Samenvatting H2 | Grote rivieren in de Lage Landen - De Geo Leefomgeving: Wonen in Nederland (5/6 VWO)
19 views 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Dit is een samenvatting van H2 | Grote rivieren in de Lage Landen van het boek De Geo Leefomgeving: Wonen in Nederland (5/6 VWO). Alle paragrafen zijn hierin kort uitgelegd met de belangrijke begrippen dikgedrukt.
Hopelijk kan dit jou als potentiële koper helpen met het maken van het tentamen!
De Geo: Wonen in Nederland || Samenvatting Hoofdstuk 2: Grote rivieren in de Lage Landen
H2 | Grote rivieren in de Lage Landen
§2.1 Brede rivieren door oneindig laagland
Begrippen
Benedenloop = Deel van een rivier of beek vanaf de middenloop tot de monding, waar het verval en
de stroomsnelheid over het algemeen gering zijn en de sedimentatie groot is.
Bovenloop = Deel van een rivier of beek vanaf de bron of oorsprong tot de middenloop, waar het
verval, de stroomsnelheid en de uitschuring (erosie) over het algemeen groot zijn.
Dijkverzwaring = Versterking van een dijk door hem te verbreden, te verhogen of te verstevigen.
Dwarsprofiel = Dwarsdoorsnede van een riviergeul of beek op een bepaald punt, die de
waterbreedte en de verschillen in waterdiepte laat zien.
Kanalisatie = Het rechttrekken van een rivier om een betere waterafvoer mogelijk te maken en de
rivier vaak ook te voorzien van stuwen (en sluizen) om de scheepvaart gemakkelijker te maken.
Krib = Korte dwarsdam (hoofd) die loodrecht op de rivieroever is aangelegd en die dient om de
stroomsnelheid te vergroten.
Lengteprofiel = Grafische weergave van de hoogteligging van de loop van een rivier of beek over
een bepaald traject, bijvoorbeeld vanaf de bron tot de monding, waaruit het verval blijkt.
Middenloop = Deel van een rivier of beek tussen bovenloop en benedenloop waar erosie en
sedimentatie ongeveer in evenwicht zijn.
Stroomgebied = Het hele gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren.
Stroomstelsel = Rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde
stroomgebied.
Stuw = Beweegbare dam in een rivier of beek om de waterafvoer te beïnvloeden voor bijvoorbeeld
scheepvaart, recreatie of irrigatie.
Uiterwaard = Hoger gelegen, buitendijks deel van het winterbed van een rivier, tussen zomer- en
winterdijk, dat periodiek overstroomt en door sedimentatie wordt opgehoogd.
Verhang = Hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier of beek, uitgedrukt in centimeter
per kilometer van de rivier.
Vertragingstijd = Periode tussen de waterstandsverhoging in een bovenstrooms gedeelte van een
rivier en de te verwachten verhoging in een kwetsbaar benedenstrooms gelegen gebied.
Verval = Hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier of beek.
Waterafvoer = De manier waarop overtollig water uit een gebied wegstroomt of wordt verwijderd.
Waterscheiding = De grens tussen twee stroomgebieden.
Winterbed = Gebied rond een rivier of beek dat bestaat uit het zomerbed en de uiterwaarden, en
dat meestal wordt begrensd door winterdijken.
Zomerbed = Hoofdgeul van een rivier of beek die meestal wordt begrensd door zomerdijken of
zomerkaden.
Samenvatting
Laaglandrivieren
► Marsman verwijst naar brede rivieren in laagland, met dus een lage stroomsnelheid. Rijn, Maas,
Overijsselse Vecht en Eems stromen vanuit buurlanden binnen. De Gelderse IJssel is een zijtak van
de Rijn.
● Eems en Westerschelde zijn estuaria. Een klein deel van Noordoost-Nederland maakt deel uit van
het stroomgebied van de Duitse Ems. De Scheldedelta valt gedeeltelijk onder het stroomgebied van
de Schelde.
● Een stroomgebied is het gebied dat afwatert op een bepaalde rivier. Een stroomstelsel omvat de
hoofdstroom plus zijrivieren en zijtakken.
De Rijn: de slagader van West-Europa
► Twee zijrivieren van de Rijn ontspringen in de Zwitserse Alpen. De Rijn is bij de oorsprong een
gletsjerrivier, maar wordt al snel een gemengde rivier. Twee derde van rivier en stroomgebied ligt
in Duitsland.
