Alle slides met bijhorende notities van in de les. Gemaakt door twee studenten die beide geslaagd waren op het vak in eerste zit met beide goede punten.
MODULE GYNAECOLOGIE EN UROLOGIE
PERINATALE KINESITHERAPIE
• Zwangerschap is geen ziekte
o Het is een toestand die het lichaam veranderd, organen gaan anders functioneren ➔ in
functie om foetus optimaal te laten functioneren
o Belangrijk dat P blijft bewegen = zeer belangrijk voor zowel moeder als de baby
• Wel (tijdelijke) toestand die fysiologische veranderingen met zich meebrengen,
o waar de zwangere vrouw pijn, hinder, ongemak van kan ondervinden tijdens normale
dagelijks leven,
o waarmee rekening moet worden gehouden bij behandeling, sport, ADL,…
o Waarvoor specifiek kinesitherapie moet worden opgestart
o Die ook na de bevalling tijdelijke of permanente gevolgen kunnen hebben
9 beurten pre- en postnatale kinesitherapie per zwangerschap
• Bij specifieke problemen zoals incontinentie als lage rugklachten dan kan de arts nog 18 beurten extra
voorschrijven
• Prenataal:
o Info normaal verloop zwangerschap en bevalling
o Advies/aanpassen normale sportactiviteiten
▪ ➔ begeleiden om zo lang mogelijk fysiek actief te zijn
o Preventie en behandeling van specifieke klachten:
▪ Bekkenbodemproblemen
▪ Rugproblematiek
▪ Bekkenpijn
▪ Oedeem
o Papa mee betrekken in het verhaal, voelt zich dan ook nuttig als hij kan helpen bij
pufoefeningen tijdens zwangerschap
▪ Aanleren hoe ze vrouw nuttig kunnen bijstaan tijdens bevalling
• Postnataal
o Algemene conditie
o Algemene spierversterking, specifiek aandacht voor bekkenbodemspieren en spieren ronde
de bekkengordel (stabiliserende spieren, buikspieren)
o Begeleiden naar normale sportactiviteit
▪ Moeilijk om te hervatten: want vrouwen zijn moe en hebben weinig tijd
▪ Als ze hier niet op tijd mee starten nog moeilijker
DE NORMALE ZWANGERSCHAP
ZWANGERSCHAPSDUUR
• Start vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie (+2 weken)
o Eisprong is 2 weken voordat de menstruatie begint
• Gemiddelde duur 280 dagen of 40 weken
o 5% bevalt op uitgerekende datum
o 75% bevalt in de week rond de uitgerekende datum
1
,TERMINOLOGIE
• Blastogenese: ontwikkeling van zygote van bevruchting (rond de eisprong) tot embryogenese
• Embryogenese: ontwikkeling van 3e tot 10e week na bevruchting
o = 12 weken zwangerschap want 2 weken zijn er bijgeteld
• Foetale periode: vanaf 10e week na bevruchting tot bevalling
Als we kijken naar de ontwikkeling van de verschillende organen tijdens
de zwangerschap dan zien we de eerste twee weken na de bevruchting
dat de zygote zich gaat splitsen en dan gaat zich inplanten in de
baarmoeder. Vanaf de derde week zal het hart zich ontwikkelen en het
centrale zenuwstelsel. Daarna ogen en ledematen beginnen te groeien
in 4de a 5de week. In 6de week de oren. We zien dat in de eerste weken
van het embryo zich heel veel organen gaan ontwikkelen. Het hart gaat
zich vooral de eerste 6 weken na bevruchting gaan ontwikkelen. Na 6
weken zal er een hartslag verschijnen. Heel veel organen ontwikkelen
zich in de embryonale fase ➔ dit zorgt er ook voor dat de embryo zeer
vatbaar is voor schadelijke stoffen en misvorming.
SECUNDAE – VLIEZEN
• Binnenzijde: amnion
o Dun doorschijnend vlies
o Bedekt vruchtholte, placenta en navelstreng zitten hier aan vast
• Buitenzijde: chorion
➔ deze vliezen zullen tijdens bevalling scheuren (water is gebroken) en hierdoor wordt de bevalling ingezet.
Na breking moet kindje binnen 24 uur geboren worden, want de bescherming van het kindje zijn dan volledig
weggevallen.
PLACENTA
A term (= op dag van de bevalling)
• gewicht van 500-600g
• Diameter 15 -25 cm dikte van 3 cm
= dikke zak vol bloedvaten, enerzijds afkomstig van de moeder en deze staan in
verbinding met de moeder. Op afbeelding zien we de navelstreng, arteria en venen die met elkaar verstrengeld
zijn en zo naar de foetus zullen gaan. De navelstreng komt toe in de placenta en dan hebben we de
spiraalarteriën (soort boompjes) en deze staan in contact met het moederlijk bloed.
