Les 1 en 2: voeropname en voersamenstelling
Ruminant: herkauwer
Waarom hebben we ruwvoeders nodig?
Ruwvoeders hebben we nodig omdat ze structuur bevatten. Structuur is de fysische
eigenschap van het voer waarop een dier gaat herkauwen. Wanneer het gaat over structuur
is deeltjeslengte van belang. Een product met veel structuur dat gebruikt wordt in een
rantsoen is graskuil en vers gras. Een zware eerste snede moet worden gehakseld (overgang
van vegetatieve fase generatieve fase). Door het hakselen worden de deeltjes verkleind,
wat de koe helpt bij het herkauwen.
Functie graskuil in een rantsoen:
1. Structuur aanbrengen
2. Stikstof
10 liter per kg ds-opname = weinig krachtvoer
8 liter per kg ds-opname = veel krachtvoer
Fermentatie: afbraak door micro-organismen
De celwand bestaat uit:
1. Hemicellulose goed verteerbaar
2. Cellulose minder goed verteerbaar
3. Lignine niet verteerbaar
4. Eiwitten niet verteerbaar
5. Pectines verteerbaar
Pectines: plaksel wat de celwandstructuren bij elkaar houdt
Koolhydraten:
1. Suikers
2. Zetmeel
3. Cellulose
Weende analyse
1. Ruwe celstof: koken met een sterk zuur en een sterke base
Bepalen volledige ligninefractie
Bepalen volledige cellulosefractie
Bepalen klein gedeelte hemicellulosefractie
Bepalen volledige eiwitfractie
Pectines worden nooit bepaald
2. ADF: koken met een pH 3
Bepalen volledige ligninefractie
Bepalen volledige cellulosefractie
Bepalen volledige eiwitfractie
3. ADL:
Bepalen volledige ligninefractie
NDF: hemicellulose + cellulose + lignine
ADF: cellulose + lignine
ADL: lignine
De NDF-fractie is altijd groter dan ruwe celstof
Zware snede veel spruiten hoog NDF-gehalte als het NDF-gehalte toeneemt
in een graskuil dan neemt de deeltjeslengte en -grootte toe. Het toenemen van de
deeltjesgrootte leidt tot meer structuur.
NDF 550 = meer lange delen = meer structuur
Afbraaksnelheid van de NDF
- Belangrijk voor de structuur
- Snijmaïs: krachtvoer (zetmeel) en ruwvoer (stengel) NDF-verteerbaarheid van
snijmaïs ca. 35 procent (gras 70 procent). De lage afbraaksnelheid van het
stengeldeel van snijmaïs is laag en daardoor blijft het voer lang in de pens.
De ruwvoeders worden in de pens beter benut dan de krachtvoeders, omdat het materiaal
moet worden verkleind naar 1,18 mm en het oppervlakte moet worden vergroot door te
herkauwen. Het voer blijft langer in de pens, waardoor bacteriën langer de tijd hebben om
het voer af te breken.
Functie van de pens en netmaag: bacteriën leveren energie aan de koe in de vorm
van vluchtige vetzuren. Vluchtige vetzuren komen in de lever terecht, die er weer
glucose van maakt.
Een koe kan 1,1% van haar lichaamsgewicht opnemen als NDF uit ruwvoer. Dit betekent dat
bijv. een koe van 650 kg ongeveer 7,1 kg NDF uit ruwvoer kan opnemen.
,Voorbeeld berekenen hoeveel kg ds een koe kan opnemen
- Graskuil NDF-gehalte 500 gram/kg ds
- Ds-opname: 7,1 kg NDF/0,5 = 14,2 kg ds per dag
- Krachtvoer bijvoeren
Zorg voor een maximale ds-opname uit ruwvoer voorbeeld: gemengd rantsoen met
graskuil, snijmaïskuil, perspulp, meel (eiwit). De graskuil bepaalt de smakelijkheid van het
rantsoen (i.c.m. suiker).
