Deze samenvatting gaat over de ontwikkelingsfase Peuter-en kleuter. De fysieke, cognitieve, motorische, sociale en persoonlijke ontwikkeling worden uitgebreid beschreven. Ook de bijbehorende theorieën en visies, zoals Piaget, Erikson en Vygotsky komen aan bod.
Twee jaar na geboorte weegt gemiddeld kind tot 12,5 kilo en is bijna 90 cm lang
- peuters en kleuters groeien gestaag
- tegen de tijd dat ze 6 zijn wegen ze iets meer dan 20 kilo en zijn ze bijna 120 cm lang
Individuele verschillen in lengte en gewicht
Achter de gemiddelden gaan grote individuele verschillen schuil:
- tussen jongens en meiden nemen de gemiddelde verschillen in lengte en gewicht in de
peuter- en kleutertijd toe
- op 2-jarige leeftijd zijn verschillen relatief klein
- rond 6e levensjaar beginnen jongens gemiddeld langer en zwaarder te worden dan meiden
- ook de economische factoren zorgen voor verschillen in lengte en gewicht bij kinderen in
een land
Veranderingen in lichaamsvorm en verhoudingen
Het lichaam van een 2-jarige met dat van een 6-jarige zijn niet alleen qua lengte en gewicht
verschillend, maar ook qua vorm
- in kleutertijd verliezen kinderen mollige- en ronde vormen -> worden slanker
- armen en benen worden langer en verhouding tussen hoofd en rest van lichaam gaat meer
lijken op volwassene
- rond jaar of 6 komen verhoudingen grotendeels overeen met dat van een volwassene
- ook spieren nemen toe in omvang, zintuigen ontwikkelen zich verder
H8.1.2
De groeiende hersenen
Van alle delen van het lichaam groeien de hersenen het snelst.
- dit komt door de toename van het aantal verbinden tussen cellen
- de onderlinge verbindingen maken complexere communicatie tussen neuronen mogelijk
- ook stijgt de hoeveelheid myline: een vettige substantie die de neuronen beschermt en de
overdracht van zenuwsignalen versnelt
- deze snelle groei van de hersenen -> helpt bij ontwikkeling van ingewikkeldere fijne- en
grove motoriek
- Aan het einde van de kleutertijd zijn vooral bepaalde delen van de hersenen bijzonder hard
gegroeid
- corpus callosum: bundel zenuwvezels die de 2 hersenhelften met elkaar verbindt, wordt
dikker en ontwikkelt individuele vezels die de hersenfunctie tussen de 2 helften helpen te
coördineren
Lateralisatie: het proces waarbij bepaalde functies hun plek eerder in de ene hersenhelft dan
in de andere hersenhelft vinden
,- tijdens kleuterjaren wordt dit proces uitgesprokener
- linkerhersenhelft functie: taken verbale competentie, zoals praten, lezen, denken en
redeneren
- rechterhersenhelft functie: non verbale gebieden, zoals ruimtelijk inzicht, herkenning van
patronen en tekeningen, muziek en emotionele uitingen
- Beide hersenhelften beginnen ook op een iets andere manier informatie te verwerken
- Linkerhersenhelft: benadert informatie telkens met een stukje tegelijk
- Rechterhersenhelft: verwerkt informatie globaler en benader dit als een geheel
- ze zijn afhankelijk van elkaar en werken in de meeste gevallen met elkaar samen
Hersenen zijn veerkrachtig
- bij uitval neemt andere hersenhelft het over
- bij jonge kinderen die hersenbeschadiging oplopen aan linkerhersenhelft (raken
spraakvermogen geheel of gedeeltelijk kwijt), kan de rechterhersenhelft het opvullen en de
schade voor een heel groot deel goedmaken
Motorische ontwikkeling
H8.2.1
Grove motoriek
Tegen de tijd dat kinderen 3 zijn, beheersen kinderen verschillende vaardigheden:
1. rennen
2. trede voor trede een trap op lopen
3. met beide voeten tegelijk springen
Op hun vierde en vijfde zijn die vaardigheden verder verbeterd, doordat ze meer controle
hebben over hun spieren. Het verschil tussen een 4-jarige en 5-jarige is dat 5-jarige een
betere coördinatie hebben en daardoor hun motorische activiteiten verder kunnen
ontwikkelen
3-jarige (grove motoriek):
- kan niet plotseling draaien of stoppen
- springt met beide voeten tegelijk
- loopt zelfstandig een trap op, met beurtelings gebruik van de ene en de andere groep
- staat minstens vijf seconden een been
4-jarige (grove motoriek):
- heeft meer controle over stoppen en starten
- springt gemiddeld tot 70 cm ver
- loopt, mits geholpen, met de ene voet na de andere een lange trap
5-jarige (grove motoriek):
- kan effectief starten, draaien en stoppen tijdens spelletjes
- springt vanuit een aanloop tot 90 cm ver
- loopt zelfstandig een lange trap af
- hinkelt met gemak een afstand van vijf meter
, Activiteitsniveau
Motorische vaardigheden ontwikkelen zich bij peuters- en kleuter snel omdat ze veel
oefenen.
- het algemene activiteitsniveau ligt hoog: peuters en kleuters lijken voortdurend in beweging
te zijn
- een combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren hoe actief een kind precies
zal worden
Genderverschillen in grove motorische vaardigheden
De ontwikkeling van de grove motoriek verschilt op een aantal punten tussen jongens en
meisjes. Dit komt deels doordat jongens sterker zijn dan meisjes.
- activiteitsniveau jongens hoger dan die van meisjes
- meisjes zijn beter in activiteiten waarvoor de coördinatie van armen en benen nodig is
- sociale factoren spelen ook rol bij genderverschillen in grove motoriek
- naarmate kinderen ouder worden, wordt gender steeds bepalender voor het soort
activiteiten dat de maatschappij acceptabel vindt voor meisjes en voor jongens
H8.2.2
Fijne motoriek
Ook de fijne motoriek ontwikkelt zich verder. Hierbij gaat het om subtielere
lichaamsbewegingen.
- fijne motorische vaardigheden: gebruik bestek, knippen met schaar, het strikken van veters
en schrijven
- voor dit soort vaardigheden is veel oefening nodig
- op 3-jarige leeftijd kunnen kinderen over het algemeen hun onderbroek naar beneden doen
als ze naar het toilet gaan
- tegen de tijd dat ze 4 zijn, zijn hun fijn-motorische vaardigheden aanzienlijk verbeterd
3-jarige (fijne motoriek):
- knipt papier
- plakt met behulp van de vingers
- tekent o en +
- tekent poppetjes
- maakt eenvoudige puzzels
4-jarige (fijne motoriek):
- vouwt papier in driehoeken
- schrijft naam
- rijgt kralen (een voor een in een ritme)
- kopieert X (schuine gekruiste lijnen)
- opent knijpers en zet ze ergens op vast
5-jarige (fijne motoriek):
- vouwt papier in helften en kwarten
- tekent driehoek, rechthoek en cirkel
- kan de juiste pengreep hanteren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller spronknina0. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.