100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Internationaal Europees Strafrecht $18.00   Add to cart

Summary

Samenvatting Internationaal Europees Strafrecht

 23 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle WG uitwerkingen + samenvatting van het boek staan erin. Handige schema's.

Preview 4 out of 52  pages

  • No
  • Voorgeschreven hoofdstukken
  • April 2, 2023
  • 52
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Internationaal en Europees Strafrecht


H2 Raad van EU H2 Europese Unie
(groot EU) (klein EU)
EVRM, EUV VEU, VWEU, Unierecht, Verordeningen, EU-Handvest,
Richtlijnen, Kaderbesluiten
Staten zijn soeverein. Staten dragen soevereiniteit over aan een nieuwe EU- H7 Overdracht/overname van strafzaak
rechtsorde en hebben dus een beperktere Dit gaat om het uitlokken van een strafzaak
soevereiniteit. VOORDAT er al een vervolging loopt.
Samenwerking is mogelijk op basis van de klassieke Actieve overdracht: toezending van het dossier
internationale samenwerking o.b.v. verdragen. met het verzoek voor verdere opsporing/vervolging.
Samenwerking geschiedt op basis van wederzijdse Passieve overdracht: reeds aangevangen
erkenning: je erkent de rechterlijke beslissingen van vervolging staken
Intergouvernementeel: vrijwillig tussen soevereine een andere lidstaat en dat moet je ook tenuitvoerleggen.
staten gebaseerd op instemming/overeenstemming. Je bent er aan gebonden alsof het je eigen
rechtssysteem is. In EU is er een vrij verkeer van Het kan plaatsvinden zonder verdragsgrondslag.
personen, goederen en ook rechterlijke vonnissen. Enige vereiste is overeenstemming en instemming.
Belangrijk vereiste: rechtsmacht. Er mag originaire
en afgeleide rechtsmacht zijn.
Harmonisatie is een stap verder en dient alleen indien
te geschieden daar noodzaak toe is
(subsidiariteitsbeginsel). Het geschiedt op basis van de wet (art. 526 –
Art 82 VWEU jo. 83 VWEU. 552iiee Sv). Als er een verdrag is (vaak EVOS/BVOS)
gaat deze voor.

Er heerst een grote mate van vertrouwen in elkaar.
Kan overname door NL van een andere staat, als
overdracht door NL aan een andere staat.


Er is een verplichting tot overname (als je lid bent bij
EVOS) tenzij een weigeringsgrond voordoet. Er zijn
dwingende/facultatieve weigeringsgronden in
de wet (art. 5.3.7 lid 1 Sv) en in verdragen.
Als je geen lid bent van EVOS is er geen verplichting
(want instemming)
Rechtsmiddel
Bij het gerechtshof
H4 Vervolging of executie H5 Vervolging of executie
Uitlevering Overlevering
(uitleveringswet) (overleveringswet)
Geschiedt krachtens een uitleveringsverzoek gericht Geschiedt krachtens EAB gericht tot justitiële autoriteit.
tot Minister VJ. Hij beslist ook. Berust op een verdrag. De RB Amsterdam beslist. Berust op de wederzijdse
erkenning (van rechterlijke beslissingen).

Verzoekende staat: de staat die verzoek tot uitlevering
heeft gedaan Uitvaardigende staat: lidstaat die het bevel
Aangezochte staat: de staat tot wie het uitvaardigt en de opgeëiste persoon wilt hebben.
uitleveringsverzoek is gericht. Uitvoerende staat: lidstaat die over het bevel bepaalt
en de opgeëiste persoon overlevert.