● Een waterscheiding is de grens tussen twee stroomgebieden. De Rijn is een belangrijke
transportader tussen de druk bevaren Noordzee en een groot en welvarend achterland.
1
, De Geo: Wonen in Nederland || Samenvatting Hoofdstuk 2: Grote rivieren in de Lage Landen
Het lengteprofiel van de Rijn
► Het lengteprofiel bestaat uit bovenloop, middenloop, benedenloop.
● De bovenloop bevat doorlatende kalk- en zandsteenlagen. Het verval in de bovenloop is groot.
De stroomsnelheid is dus hoog. De erosie is groter dan meer stroomafwaarts.
■ De Bovenrijn stroomt tussen Zwarte Woud en Vogezen door een slenk met aan weerskanten
harde, granietachtige gesteenten.
● De middenloop ligt tussen Bingen en Keulen met ondoorlatende leisteenafzettingen en
basaltrotsen (Lorelei).
De versmallingen vormen een obstakel voor de waterafvoer en de scheepvaart.
● In de benedenloop (Niederrhein) is het verhang heel gering. De stroomsnelheid wordt er steeds
lager omdat het verhang afneemt, waardoor de sedimentatie toeneemt.
■ De Rijntakken zijn bedijkt, met achter de dijken laag liggende polders.
De Maas: een grillige rivier
► De Maas is ca. 900 km lang met bronnen in
Noordoost-Frankrijk. Het Franse deel is bevaarbaar vanaf Sedan.
Het stroomgebied heeft daar weinig verhang. Het is licht
golvend. Veel neerslagwater zakt daar weg in de poreuze
kalkbodems en komt mondjesmaat weer terug in de rivieren
(lange vertragingstijd).
● Het Belgische deel stroomt door diep ingesneden, harde
gesteenten die slecht doorlaatbaar zijn. De bebossing in het
reliëfrijke heuvelland voorkomt erosie, maar door de dunne
bodems is er weinig indringing en stroomt de neerslag toch snel
af naar de vele kleine riviertjes. Dat betekent dat de
vertragingstijd kort is.
Het stroomgebied is klein, zodat er veel kans is op gelijke
(natte) weersomstandigheden.
● Van de Nederlandse Maas is de zogenaamde Grensmaas
bochtig en in de zomer onbevaarbaar. De scheepvaart gaat door het Julianakanaal. De bodems
bestaan hier uit rivierkleiafzettingen op doorlatende grindlagen.
In Midden-Limburg stroomt de Plassenmaas door zand- en grindpakketten. De Maasplassen zijn
geschikt voor delfstofwinning, recreatie en waterberging.
● Ten zuiden van Mook is het Maasdal begrensd door terrassen, dus zijn daar geen polders en
dijken. De uiterwaarden worden vaak intensief gebruikt. Overstromingen kunnen daar veel schade
aanrichten.
■ In delen van de Maas regelen stuwen en sluizen het waterpeil en de scheepvaart (anders dan de
Waal en IJssel).
Levende rivieren
► Een meander is een natuurlijke bocht in een rivier. Het verschil in stroomsnelheid verklaart het
meanderen: erosie in buitenbocht, sedimentatie in binnenbocht.
De erosie-oever (ofwel stootoever) is diep; de sedimentatie-oever (ofwel glij-oever) is ondiep.
Door meandering ontstaan lussen, die zich uiteindelijk zelf afsnijden. Daardoor ontstaat een
hoefijzervormige dode arm.
Hoefijzermeertjes hebben, evenals evenwijdige verlaten
geulen (strangen), een hoge ecologische waarde.
● Het kenmerkende dwarsprofiel van een laaglandrivier zie je
in de tekeningen hiernaast:
Zomerdijken liggen aan weerskanten van het zomerbed,
waarin de vaargeul ligt. Uiterwaarden overstromen geregeld
en dus het meest geschikt voor veehouderij. Uiterwaarden
worden door sedimentatie opgehoogd.
Winterdijken langs het winterbed werden al aangelegd sinds
het jaar 1000, door kloosters en adel. De winterdijk verhindert
de sedimentatie op de binnendijkse landen.
Waterafvoer en bevaarbaarheid
► De waterafvoer van een rivier is te versnellen door kanalisatie: bochtafsnijding, de aanleg van
kribben of het aanbrengen van steenbestorting.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Justin1303. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.