100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jeugdstrafrecht: literatuur $9.27   Add to cart

Class notes

Samenvatting Jeugdstrafrecht: literatuur

 49 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Alle voorgeschreven literatuur (boek/artikelen/rapporten etc.).

Preview 4 out of 41  pages

  • April 2, 2023
  • 41
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Brink
  • All classes
avatar-seller
Jeugdstrafrecht Literatuur


Literatuur 1
Boek H8, §9.1, 9.2 en 9.4, §10.1 en 10.2.
Het jeugdsanctierecht is in beginsel van toepassing tussen jeugdigen tussen de 12 en
18 jaar. Onder de 12 jaar kan je niet berecht worden ex. art 486 Sv (dwangmiddelen).
Het wordt door dezelfde rechtswaarborgen omkleed als het commune strafrecht. Het
heeft wel een bijzonder karakter, namelijk de pedagogische benadering. De
strafdoelen zijn dan ook resocialisatie en re-integratie. De rechtvaardiging is gelegen
in de schuld.

Er uitzonderingen opgemaakt op de flexibele bovengrens.
a. De kinderrechter kan op grond van art. 77b lid 1 Sr bepalen dat voor een
16/17-jarige het jeugdsanctierecht buiten toepassing wordt gelaten en dat
gebruik moet worden gemaakt van het volwassenstrafrecht. Dit is enkel
gerechtvaardigd indien er sprake is van een zeer ernstig (levens)delict en de
verwachting is dat de aard/duur van de behandeling in het kader van het
jeugdsanctierecht onvoldoende mogelijkheden biedt ter waarborging van de
veiligheid van anderen. Er wordt hiervoor gekeken naar de ernst van het
gepleegde feit, persoonlijkheid van de dader en naar de omstandigheden van
het geval.

b. De rechtbank/politierechter kan op grond van art. 77c Sr bepalen dat een
reeds 18, maar nog niet 23-jarige volgens het jeugdsanctierecht moet worden
berecht. Dit is van toepassing indien het jeugdsanctierecht een meer zinvolle
reactie kan bieden. Hierin wordt vooropgesteld dat toepassing van het
jeugdsanctierecht bij jongvolwassen meer recht kan doen aan de ontwikkeling
van de verdachte. Er wordt gekeken naar de persoonlijkheid van de dader en
de omstandigheden van het geval.

Het duale kindbeeld (Universiteit Leiden) p. 150-170
VN General comment no. 24, een nieuwe Elan?
In deze bijdrage wordt gereflecteerd op de betekenis van het IVRK voor de positie
van het kind in het strafrecht.

IVRK
Het IVRK richt zich op het waarborgen van kinderrechten in nationale
jeugdstrafrechtsystemen. Art. 40 IVRK meent dat de doelstellingen van het
jeugdrecht zich moeten onderscheiden van het commune strafrecht. Het moet in het
teken staan van (her) opvoeding en re-integratie. Het kind wordt gezien als een jong
mens dat zich ontwikkelt van uitsluitend kwetsbaar en volledig afhankelijk tot minder
kwetsbaar en afhankelijk, het recht zou hierbij moeten aansluiten.

Het jeugdstrafrecht leunt op grond van art. 40 IVRK op twee pijlers
(1) Kind specifieke benadering
Deze benadering kenmerkt zich door de erkenning van het feit dat kinderen
vanwege hun onvoltooide ontwikkeling per definitie verminderd
toerekeningsvatbaar zijn en dat jonge kinderen in het geheel niet
verantwoordelijk kunnen worden gehouden. Kinderen hebben een groot belang bij
de bescherming en strafrechtelijk ingrijpen kan schadelijke gevolgen hebben, het
moet dus een ultimum remedium zijn ex. art. 40 lid 3 IVRK. Het strafrechtelijk
ingrijpen moet niet gericht zijn op vergelding, maar op re-integratie in de
samenleving.