Eisen:
 Berust op een verdrag (vaak EUV). Eisen:
 Dubbele strafbaarheid (dwingend) vereist in  Genoegzaamheid aan stukken
beide staten.  Dubbele strafbaarheid (facultatief) vereist in
Gekwalificeerde meerderheid bij vervolging: beide staten indien
er moet min. 12 maanden vrijheidsstraf (1) het geen lijstfeit betreft
gesteld zijn op het feit in beide staten (2) om NL’ers gaat
Aanvullende eis bij executie uitlevering: Gekwalificeerde meerderheid bij vervolging:
opgelegde straf, min. 4 maanden er moet in uitvaardigende staat min. 12
vrijheidsstraf. maanden vrijheidsstraf gesteld zijn op het feit
 Genoegzaamheid van stukken Alternatieve eis bij executie uitlevering:
 Weigeringsgronden opgelegde straf, min. 4 maanden
Dwingend/facultatief vrijheidsstraf.
 Weigeringsgronden
Dwingend/facultatief
Legaliteitsbeginsel: het moet strafbaar zijn in de
verzoekende staat tijdens het plegen van het strafbare
feit. Het moet strafbaar zijn in de aangezochte staat Verkorte procedure is mogelijk.
tijdens het ontvangen van het verzoek. Kort geding is mogelijk tegen de feitelijke overlevering
over schending fundamentele beginsel of noodtoestand.
Rechtsmiddel
Verkorte procedure is mogelijk Er staat geen gewoon rechtsmiddel open, enkel cassatie
Kort geding mogelijk tegen beslissingen van de in belang der wet.
Minister VJ. Rechtsmacht mag (extra) territoriaal zijn.
Uitzonderingen: indien het een lijstfeit is en in NL
grondgebied is gepleegd of in NL niet strafbaar is/geen
Rechtsmiddel vervolging mogelijk is. Dan geen overlevering.
Cassatie bij de HR over de uitspraak van de RB. HR bij Beginselen
cassatie, maar ook als feitenrechter. Soevereiniteit, vertrouwensbeginsel,
specialiteitsbeginsel, wederkerigheidsbeginsel
Nationaliteit: principe is afgezwakt. Overlevering mag
Rechtsmacht mag (extra)territoriaal zijn.
alleen bij vonnisovername van NL.
Beginselen
Soevereiniteit, vertrouwensbeginsel,
specialiteitsbeginsel, wederkerigheidsbeginsel


Nationaliteit: strenge principe. NL wordt niet
uitgeleverd voor een executievonnis (wel vervolging).
Wellicht in NL zelf vervolgen/tenuitvoerleggen.
H8 Overdracht/overname van tenuitvoerlegging bij H8 Overdracht/overname van tenuitvoerlegging bij
gevonniste personen. WOTS dubbele strafbaarheid gevonniste personen. WETS
dwingend In het kader van goede rechtsbedeling.
Overname door NL van een andere staat Dubbele strafbaarheid facultatief.
Hierbij is een verdragsbasis vereist (vaak VOGP, vroeger Geen instemming/toestemming nodig, geschiedt op

, Internationaal en Europees Strafrecht


EVIG) wederzijdse erkenning.
Instemming veroordeelde en overeenstemming staten Overdracht/overname binnen EU lidstaten
vereist indien dit in het verdrag is geregeld Enkel de voortgezette procedure (=onmiddellijke
Binding met NL vereist tenuitvoerlegging zonder omzetting).
Bij eigen onderdanen niet toegestaan mits terugkeer (en Rechtsmiddelen
overdrachtsbasis) Hof van Arnhem Leeuwarden.
Overdracht door NL aan een andere staat: geen Resocialisatiebelang van de opgeëiste persoon!
verdragsbasis vereist want vertrouwen in eigen Tenuitvoerleggende staat: de staat die het vonnis
vonnissen. tenuitvoerlegt
Zowel de omzettingsprocedure (= straf omzetten door Beslissende staat: de staat die over het vonnis beslist
NL rechter) als de voortgezette procedure Dubbele strafbaarheid is dwingend.
(=onmiddellijke tenuitvoerlegging zonder omzetting).
Rechtsmiddelen: Hof van Arnhem Leeuwarden.
Tenuitvoerleggende staat: de staat die het vonnis
tenuitvoerlegt
Beslissende staat: de staat die over het vonnis beslist
Resocialisatiebelang van de opgeëiste persoon!
Literatuur
Hoofdstuk 2 (EU samenwerking)
Op strafrechtelijk terrein staat de soevereiniteit van landen voorop. Ieder land
beschikt over een eigen strafrechtelijk stelsel, tot uitdrukking komend in een eigen
strafrechtelijke codificatie van strafrechtelijke normen en bevoegdheden. Middels
verdragen zijn er uiteenlopende verplichtingen aangegaan om onderdelen van
strafrechtstelsels op elkaar af te stemmen. Voorts zijn er tal van verdragen die zien
op een strafrechtelijke samenwerking tussen aangesloten landen op de bestrijding
van specifieke vormen van criminaliteit. Dit stelsel kenmerkt zich door de Raad van
Europa (47 landen) (EVRM, EUV).
 Internationaal strafrecht. Dit is intergouvernementeel. Het is heel erg vrijwillig
tussen soevereine staten gebaseerd op instemming/verdragen. Het beginsel van
wederzijdse erkenning geldt hier niet. De minister moet dan een keuze maken.

