Basisstof 2
Traanvocht; Beschermt het oog tegen uitdroging en reinigt. Voorziet buitenkant van hoornvlies met
zuurstof.
- Afgevoerd naar de neusholte. (snotteren)
Vaatvlies; bevat veel bloedvaten.
Oogkamers zijn gevult met vocht.
Hoornvlies, straalvormig lichaam en ooglens zorgen ervoor dat op het netvlies een scherp beeld
ontstaat.
Lichtstralen die het oog binnenvallen worden gebroken door het hoornvlies en de ooglens
Netvlies; door glasachtig lichaam op haar plaats gehouden. Hierin liggen de licht receptoren.
Gele vlek: Scherpst zien
Blinde vlek; doorgang van bloedvaten, impulsen verlaten hier het oog. (Netvlies waar de oogzenuw
het oog verlaat.
- Een oogarts kijkt achtereenvolgens door het hoornvlies, de voorste oogkamer, de pupil, de
achterste oogkamer, de ooglens en het glasachtig lichaam
Beeld op het netvlies is omgekeerd verkleind
- Accomoderen; het boller en platter worden van de lens
Veranderen van vorm van de ooglens
Verte kijken; straalvormig lichaam ontspannen; ogen in rusttoestand, lensbandjes wel gespannen;
trekken aan de ooglens; ooglenzen worden hierdoor platter
Dichtbij kijken; Straalvormig lichaam trekt samen; lensbandjes minder strak gespannen; = minder
aan de ooglenzen trekken; De ooglenzen kunnen hierdoor boller worden.
Kringspieren= accommodatie spieren
Positieve lenzen; in het midden dikker dan aan de randen= convergeren; lichtstralen naar elkaar toe
‘Hoe boller de lens, hoe kleiner de brandpunt afstand’
Negatieve lenzen: aan de randen dik, lichtstralen verspreiden = divigeren. Brandpunt ligt voor de
lens. (Holle lenzen) .
- Oog is altijd bol, dus convergeren. Door accomoderen varieert de brandpuntafstand.
- Oog afwijkingen
Bijziend, is de oogbol te lang of worden de lichtstralen door het hoornvlies en of de lens te sterk
afgebogen, voorwerpen van veraf niet scherp zien. Van dichtbij wel.
Verziend; de oogbol te kort of worden de lichtstralen door het hoornvlies en of lens niet voldoende
afgebogen= dichtbij niet scherp zien, veraf wel. Kun je corrigeren met een bolle (positievere lens)
- Pupil reflex= Bepalen van intensiteit van licht wat het oog binnen valt.
Te hoog? Kan licht receptoren beschadigen
- Wimpers vormen eerste bescherming. Pupilreflex is belangrijkste bescherming (Regelt hoeveelheid
licht die op het netvlies valt).
Iris; straalsgewijs lopende spieren; bepalen pupilgrootte. (Samentrekken> groter worden van pupil)
Kringspieren samentrekken: pupil wordt kleiner
- De bouw en de werking van het Netvlies;
Laag neuronen, laag lichtreceptoren, laag pigment cellen(liggen tegen vaatvlies aan. Absorbeert het
licht en beschermt de zintuigcellen zo tegen te sterke lichtprikkels.
In blinde vlek liggen geen zintuigcellen.
- Contrasten en kleuren:
, Staafjes; liggen verspreid over het gehele netvlies, maar nauwelijks in de gele vlek
; hebben lage prikkeldrempel voor licht; zijn gevoelig voor alle kleuren, maar ongevoelig voor rood
licht. Alleen contrasten waarnemen in zwart-grijs-wit.
Kegeltjes: hogere prikkeldrempel; kleuren en details waarnemen.
3 types; 1. gevoelig voor rood licht, ander gevoelig voor blauw licht. 3 gevoelig voor groen licht.
Bevatten alle drie ander lichtgevoelig pigment; verschillende golflengten.
Liggen vooral in gele vlek en directe omgeving daarvan. Je kunt hiermee het scherpst zien.
Alle drie types even sterk prikkelen geeft wit licht.
Cellichamen van deze lichtreceptoren liggen in het netvlies. Kegeltjes worden apart doorgegeven
aan een neuron. In gezichtscentrum vertaald in een gedetaileerd beeld omgezet. Staafjes worden de
impulsen van zon vijftig tot honderd staafjes aan een neuron doorgegeven. ; minder scherp dan bij
kegeltjes.
- Zien in het donker
Donkeradaptatie; het langzaam wennen aan het donker en dingen waarnemen. De prikkeldrempel
daalt dan.
Staafjes werken hierbij. (zijn bij blauw groen licht gevoeliger dan kegeltjes.
Nachtblind; wennen de staafes langzemer aan het donker.
Lichtadaptatie is sneller dan donker adaptatie.
- Stereoscopie
Optisch chiasma(kruising); Impulsen van netvlies linker gedeelte van ogen (rechter gezichtsveld)
gaan naar het linker gezichtscentrum.
Hierdoor kun je diepte zien.
Basisstof 3 Gedrag beschrijven.
Ethologie; De tak van de biologie waarbij de studie van gedrag van de dieren centraal staat.
Onder gedrag verstaan ethologen alle waarneembare activiteiten van een dier of mens.
Adequaat gedrag; De overlevingskansen en fitness van een dier worden vergroot wanneer het
gedrag goed is aangepast aan de omstandigheden.
- Gedragselementen; opeenvolgende handelingen
- Respons; reacties van een dier of mens op prikkels
- Black box; inwendige van een dier.
Milleu = input, respons = outpout
Mri scans maakt de activiteit van hersendelen zichtbaar bij het uitvoeren van handelingen.
- Gedragssysteem; Handelingen met een gemeenschappelijke doel
(Voedingsgedrag, voortplantingsgedrag, kookgedrag, onderzoekgedrag)
- Gedragsketen; Als de ene handeling in een gedragssysteem leidt tot een volgende handeling
Subsystemen
- Balts is een onderdeel van voortplantingsgedrag + gedragsketen.
Subsystemen; groepen handelingen die deel uit maken van een totaal gedragssysteem.
Broedzorg is de zorg van ouderdieren voor nakomelingen.
- Ethogram; objectieve beschrijving; gedrag van een dier bestuderen. Bijhouden hoe vaak en hoelang
een dier een handeling uitvoert. (Weergeven in handelingsprotocol)
Protocol; is een lijst van achtereenvolgens waargenomen handelingen van het dier. Daarbij is het
handig om afkortingen te gebruiken.
Met behulp van protocol kun je vragen beantwoorden:
Hoe vaak komt een handeling voor?
Hoelang duurt een handeling? Is er een volgorde?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninasofie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.42. You're not tied to anything after your purchase.