(2) Eerlijke bejegening
Deze benadering bevestigt dat kinderen recht hebben op een eerlijk proces gelet
op het legaliteitsbeginsel, onschuldpresumptie, nemo tenetur beginsel, equality of
arms, het recht op juridisch bijstand, het recht op hoger beroep etc. ex. art 40 lid
2 IVRK. Hierbij komt ook kijken dat het kind recht heeft op een behandeling achter

, Jeugdstrafrecht Literatuur


gesloten deuren en op effectieve participatie. Daarnaast dient de procedure
kindvriendelijk te zijn. Tot slot dient vrijheidsbeneming bij kinderen zoveel
mogelijk te moeten worden voorkomen.


Het minderjarige kind als slachtoffer
Kinderen moeten op grond van het IVRK worden beschermd tegen onder meer
geweld, seksueel misbruik en uitbuiting ex. art. 19, 34-36 IVRK. Strafbaarstellingen
en strafrechtelijke handhaving zijn belangrijke middelen om kinderen te beschermen
tegen dergelijke schadelijke gedragingen van derden. Minderjarigen die slachtoffer
zijn geworden van een strafbaar feit hebben voorts recht op ‘acces to justice’ ofwel
toegang tot effectieve rechtsmiddelen om de inbreuk op hun rechten de adresseren
bij een onafhankelijke (rechterlijke) instantie ex. art 12 IVRK.

Ontwikkeling internationale kinderrechten
Internationale kinderrechten zijn volop in beweging, zowel met betrekking tot de
positie van minderjarige verdachten als minderjarige slachtoffers in het strafrecht. Er
zijn twee recent ontwikkelde documenten van het VN-kinderrechtencomité.

VN General Comment no. 24 (herziening van no. 10)
Het is geen bindend verdrag, maar bevat een gezaghebbende interpretatie
van de bepalingen uit het IVRK. Het document berust op het vertrekpunt dat
kinderen fundamenteel verschillen van volwassenen in hun fysieke en
psychologische ontwikkeling en daarom ook anders moeten worden behandeld
als zij de wet overtreden. Het comité roept verdragsstaten op een apart
jeugdstrafrechtsysteem te ontwikkelen waarin beginselen/uitgangspunten van
het IVRK worden geëerbiedigd. Zij doelt op een aantal speerpunten.
- Het gebruik van niet stigmatiserend taalgebruik
- Het verhogen van de minimumleeftijd
Het gebruiken van effectieve vormen van diversion
- Het terugdringen van vrijheidsbeneming
- Wereldwijd uitbanning van doodstraf/lijfstraf/levenslange gevangenisstraf voor
kinderen

NL lijkt niet conform dit beleidsdocument. In deze bijdrage wordt specifiek
ingegaan op minimumleeftijd/diversion.
Minimum leeftijd: de absolute ondergrens in het vorige document was 12 jaar.
Nu wordt 14 genoemd met aanbeveling tot 15/16 jaar. Argument voor: onder
de 14 kaar niet goed de consequenties van je gedrag overziet en je het
strafproces niet goed kan begrijpen. Argument tegen: je kunt niet meer ageren
tegen 12-/13- jarigen die criminaliteit plegen en het is in lijn met het IVRK.
Oplossing: 12-/13- jarigen onderwerpen aan jeugdbeschermingsrecht zonder
punitief karakter (moet wel eerst nader ontwikkeld worden) of de leeftijd van
vrijheidsbeneming verhogen.

Diversion: er wordt een opschaling beoogd van het zo veel mogelijk afdoen
van buitengerechtelijke zaken, mits de rechten van het kind onverkort worden
gewaarborgd. Hier zijn strenge voorwaarden voor. In NL is dat bijvoorbeeld
een HALT-afdoening.

