Chapter 1
- Inzicht in de sociale psychologie is noodzakelijk
VB: Op welke manier beïnvloede de coronacrisis ons?
Dia 9
- Bestudeert gevoelens van af- of aanwezigheid van personen
Dia 11-13
- Ander beïnvloeden ons
Direct: Reclame, influencers, …
Indirect: Normen & waarden van onze ouder
- De uitspraken van andere mensen beïnvloeden ons onbewust volgens Freud
Dia 14
- Staat los van de filosofie
Debat tussen Décart en Spinoza
Décart Spinoza
- Je neemt waar en besluit - We zien direct of iets waar is of
vervolgens of iets juist of fout is niet
- Vervolgens denk je nog eens na
- Als 2de proces gestoord is kunnen
ze nadien niet meer evalueren
- In dat tweede proces gaan we
waarnemen m.a.w. waar of
onwaar nemen
- Spinoza wint
Dia 15
We gaan uit van anderen hun mening
- Zo weten we hoe ze handelen maar niet altijd waar dat vandaan komt
- Als men bijvoorbeeld vraagt hoe men zich voelt dan klopt de uitleg vaak niet, men
antwoord dan dat het slecht gaat door hun nachtrust maar dit heeft helemaal geen
relatie
Dia 23
De fundamentele atributiefout
- Bepaalde eigenschappen worden voorgestoken en gedrag wordt gekoppeld aan
iemand
VB: wallstreet experiment
,Ongeacht van karakter is iedereen coöperatief in de ‘community game’. De coöperatieven
worden plots zeer competitief wanneer datzelfde spel van naam veranderd naar de
‘wallstreet game’.
Bekrachtigd door de kracht van een sociale situatie
Dia 25
Bij behaviorisme werd er niet naar de geest gekeken. Een tegenreactie hierop is de
gestaltpsychologie door Kurt Lewin.
- Het oog levert 10% waarneming en het brein vult in. Ook in de psychologie krijgt men
een stukje info en vullen we aan met kennis.
- We moeten dus ook rekening houden met hoe mensen iets kunnen interpreteren.
Wat men denkt zal men voelen.
- Kan ook uitdraaien in naïef realisme: ‘Wat ik denk is waar’
Dia 32
- In sociale psychologie is het van belang dat we trachten juist te zijn op basis van wat
we weten.
- We willen enkel mensen die positief over ons zijn.
Hierdoor zitten mensen vaak vast in complottheorieën
- We willen een positieve zelfwaardering en goede sociale reputatie
Dia 33-35
- Hoe groter de groep, hoe groter het brein door de evolutie
Zelfzekerheid = evaluatie van zelfwaardigheid
- Mensen die positief over ons zijn willen eerder samenwerken
Gaf ons door de evolutie veel voordelen zoals meer eten
Zich goed voelen en sociaal zijn, geven ons sociale voordelen
- Hoe beter je mensen kent en hoe meer je met ze meemaakt, hoe hoger je ze inschat
Dia 36-37
- Hoe men sociale info selecteert en gebruikt, bepaald hoe men oordelen gaat vellen
en zich voelt over zichzelf
- Dit zorgt ervoor dat we fouten maken om een situatie te begrijpen
Onze verwachtingen verstoren onze realiteit in Selffulfillingprophecy
VB: Danootje VS cornflakes
Het danootje ziet er kinderlijk uit en de felle kleuren doen ons denken dat er veel
suiker in zit. De cornflakes verpakking ziet er dan weer veel frisser uit en we schatten
dit in als gezonder. Dit is een foute redenering.
Dia 39
- Kleine hersenen zijn er voor motoriek maar ook voor sociale voordelen
- VB: The false-believe test (gelooft iets wat niet zo is)
, Kind legt speelgoed in mand maar zodra hij weg is wordt het stiekem verlegd
Het kind zal zodra hij terugkeert nog steeds geloven dat het speelgoed in diezelfde
mand ligt
- Brein sluit zich af van de realiteit en gaat uit van zijn eerste gedacht
Autisten kunnen moeilijk metalliseren en gedachten lezen. Hierdoor hebben ze
het moeilijker met het vertellen van verhalen.