Daarnaast bestaat de Europese Unie (28 landen) (VEU, VWEU, Unierecht,
Verordeningen, EU-Handvest, Richtlijnen, Kaderbesluiten). Het Verdrag van Lissabon
heeft hiervoor grondslag geboden. Op EU-niveau hebben lidstaten diens
soevereiniteit op bepaalde onderdelen en binnen zekere grenzen overgedragen aan
de EU. Hierdoor kent de EU een eigen rechtsorde. Het is supranationaal recht
dat voorrang heeft op ons nationaal recht en heeft dus een rechtstreekse toepassing.
De besluitvorming vind plaatst middels een gekwalificeerde meerderheid (er is wel
een noodremprocedure). In dit hoofdstuk wordt ook een korte historische schets
gegeven van het ontstaan van de EU. Er zijn verschillende organisaties die de
samenwerking mogelijk maken: Europees Justitieel Netwerk, Eurojust, Europol, OLAF.
 Europees strafrecht. Dit is supranationaal. Dit is ook op basis van verdragen, maar
kent een meer dwingend karakter en kent verplichtingen. Je krijgt een soort staat
boven de Nederlandse staat wat het EU strafrecht reguleert. Een belangrijk beginsel:
wederzijdse erkenning (= je erkent de rechterlijke beslissingen van een andere
lidstaat en dat moet je ook tenuitvoerleggen. Je bent er aan gebonden alsof het je
eigen rechtssysteem is). De minister heeft dan niks meer te zeggen. In EU hebben
we vrij verkeer dus ook vrij verkeer van rechterlijke vonnissen.

Middels het Schengenuitvoeringsovereenkomst (SUO) en de daardoor toenemende
kans op strafbare gedragingen, werden afspraken gemaakt betreffende rechtshulp,
uitlevering en overdracht van tenuitvoerleggingen van strafvonnissen. De
wederzijdse erkenning maakte dit mogelijk. Dit begrip betekent dat lidstaten de
strafrechtelijke beslissingen die in de andere lidstaten zijn genomen, erkennen en
tenuitvoerleggen, ook als die lidstaat zelf tot een andere beslissing zou zijn gekomen.
Het vindt direct tussen de betrokken justitiële autoriteiten plaatsen (en niet tussen
soevereine staten), tenzij zich een weigeringsgrond voordoet. Het geeft niet altijd de
verplichting om iets te doen, maar ook om iets na te laten (ne bis in idem beginsel).
De wederzijdse erkenning was voor de samenwerking noodzakelijk. Dit is nu terug te
vinden in art. 67 lid 3 & 82 lid 1 VWEU.

Harmonisatie is een stapje verder dan wederzijdse erkenning, maar behelst slechts
dat nationale wetgeving moet worden aangepast aan EU eisen. Voor het aannemen

, Internationaal en Europees Strafrecht


van regelgeving op een bepaald terrein moet een duidelijke grondslag te vinden zijn
in de verdragen. De EU heeft alleen de bevoegdheid om op strafrechtelijk
terrein op te treden indien lidstaten dit niet zelf (voldoende) kunnen doen,
aldus subsidiariteitsbeginsel. Daarbij mag zij niet verder gaan dan nodig is om de
doelstellingen van het verdrag te verwezenlijken, aldus het proportionaliteitbeginsel.