Eerste Optionele Protocol bij het IVRK
Het VN kinderrechtcomité heeft richtlijnen gepubliceerd voor de implementatie
van het optionele protocol inzake de verkoop van kinderen, kinderprostitutie
en kinderpornografie. Het comité roept de lidstaten op om wetgeving/beleid te
ontwikkelen om de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en
kinderpornografie te voorkomen (met preventieve maatregelen) en deze
schadelijke praktijken strafbaar te stellen, ongeacht binnen- of buitenland. Met

, Jeugdstrafrecht Literatuur


de nadruk om de nieuwe varianten die online plaatsvinden. Er gaat een apart
gedeelte over de rechten van kinderen indien zij slachtoffer hiervan zijn
geworden. Nieuw is de aanbeveling van: geen verjaringstermijn, de
ondersteuning waarbij slachtoffers het gevoel hebben dat zij worden geloofd
en dat het veilig is om te spreken, ondersteuning in het strafproces, het recht
op tegemoetkoming en samenwerking met organisaties waardoor
onderzoek/identificatie/vervolging gemakkelijker wordt.




Geschiedenis van het jeugdstrafrecht
In 1906 trad de Kinderwetten in werking. Het was een apart jeugdstrafrecht en
vormde een onderdeel van een veelomvattend pakket van wetgeving: burgerlijke
kinderwet, strafrechtelijke kinderwet en de kinderbeginselenwet. In dit hoofdstuk
wordt de ontwikkeling van het jeugdstrafrecht in Nederland in 4 fasen geschetst.

De moderne richting had het geloof in de maakbaarheid van het individu en van de
maatschappij. Zij zag het strafrecht als instrument voor maatschappelijke doelen.
Dus het accent lag niet zo zeer meer op vergelding, maar voorkoming. Men vatte
delinquentie op als een symptoom van gebrekkig sociaal functioneren, veroorzaakt
door biologische/maatschappelijke factoren. Het delinquente kind was ook slechts
een product van erfelijkheid en milieu samengebald met degeneratie en
verwaarlozing. Een belangrijke kinderrechter meende dat men zoveel mogelijk goeds
wilde maken van het kind dat blijkbaar gevaar liep naar den kelder te gaan. In de
loop van de 19e eeuw kwamen talloze instellingen voor kinderen met wie de ouders
zich geen raad wisten, maar ook gevangenissen voor jeugdige delinquenten
(bedelaars/zwervers/daklozen). Hier kwam het beeld naar voren dat we
probleemkinderen willen weghalen en verbeteren middels heropvoeding.

Het delict was niet de leidraad, maar de toekomst van het kind. Het delict was
slechts een aanleiding om in te grijpen. Daarom diende het kind aanwezig te zijn op
zitting, diende het kind extra te worden beschermd tegen publiciteit rondom te zaak,
diende de ouders op zitting te komen en moest er altijd een raadsman aanwezig zijn.
Dit heeft namelijk invloed op de beoogde toekomst. Er zou geen ruimte zijn voor
vergelding want dat zou voor verharding/verergering van de problematiek van het
kind zorgen. Al was er geen ruimte voor bestraffing, was er wel ruimte voor
dwangopvoeding (kind weghalen bij de ouders en onderwerpen aan heropvoeding).
Echter ontbrak het aan ideeën hoe die heropvoeding moest worden ingericht.

Hier stuitte echter wel veel kritiek op. De rechterlijke macht die dusdanig ingrijpende
beslissingen maakte, had beperkte pedagogische kennis. Er kwam behoefte voor
gespecialiseerde kinderrechters. Daarnaast werd kritiek geuit op de aanpak in de
inrichtingen. Er zou een te harde/groffe aanpak zijn en te weinig liefde voor de
kinderen. De omstandigheden waaronder kinderen werden geplaatst waren ook niet
wenselijk. Tot slot hadden zij geen goede rechtspositie omdat er geen
klachtenregeling bestond.

