. Speciale preventie eerste plaats gegeven
Het wordt geassocieerd met de verbetering, vanuit de vergelding/
Het doel is vergelden. Het valt hier samen, afschrikking en onschadelijkmaking van de rechtvaardiging en voor
het is er in opgenomen (wezen van de delinquent. de invulling/keuze van
straf). Ook al heeft de straf geen nut, er In positieve zin: resocialisatie van de dader door de straf wordt naar het
MOET vergolden wordt omdat er een genezing, verbetering en- of opvoeding. doel daarvan gekeken.
misdaad is gepleegd (Kant). Ook al is er In negatieve zin: het afschrikken van de dader
geen functie, er moet wel vergolden zodat hij niet recidiveert. De grondslag
worden. Het is op het verleden gericht. afschrikking, onschadelijkmaking en (kenmerk): vergelden
verbetering/resocialisatie (incapacitatie), herstel. Het doel: generale en
Achterliggende gedachte: in deze tijd was speciale preventie
er een mensbeeld van de rationele mens. Generale preventie
De mens maakte een kosten-baten In positieve zin: versterking van het De thans heersende
afweging (voordelen/nadelen van een rechtsbewustzijn. Het strekt ertoe dat de burgers theorie is de
delict plegen). Op het moment dat de vertrouwen hebben in de handhaving van het verenigingstheorie,
nadelen zwaarder wegen dan de recht en de bestrijding van onrecht. Het gaat om gelet op de functionele
voordelen, zouden er geen misdaden het voorkomen van eigenrichting. aanpak. Maar uit de
worden gepleegd. Dus als de zwaar In negatieve zin: het afschrikken van potentiële maatschappij blijkt dat
genoeg zou zijn, dan zouden er geen daders. de vergeldingstheorie
misdaden worden gepleegd. normbevestiging, afschrikken potentiële een sterke stroming
daders, herstellen van vertrouwen, voorkoming aantreft. Het lijkt erop
De straf onderscheidt zich van een eigenrichting, beveiliging van de maatschappij. dat de
mishandeling omdat de straf verdiend zou schuldvergeldingsprinci
zijn. Niet iedere straf is verdiend, verdiend De rationele mens wordt verworpen, de pe richtinggevend is en
is de straf als zij haar pretentie kan wetenschappelijke benadering de speciale/generale
waarmaken als wangedrag (gedragswetenschappen) kwamen vooraan te preventie
(geloofwaardigheid). staan. De sociologische benadering stond nevendoeleinden
centraal. Het werd noodzakelijk om de vervullen.
Er is geen vaste vertaalsleutel voor de maatschappij te beschermen waardoor meer
verdiende straf. De straf is afhankelijk van preventieve doelen werden nagestreefd.
de geldende maatstaven (tijd/plaats) en
andere factoren. De rechter moet een Dat betekent dat ook kan worden afgezien van
proportionele straf opleggen (oog om straffen of lager gestraft kunnen worden omdat
, Sanctierecht
oog/tand om tand). De verdiende straf is er geen nut van wordt verwacht. De straffen
de vergelijkbare straf. moeten proportioneel zijn.
Je mocht geen lagere straf opleggen. Je kijkt naar de dader.
Je kijkt naar de daad.
Voordeel rechtszekerheid en gelijkheid Voordeel rekening houden met de persoon
Nadeel ook al geen nut, alsnog straf en van de daad dus evt. lager straffen
geen rekening met persoonlijke Nadeel rekening houden met nut dus straf kan
omstandigheden hoger zijn
Ultimatum remedium!
3. De absolute vergeldingstheorieën en de doeltheorieën kennen in hun meest
zuivere vorm zowel een beschermend aspect dat (veelal) in het voordeel van de
dader uitpakt, of in ieder geval kan uitpakken, als een duidelijke schaduwzijde die
uiterst nadelig kan zijn voor de veroordeelde. Licht toe waarom dat het geval is.
Vanuit de absolute vergeldingstheorie is het beschermingsaspect gelegen in
hetgeen dat de straf wordt gelimiteerd door de schuld, het is heel voorspelbaar
en verzekert de rechtszekerheidsgedachte. Maar de schaduwzijde betreft dat er
altijd gestraft moet worden, ook al is het niet effectief.
Een ander voorbeeld: er wordt alleen gekeken naar de daad en niet naar de
dader, dus gelijkheid. Het nadeel daarvan is dat geen rekening wordt gehouden
met de persoon van de dader en de behorende omstandigheden.