Harmonisatie kan een faciliterende functie hebben (art. 82 VWEU). Hiermee komt
tot uitdrukking dat harmonisatie nodig dient te zijn ter bevordering van de
wederzijdse erkenning. Daarnaast kent het ook een autonome functie (art. 83
VWEU). Er is hierdoor ruimte voor ‘common sense of justice’: de EU kan richtlijnen
met minimum voorschriften betreffende bepaalde vormen van zware
grensoverschrijdende criminaliteit opstellen indien een bijzondere noodzaak is om
bepaalde strafbare feiten op een gemeenschappelijke basis te bestrijden. Er is
hiervoor een gewone wetgevingsprocedure (art. 294, 289 VWEU).

De rechtsinstrumenten die de instelling van de EU kan gebruiken om diens
bevoegdheden uit te oefenen zijn opgenomen in art. 288 VWEU en zijn:
verordeningen, richtlijnen, aanbevelingen en adviezen. Kaderbesluiten bestaan niet
meer als rechtsinstrumenten, thans staat de richtlijn representatief (de
kaderbesluiten die voorafgaand het Verdrag van Lissabon tot stand zijn gekomen,
behouden wel diens gelding).

Ten aanzien van richtlijnen is bepaald dat een richtlijn enkel verbindend is ten
aanzien van het beoogde resultaat, verder wordt aan de nationale wetgever
overgelaten welke vorm en middelen zij willen inzetten. Er kan een volledige
harmonisatie of minimumharmonisatie plaatsvinden. Strafbaarstellingen geven een
grens en mogen niet beperkter worden overgenomen, waardoor in de nationale
lidstaat minder strafbaar is (je mag enkel meer straffen). Er wordt geen
maximumstraf gegeven, enkel minimumstraf. Tot slot zijn er weigeringsgronden die
beperkt moeten ingezet worden in het licht/principe van de wederzijdse erkenning.
De verantwoordelijkheid voor een juiste omzetting rust op de lidstaten. Hierop vindt
wel toezicht plaats. Indien het niet goed wordt gedaan, kan een inbreukprocedure
worden gestart (art. 258 VWEU). Tevens is er een verplichting voor de rechterlijke
macht om de nationale wetgeving zo veel mogelijk conform de betreffende richtlijnen
uit te leggen. Onder omstandigheden is ook rechtstreekse werking van richtlijnen
mogelijk, dan moet de nationale bepaling buiten toepassing worden gelaten (enkel
wanneer de nationale bepaling niet conform de richtlijn uitgelegd kan worden en mits
de toepassing onvoorwaardelijk/voldoende nauwkeurig geformuleerd en mogelijk is).
Dit is ter verwezenlijking van het Unierecht.

De nationale rechter kan ook aan het Hof van Justitie prejudiciële vragen stellen
van de desbetreffende bepaling van het Unierecht wanneer die uitleg noodzakelijk is
om een uitspraak te kunnen doen in de nationale procedure (art. 267 VWEU). Het
dient daarbij wel te gaan om een vraag waarop het Hof niet reeds antwoord heeft
gegeven en dat antwoord ook niet eenvoudig is te stellen.

Op dit moment zijn er ontwikkelingen voor de totstandkoming van een Europees
Openbaar Ministerie. In eerdere ontwikkelingen is het niet aangenomen.
Uiteindelijk is in art. 86 VWEU grondslag gecreëerd. Het doel zou bestrijding van
strafbare feiten zijn die de financiële belangen van de EU schaden. De Raad dient
daarbij met eenparigheid van stemmen te besluiten, met goedkeuring van het EU
parlement. Het Europees Openbaar Ministerie opereert onafhankelijk, maar heeft een
verantwoordingsplicht. De openbare aanklagers zullen een dubbele pet dragen. Van
vervolging kan niet worden afgezien en zullen plaatsvinden voor de nationale rechter
door de Europese officier van justitie in de betreffende staat. Dit voorstel is echter
wel hevig bekritiseerd.