Sinds 2015 is ontdekt dat autisme niet enkel genetisch is maar ook kan voortkomen
van slecht ontwikkelde kleine hersenen
Dia 42
Verdeelde verantwoordelijkheid zorgt voor problemen, op den duur doet niemand nog iets
= Het bystandereffect
VB: Stanley Milgram experiment
- ‘Schokken’ werden uitgedeeld tot ‘de dood’
Mensen gehoorzamen enorm snel omdat mannen in labojassen staan het voor ‘de
wet’ is.
VB: Prisinors experiment
Onder druk van de situatie gaat men ethische normen overschrijden
Chapter 2
Hoe doen sociaal psychologen onderzoek?
Dia 4
- Replicatie is niet simpel, in een andere cultuur zal iets plots niet meer lukken (beeld
tegenover zwarten in de VS tegen in Italië)
Dia 6
Een mening is niet ondersteunbaar, er zijn empirische gegevens nodig
Hindsight Bias: achteraf lijkt alles veel makkelijker
- Als je een boek leent van een iemand zal die persoon jou leuker vinden want hij weet
dat je leent van hem omdat je hem sympathiek vindt
Dia 9
Als er genoeg onderzoek gedaan was naar eerdere hypotheses van het prisinors
experiment dan liep het waarschijnlijk helemaal anders uit
Dia 14
De onderzoeksmethoden
1) Observerend: beschrijft de realiteit
2) Correlationeel: voorspellen
3) Wetenschappelijk: zoekt causaliteit (oorzaak & gevolg)
Dia 16-21 Observerend
Ethnografie: je doet mee in groep en het doel is kennis verzamelen
- Moeten hiervoor goed kijken naar afgesproken codes, set van criteria en
betrouwbaarheid in overeenkomst
Kan ook door geschriften te bekijken zoals een dagboek of krant
, Smith bekeek ook porno, algemeen wordt van de vrouw altijd het hele lichaam
afgebeeld en komt de man vaak agressief over
Dia 23-32 Correlationeel
- Varieert tussen -1 & 1 = de correlatiecoëfficiënt
Als de ene stijgt dan de andere ook en omgekeerd
- Vaak gebruikt in enquêtes ‘nooit, soms, altijd’
- De steekproef is altijd random om onbekende vertekening te voorkomen
Nadelen:
- Niet altijd even correct, niet nauwkeurig
- Men verteld dingen die makkelijk verteld worden
- De manier waarop de vraag wordt gesteld is enorm belangrijk
- Er is geen causaliteit en er zijn nog steeds veel mogelijkheden
Dia 37-53 Wetenschappelijk
- We kijken naar wat welk effect heeft, altijd causaliteit zoeken
Valse correlatie: lange neus = lange penis, Verhouding tussen de twee van baby
tot 18-jarige
Onafhankelijke variabele: Gemanipuleerd door onderzoek om andere variabelen te
beïnvloeden
Afhankelijke variabele: wordt gemeten
Interne validiteit: Enkel onafhankelijke variabele beïnvloedt, niks anders beheerst de
externe variabele
- Duidelijk significant verschil maar verschillen binnen individuen of groepen mag niet
te groot zijn
Als de kans groter is dan 5% dat het toeval was dan is het een slecht onderzoek en
dus niet repliceerbaar
Als je dat exacte onderzoek 100x doet zal het maar 5x lukken = betekenis van die 5%
en p-waarde
Generaliseerbaarheid over de situatie
Alledaags realisme
- Externe validiteit moet generaliseerbaar zijn
‘Coverstory’ gebruikt ‘gekke’ namen zodat mensen geen linken zouden leggen,
anders anticipeert men op wat de onderzoeker wilt
Psycho realisme
- De werkelijkheid maximaliseren
Veldexperimenten
- Onderzoek in natuurlijke setting
VB: vallen in metro
- Proefpersonen zijn zich van niks bewust
Generaliseerbaarheid over het individu
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romic. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.