Vanuit de doeltheorie is het beschermingsaspect gelegen in hetgeen dat wordt
gekeken naar de persoon van de dader waardoor straffen lager uit kunnen vallen.
Maar de schaduwzijde betreft dat je ook zwaarder gestraft kunt worden door een
geschokte rechtsorde of beveiliging (minder voorspelbaar).
4. Jonkers definieert de straf als de vergelding van schuld. Aan die constatering
verbindt hij ook een
heel duidelijk consequentie.
a. Welke consequentie is dat?
Straffen is het vergelden van schuld volgens Jonkers. Er is daardoor een
consequentie dat je niet hoger mag straffen dan de schuld strekt. Straffen zou
alleen naar mate van de schuld mogen volgens Jonkers.
b. Wordt de door Jonkers gehuldigde opvatting door de Hoge Raad gedeeld? Licht
toe waarom dat het geval is.
In NL is het mogelijk om zwaarder te straffen dan de schuld, bijvoorbeeld de isd-
maatregel. Maar ook in het kader van gevangenisstraf is het ook mogelijk om
zwaarder te straffen dan de schuld, want hoe bepaal je de schuld? Schuld kan
niet gemeten worden volgens Knigge. De HR meent ook dat er geen regel
bestaat die verbiedt om een hogere straf dan de schuld te geven. Een hogere
straf dan de schuld kan gegeven worden in het kader van generale preventie.
c. Mag schuld in de ogen van Jonkers ook onvergolden blijven? Zo ja, welke
bijkomende redenen zijn dan nodig om tot strafoplegging over te gaan.
Straffen is vergelden, het is identiek aan elkaar. Vergelding is niet iets wat erbij
komt kijken want het is er al in opgenomen. Jonkers meent dat straffen zonder
schuld is absurd is. Er moet een kern van schuld in de gedraging zitten, wil je de
dader straffen, aldus ‘geen straf zonder schuld’. Schuld vormt het legitimerend
fundament van de straf (voorbeeld gebouw). Door de schuld wordt de straf niet
alleen gelegitimeerd, maar ook gelimiteerd, ‘geen straf zwaarder dan de schuld’.
Maar dat wilt niet zeggen dat ‘geen schuld zonder straf’ ook een heersende leer
is. Er zijn vele soorten schuld die niet vergolden hoeven te worden. Schuld mag
volgens hem onvergolden blijven en soms moet dit zelfs.
, Sanctierecht
Schuld komt in aanmerking voor een straf als het een gedraging betreft die
duidelijk tegen de rechtsorde indruist. Juridisch gezien moet het gaan om een
objectief wederrechtelijk gedrag wat vooraf door de wet strafbaar is gesteld.
Daarnaast moet de gedraging ook subjectief verwijtbaar zijn. De straf moet een
legitiem doel hebben en de straf dient een geschikt middel te zijn om dat doel te
effectueren.
Werkgroep 1: literatuur
Knigge
Knigge gaat uitgebreid in op de vergeldingstheorie. Hij meent dat de straf een
reactie in de vorm van een opzettelijke beoogde leed- toevoeging is als gevolg op
een normovertreding. In de straf ligt de afkeuring van de daad besloten. Er kan
enkel van een straf gesproken worden als een geroepen autoriteit/instantie bij de
leed-toevoeging is betrokken. De straf moet in zorgvuldigheid en in redelijkheid
afgewogen zijn. De straf onderscheidt zich van een mishandeling omdat de straf
verdiend zou zijn. Niet iedere straf is verdiend, verdiend is de straf als zij haar
pretentie kan waarmaken als wangedrag. De rechtvaardigingsgedachte is de
reactie op het normoverschrijdende gedrag. De vergelding heeft geen doel, het is
een kenmerk van de straf. Omdat de misdaad is begaan moet er gestraft worden
ook al heeft het geen nut. Er was een rationeel mensbeeld. De mens maakt een
kostenbaten afweging. De achterliggende gedachte was dat indien het straffen
een groter nadeel was, mensen minder snel misdaden zouden plegen. De
nadelen overheersen dan de voordelen (van de misdaad). Er is geen vaste
vertaalsleutel voor de verdiende straf. De straf is afhankelijk van de geldende
maatstaven (tijd/plaats) en andere factoren. De rechter moet een proportionele
straf opleggen (oog om oog, tand om tand), je kon daardoor ook niet hoger/lager
straffen. De verdiende straf is de vergelijkbare straf. Er wordt gekeken naar de
daad.