, Internationaal en Europees Strafrecht


Hoofdstuk 3 (soevereiniteit en rechtsmacht)
Bij droit penal international gaat het steeds om problemen van nationaal recht die
het gevolg zijn van grensoverschrijdende strafbare feiten, verdachten of
veroordeelden. Je kunt hierbij denken aan: oorlogsmisdrijven, genocide en misdrijven
tegen de mensheid. De staten verliezen hierbij (voor een deel) autonomie en maken
zich ondergeschikt aan een groter verband waarin zijn moeten voldoen aan eisen van
het supranationaal recht. Het Verdrag van Lissabon is ten grondslag geweest voor de
samenwerking op het strafrechtelijk terrein van de Europese Unie. De belangstelling
is drieledig: grensoverschrijdende criminaliteit, bepaalde misdrijven zijn dermate
gruwelijk waardoor zij nergens ter wereld aan berechting/bestraffing moeten
ontkomen en de hoge vlucht van het Europees strafprocesrecht. Hieronder valt
rechtsmacht en interstatelijke samenwerking in strafzaken omdat criminaliteit
niet ophoudt bij landsgrenzen en lidstaten elkaars assistentie nodig hebben (je kunt
hierbij denken aan: overdracht van personen, wederzijdse rechtshulp, overdacht van
strafvervolging en overdracht van tenuitvoerlegging). De samenwerking is gebaseerd
op het beginsel van wederzijdse erkenning.

Rechtsmacht
Bij rechtsmacht (jurisdictie/competentie)moet gedacht worden aan de
vervolgingsbevoegdheid van strafbare feiten in het binnen- of buitenland. De staat is
bevoegd om de rechtsmacht vast te stellen (Kompetenz). De soevereiniteit van
staten houdt in welke gedragingen zij strafbaar stellen op diens grondgebied. NL
heeft dat binnen territoriale grenzen (het territorialiteitsbeginsel), (art 2 Sr),
maar ook buiten en dus extraterritoriale grenzen (art. 3 tm 8d Sr). Bij het vestigen
van extraterritoriale rechtsmacht moet telkens sprake zijn van een evenwicht tussen
de band met het feit en de ernst van het feit. Dit is een nationale aangelegenheid. De
rechter heeft een beperkte rol, maar ook het internationaal recht heeft een beperkte
rol.

Er kan een negatief rechtsmacht conflict zijn: als het strafrecht van geen enkele
staat op een concreet feit van toepassing is, terwijl het wel beantwoordt aan een
nationale delictsomschrijving van één of meerdere staten. Maar er kan ook een
positief rechtsmacht conflict zijn: indien op een concreet strafbaar feit en de
betrokkenen de strafwet van meerdere staten van toepassing is.

Strafbaarheid en rechtsmacht zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, daarbij geldt
ook het verbod van terugwerkende kracht. Het verbod op terugwerkende kracht
wordt niet geschonden indien met terugwerkende kracht extraterritoriale
rechtsmacht wordt gevestigd over een gedragingen die op het betreffende moment
strafbaar was op de plaats waar het werd begaan of naar het recht van de staat
waartoe de verdachte behoort.

Locus delicti gaat over de vraag waar een feit moet worden geacht te zijn begaan
en welke staat dus kan overgaan tot vervolging.
a. De plaats waar de dader zijn handeling verrichte of naliet wat hij moest doen.
b. De plaats waar het onmiddellijke gevolg van het handelen is ingetreden of het
instrument zijn werk deed.
c. De plaats waar het delict voltooid werd
d. Er is ook een verzameltheorie van de drie voorgaande plaatsen. De
betreffende staten zijn alle gelijkelijk bevoegd. Echter kan dit leiden tot
positief rechtsmacht conflicten.
NB: In NL heerst de verzameltheorie.

Connexe rechtsmacht omvat buiten het territoir begane feiten waarover geen
rechtsmacht is gevestigd, maar die samenhangen met strafbare feiten waarover wel
rechtsmacht is gevestigd. In NL rechtspraak is connexe rechtsmacht niet aanvaard.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilaydadoruk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $18.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$18.00  1x  sold
  • (0)
  Add to cart