Rond 1930 ontstond een tegenbeweging. Alvorens een beslissing over een kind (over
een mogelijke plaatsing in een inrichting), diende het kind te worden geobserveerd
en gerapporteerd. Er was ruimte voor professionalisering van de observatie.
Commissie-Overwater werd benoemd en adviseerde een minimum leeftijdgrens,
fulltime toewijding van kinderrechters, kinderen niet zomaar van de ouders
ontnemen en omvorming van de tuchtschool. Deze bevindingen mondde zich
uiteindelijk uit tot wetten. Na de oorlog werd de psychologiserende invalshoek
sterker doorgezet. De inrichtingen werden huiselijker en het accent kwam te liggen

, Jeugdstrafrecht Literatuur


op vertrouwen. Het verblijft moest zo veel mogelijk lijken op het verblijf in een
gewoon gezin. De professionalisering van het personeel kwam ook op gang.

Ook op EU-niveau was er ruimte voor ontwikkeling in het kader van
jeugdstrafwetgeving. Dit heeft ook gevolgen gehad voor NL. De Commissie-
Anneveldt werd benoemd en bracht adviezen uit. Ten eerste zou het jeugdstrafrecht
dezelfde waarborgen moeten hebben als het commune strafrecht, ten tweede
moesten een aantal straffen beperkt worden naar geldboete en jeugd detentie en tot
slot moest er meer ruimte zijn voor een pedagogisch perspectief. In 1995 trad het
vernieuwde jeugdstrafrecht in. Ook de verbetering van de rechtspositie is doorgezet.
Er is in de eerste 10 jaar na de 1995 over de hele linie zwaarder, eerder en meer
gestraft (Halt/taakstraf/jeugddetentie en PIJ) terwijl de jeugdcriminaliteit overwegend
stabiel was.




Literatuur 2
Handboek §9.5 tm §9.6.3
Het optreden van de politie
De politie dient bij diens optreden zo veel mogelijk schade te voorkomen/beperken
en daarmee moet het gebruik van geweld ook zo veel mogelijk worden beperkt. Het
LRAP stelt regels over de aanhouding van minderjarigen. Zij verblijven dan wel in een
reguliere cel, maar blijven gescheiden van volwassenen, krijgen het recht om te
luchten en krijgen een speciale arrestantenverzorger aangewezen die speciale
aandacht/verantwoordelijkheden toont t.o.v. de minderjarigen.

Als een minderjarige wordt aangehouden dienen te ouders/voogden in kennis te
worden gesteld over de aanhouding en diens rechten (art. 488b lid 1 Sv) en hebben
zij vrije toegang tot hen in beslotenheid (art. 490 lid 3 Sv).

Het stappenplan bij binnengekomen zaken:
1. Alle zaken van aangehouden jeugdigen worden door de politie gemeld bij het
ZSM met uitzondering van het (voorwaardelijke) politiesepot.
2. Hierna vind het afstemmingsoverleg plaatst. De verdachte kan een
dagvaarding ontvangen, hij kan in verzekering worden gesteld waarna hij
vervolgens wordt voorgeleid aan de RC of hij kan alsnog naar HALT worden
verwezen. De OVJ neemt de uiteindelijke beslissing (art. 167 Sv).

De politie heeft de volgende mogelijkheden:
a. Het politiesepot in de vorm van een waarschuwing en registratie.
Dit is alleen mogelijk bij strafbare feiten van een eenvoudig/licht karakter. De
politie/hulp ovj bepaalt hierover.
b. Het voorwaardelijke politiesepot in de vorm van een HALT-afdoening.
De ovj bepaalt of de minderjarige in aanmerking komt voor een HALT
afdoening waarbij hij deelneemt bij voor een project (art. 77e lid 1 Sr). De
politie kan ook een verwijzing realiseren o.g.v. Besluit Aanwijzing HALT. Dit is
alleen mogelijk voor first offenders, die bekennen en tegen wie duidelijk bewijs
bestaat. De minderjarige verdachte (16+) moet hiermee instemmen. Als hij
jonger is (16-) dan moet diens wettelijke vertegenwoordiger ook hiermee
instemmen. Als hiermee niet wordt ingestemd wordt een PV gestuurd naar de

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilaydadoruk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.27  7x  sold
  • (0)
  Add to cart