Bleichrodt
Bleichrodt introduceert de preventietheorie. De preventietheorie is gericht op de
toekomstige effecten van de straffen gelet op twee ontwikkelingen: (1) de
noodzakelijkheid om de samenleving te beveiligen en (2) de verwerping van het
rationeel menselijk wezen waardoor meer ruimte is ontstaan voor de
wetenschappelijke benadering.
Jonkers
Jonkers gaat verder in op de vergeldingstheorie en pluist dit verder uit. Hij meent
dat de straf een reactie is op voorafgaand normoverschrijdend gedrag en de
dader dit verdiend zou hebben. De straffer straft niet voor genoegdoening voor
zichzelf of het slachtoffer, maar onderschrijft enkel de afkeurenswaardigheid. Hij
meent dat niet elke schuld een straf behoeft en legt uit wat nodig is voor het
schuldaspect. Hij meent dat de schuld de straf legitimeert en limiteert. Volgens
Jonkers mag je niet meer straffen dan dat de schuld strekt, dat is hedendaags
niet zo. Hij gaat in op de vraag wanneer straf vergolden mag worden. Voor
bestraffing moet er objectief wederrechtelijk gedragingen plaatsvinden en
, Sanctierecht
subjectieve verwijtbaarheid aanwezig zijn. De straf moet een legitiem doel
hebben en de straf dient een geschikt middel te zijn om dat doel te effectueren.
Hij onderscheidt drie niveaus: strafbedreiger (wetgever), straftoepasser
(rechterlijke macht) en strafuitvoerder (uitvoerende macht). Tot slot meent hij
dat het stafrecht subsidiaire als ultimatum remedium gebruikt moet worden, dus
enkel wanneer de normhandhaving niet civiel- bestuursrechtelijk gerealiseerd
kan worden. Deze subsidiariteitsgedachte komt ook naar voren in de vraag voor
de type/zwaarte van de straf.
Vegter
Vegter bespreekt de vergelding en de speciale- en generale preventie met diens
kenmerken. Hij komt tot de conclusie dat de verenigingstheorie het meest
leidend is in de hedendaagse cultuur. Het uitgangspunt hierin is dat de nadruk
ligt op de vergeldingstheorie en de speciale- en generale preventie
nevendoeleinden vervullen. Hij zet het juridisch model (vergelding) en het
stuurmodel (preventie) tegenover elkaar op, waarbij het juridisch model de
winnende overhand heeft. Tot slot benoemt hij de verdelingstheorie waarbij een
gedifferentieerde benadering wordt voorgesteld.
Werkgroep 2 Sanctiebeleid en de tenuitvoerlegging van de
gevangenisstraf
NB: promoveren/degraderen en RTVI alleen in de gevangenis, niet in de
TBS.
1. De visie ‘Recht doen, kansen bieden’ formuleert als uitgangspunt voor een
effectieve
tenuitvoerlegging van gevangenisstraffen dat de gedetineerde zelf
verantwoordelijk is voor het
verloop van zijn detentie (= responsabiliseringsgedachte). Noem drie punten van
kritiek.
1. Het resocialisatiebeginsel kan niet zomaar aan de kant geschoven worden
als bepaalde gedetineerden hier niet aan kunnen voldoen. Het is een
opdracht aan de overheid die zich over alle gedetineerden strekt.
Verantwoordelijk gedrag kun je niet zomaar aan de kant schuiven, het
moet juist aangeleerd worden. Het is een strafdoel, dus het moet
gerealiseerd worden;
2. De visie staat haaks met de complexte gevangenispopulatie. Er wordt
uitgegaan van een neoliberaal mensbeeld, een mens dat verantwoordelijk
kan worden gehouden, maar de gevangenispopulatie (lvb’ers/psychische
stoornissen/anti sociaal gedrag) is niet in staat om de gewenste
verantwoordelijkheid te tonen.
3. Er ontbreekt een wetenschappelijke fundering over de effectiviteit van
sancties ten gevolge van het vergroten van het
verantwoordelijkheidsgevoel.
2. De eigen verantwoordelijkheid van de gedetineerde ligt ook ten grondslag aan
het systeem van
promoveren en degraderen.
a. Wat houdt dit systeem van promoveren en degraderen in?
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ilaydadoruk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $17.91. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.