Factoren die de voeropname bepalen (ruwvoer)
1. Voerfactoren
o Smakelijkheid
o Verteerbaarheid (hoe meer NDF, hoe lager de verteerbaarheid)
o Vochtgehalte (natte kuilen lijken goed te worden opgenomen, maar check de
droge stofopname omdat hier de energie in zit)
o Ruw as-gehalte
o Vetpercentage (< 8% >8% vet gaat om de celwanden (voer) heen zitten,
maar ook om de bacteriën = slechte benutting)
2. Dierfactoren
o Lactatiestadium (verse koe heeft hogere droge stofopname dan droge/oudere
koe: na afkalven neemt het maag-darmkanaal (pens en dunne darm) met 20%
in omvang toe hogere droge stofopname wordt dan mogelijk. Bij oudere
dieren krimpt het maag-darmkanaal weer)
o Lactatienummer (vaarzen t.o.v. meerderekalfs koeien)
o Gewicht (hoe groter een dier, hoe meer volume (inhoud) van het maag-
darmkanaal en hoe hoger de opname)
o Ras, passagesnelheid, voeropnamecapaciteit, smakelijkheid
3. Omgevingsfactoren
o Buitenklimaat (regen, onweer, wind e.d.) invloed op de grasopname
o Rangorde
o Hittestress (= temperatuur en hoge luchtvochtigheid
Een koe heeft nauwelijks mogelijkheden om te zweten. Om deze reden gaat ze proberen
haar lichaamstemperatuur op peil te houden door te gaan hijgen (verdampingskoeling).
Door het hijgen wordt er extra CO2 uitgescheiden, waardoor er een onbalans ontstaat in het
zuur-base-evenwicht in het bloed. CO2 en bicarbonaat zijn beide van belang voor het in
stand houden van de bloed-pH.
Bloed pH gaat toenemen bicarbonaat wordt uitgescheiden in de urine. De functie van
bicarbonaat is het op peil houden van de pH in de pens en door minder bicarbonaat in het
speeksel zal dit leiden tot pensverzuring bijvoeren natriumbicarbonaat om het verlies van
bicarbonaat met speeksel op te vangen.
, Wat speelt een rol:
- Temperatuur
- Relatieve luchtvochtigheid
Fysische en fysiologische regulatie van de voeropname
Fysische voeropname: deeltjeslengte
Fysiologische voeropname: een hoogproductieve koe vreet meer dan een
laagproductieve koe
Droge stofopname
(% lichaamsgewicht)
4,5
Niet mogelijke opname
2,8 A (combinatie NDF en
droge stofopname
B
Lijn van de fysische regulatie
Mogelijke opname (combinatie
NDF en droge stofopname
NDF
20% 60% 80%
Met veel NDF in het rantsoen krijg je nooit een hele hoge opname. De NDF moet in de pens
worden afgebroken en de verblijfsduur in de pens is vrij hoog. Een koe kan niet voldoende
opnemen (in voorbeeld 60% t.o.v. 2,8 bijv. niet mogelijk).
koe kan 1,1% van het lichaamsgewicht NDF uit ruwvoer opnemen
Fysiologische regulatie: het verschil in melkproductie na afkalven neemt het
maag-darmkanaal toe met 20%. Hoogproductieve koeien nemen dus meer op dan
laagproductieve koeien (zie voorbeeld).
Een hoogproductieve (A) kan bijv. niet meer dan 40% aan NDF krijgen omdat dit niet in
overeenstemming is met de melkproductie en energieopname. Een laagproductieve koe (B)
geeft minder melk, heeft minder energie nodig en kan dus meer NDF krijgen.
Voor een hoogproductieve koe is er een bepaalde range in NDF (zie A). Een hoger
percentage NDF (bijv. 50%) is niet mogelijk omdat er dan niet aan de energiebehoefte kan
worden voldaan. Een laagproductieve koe (zie B) heeft een lagere energiebehoefte en
daardoor kan er meer NDF worden gevoerd.
Er mag nooit over de lijn van fysische regulatie worden gegaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jorikevandoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.