Het helpt als je vroegtijdig gaat nadenken over:
- Welke kwaliteiten heb jij die eraan bijdragen dat het jou gaat lukken om bepaald
beroep te gaan uitoefenen?
- Welke eisen, vaardigheden en kennis heb je nodig om die opleiding te gaan doen?
- Bij bsm wordt je voorbereid voor bijvoorbeeld: CIOS, sport en bewegen, academie
voor lichamelijke opvoeding, sportkunde, fysiotherapie en bewegingswetenschappen
zoals geneeskunde.
- Bij bsm leer je ook algemene dingen zoals: organiseren, samenwerken, presenteren,
observeren, leidinggeven en beoordelen.
3.2 de ontwikkeling van bewegingscultuur
jagers en verzamelaars:
- Omdat mensen moesten jagen en vruchten plukken hadden ze genoeg beweging.
- Toen de stedelijke samenleving kwam waren er verschillen tussen werkende en
overheersende klassen
De grieken:
- Griekse staten hadden een eigen militaire opleiding, hier hoorde een wedstrijd bij.
- Ze deden mee voor de eer en de roem en omdat ze later in de hemel een heros
konden worden (halfgod)
- In de loop der tijd werd het wedstrijdelement steeds belangrijker
- In deze cultuur ontstonden de olympische spelen. Dit ging van een religieus feest
naar wedstrijden voor een grote massa mensen.
- Later ging ‘’mens sana in corpore sano’’ een rol spelen , zorg goed voor zowel je
fysiek als mentale gezondheid.
De romeinen:
- Lichaamsoefeningen waren belangrijk en bepaalden een belangrijk deel van de
opvoeding
- Lichaamsoefeningen waren direct gericht op dagelijkse werkelijkheid, door dagelijkse
arbeid bewogen mensen al voldoende. Er werd alleen getraind in militaire train
- Nadat Rome groot en machtig was nam de noodzaak en motivatie om te bewegen en
trainen af. Dit leidde tot vadsigheid.
- Massa vroeg om vermaak en sensatie en dat kregen ze. Men vermaakte zich massaal
met vertoning van geweld, gevechten tussen slaven , barbaren en leeuwen.
De middeleeuwen:
- Lichamelijke oefeningen hadden geen plek in het onderwijssysteem, de meeste
mensen bewogen al veel. Het was een hard bestaan op het platte land.
- Er was wel aandacht voor spel, dans en paardrijden.
, - Bij de adel werden er ook toernooien gehouden bijv schermen of jagen, ook was er
aandacht voor; zwemmen, schaatsen, duiken, worstelen, klimmen en kolf- en
balspellen.
De verlichting:
- Er kwam door ideeën over pedagogiek ( leer over het opvoeden van kinderen) steeds
meer aandacht voor lichamelijke opvoeding op school. De een vond dat lichamelijke
opvoeding nauw moest aansluiten bij dagelijkse werkelijkheid, de ander bedacht
allerlei bewegingen ter verbetering van de motoriek
- Er ontstonden verschillende stelsels (onderwijsplannen met eigen idee over
opvoeden) bij elk stelsels is de kijk op lichamelijke opvoeding ook anders
Kopstukken:
- Pierre Coubertin: heeft de olympische spelen weer in het leven geroepen omdat hij
vond dat de bevolking te lui was.
- Johann Christoph Gutsmuhts: grondlegger van moderne gymnastiek. Hij ontwikkelde
een structureel stelsel van lichaamsoefeningen.
De nieuwe tijd:
- in engeland ligt de basis van huidige teamsport, het begon met cricket, roeien,
atletiek, hockey en voetbal dit vond snel hun weg naar scholen.
- Vanaf 1900 kwamen in amerika door het gebruik van chronometer en meetlint het
record en de prestatie. Door de prestatie ontwikkelden de tactiek en techniek zich
ook verder. Hierdoor kwamen ook steeds meer regels in een spel, men richtte
sportbonden op om het zo goed mogelijk te organiseren.
- Na de 1e wereldoorlog ontstond de mogelijk om lid te worden van een
sportvereniging
- Na de 2e wereldoorlog ontwikkelde sport zich zoals we het nu kennen, Europa kwam
met tennis en voetbal en Amerika kwam met basketbal en honkbal.
- Tegenwoordig zien we versporting en ontsporting.
- Versporting: sport wordt steeds sneller en beter onder invloed van hogere
professionalisering toenemende aandacht voor sport technologie, medialisering en
commercialisering. Wedstrijdsport is een steeds hoger niveau en bij selectieteams
wordt intensiever getraind, geselecteerd en professioneler begeleid.
- Ontsporten: hierbij wordt afstand genomen van objectieve prestatie , wedijver en
winst. Bewegingscultuur vermengt zich met straatcultuur.
- Nieuwesportcultuur kenmerkt zich door: fun, stijl, beheersing, beleving, ontdekking
en verkenning.
- Sport in een georganiseerde vorm van bewegen en bewegen is een breder begrip
zoals bijv grasmaaien of naar school fietsen.
- Recreatieve sporter: iemand die regelmatig 1 of 2 keer per week traint
- Wedstrijdsporter: iemand die minimaal 3 tot maximaal 7 keer per week traint.
- Topsporter: iemand die afhankelijk van zijn tak van sport, iedere dag met die tak van
sport drie tot zes uur per dag bezig is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ysellies. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.