Is er een directe verbinding tussen het bloed van de moeder en het bloed van de foetus? Neen, want anders
zouden we allemaal hetzelfde bloed hebben = geen direct contact. Chorionvaten (= boompjes) zijn afkomstig
van bloed van de mama en de uitwisseling van gassen en voedingstoffen gebeurt door middel van difusie.
Contact is niet rechtstreeks.
Hier nog een afbeelding die meer in detail weergeeft. De placenta ligt
meestal aan de bovenzijde van de baarmoeder. We zien de
placenta liggen en zien dat de navelstreng daaruit vertrekt.
In foetale arteriolen zit het bloed van de foetus en in de
maternale die van de moeder. De maternale bloedvaten
komen langs de bovenzijde toe en die gaan hun bloed afgeven
in die chorionruimtes en daar zal door diffusie of carrier
proteïnen een uitwisseling gebeuren tussen de twee
systemen.
Bij het veneuze systeem worden de gassen ook afgegeven aan de ruimtes in het chorion en dan vindt er op
dezelfde manier een uitwisseling plaats en wordt dan getransporteerd via moederlijke venen richting de
longen.
PLACENTA
Transportfunctie:
• aanvoer O2, voedingsstoffen naar foetus en afvoer van afvalstoffen en CO2 naar moederlijk bloed
door diffusie en actief transport
• Barriere voor schadelijke stoffen
o Houdt placenta alle schadelijke stoffen tegen? Neen, daarom dat zwangere vrouwen ook niet
mogen roken of alcohol of cafeïne drinken ➔ wordt niet tegengehouden door placenta, gaat
naar foetus toe
o Baby’s geboren met bv foetaal alcoholsyndroom bij te veel alcohol
o Bij te veel koffie = baby’s te licht of een groeiachterstand
• Transport is afhankelijk van:
o Concentratie van de substantie in circulatie van de moeder als in circulatie van de foetus
▪ Passieve diffusie met concetratiegradiënt; hoge concentratie bij de foetus en lage
concentratie bij de moeder ➔ passieve diffusie zorgt ervoor dat CO2 makkelijk naar
moeder gaan ➔ bij 02 omgekeerd
o Transfermechanisme door celmembranen van de placenta, bv. diffusie, actief transport met
carrier proteïnen (tegen de concentratiegradiënt in)
o concentratie van substantie in lacunae
o Beschikbaarheid van carrier proteïnen
o Concentratie van het bloed aan de foetale zijde van de placenta
Immunologische functie:
• Opname van moederlijke IgGgammaglobulinen ➔ foetus verwerft afweer tegen ziektes via placenta
o Pasgeboren baby heeft al antistoffen van moeder en worden niet zo snel ziek ➔ als
antistoffen van moeder zijn uitgeput worden ze ziek
o Ook via borstvoeding krijgt baby antistoffen
• Beschermt de foetus en zichzelf tegen het afweermechanisme van de moeder
3
, Hormonen synthese
• Progesteron
• Oestrogeen
• Humaan placentair lactogeen hormoon
o = hormoon die rol zal spelen voor ontwikkeling van borstvoeding
• Humaan choriongonadotrofine (HCG):
o Neemt de werking van LH op corpus luteum over
o Verhindert luteolyse (= afbraak van bevruchte eicel)
o Stimuleert progesteronsynthese
o Ook afgescheiden door placenta
NAVELSTRENG
• Verbindt placenta met foetus
• Bestaat uit V. umbilicalis en 2 Aa. Umbilicales
• Gem. 55 cm
• Inplanting op de placenta:
o Centraal: 25%
o Excentrisch: 65%
▪ Liggen meer in de rand errond = geen probleem
o Marginaal: 9%
▪ Op de rand = meer in controle houden
o Vliezen naast placenta: 1%
▪ = geen uitwisseling van gassen
▪ = reden voor miskraam
VRUCHTWATER
• Begin: moederlijk serum (= zoals bloed zonder bloedcellen in) en bijdrage van
foetus is relatief klein – heldergeel
• Nadien: foetus drinkt van vruchtwater (eiwitten verdwijnen), urine en
longvocht wordt toegevoegd – witte kleur door aanwezigheid van vlokken
• (post)term( = na 40 weken als ze over termijn gaan): vlokken verdwijnen,
kleurloos, tenzij meconium (eerste ontlasting baby = zeer zwart, niet gezond, worden geboren met
aspiratiepneumonie omdat meconium in de longen komt) of bilirubinepigment
o Weten niet goed of ze vruchtwater verliezen of urine verliezen
o Kan je niet tegenhouden, soms wel kleine scheuren en dan lekt die leeg en dan moeilijk
onderscheid te maken
Functie:
• Voorkomen vergroeiing van embryo en foetus met omringende weefsels
• Ademhalingsbewegingen en uitwisselen longvocht
• Beweging + schokdemper
• Drinken hiervan en plassen ook in het vruchtwater
• Mechanisch: gelijkmatige drukverplaatsing bij uteruscontracties
o Ook bij stoten van buitenaf
• Bevorderen van de ontsluiting van de cervix
• Temperatuur behouden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunadewolf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.