100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Tentamen GNGT2 voorbereiding $22.01   Add to cart

Exam (elaborations)

Tentamen GNGT2 voorbereiding

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Het lesboek is niet nodig. Dit document bevat alles wat je nodig hebt voor het GNGT2 tentamen. Allerlei les- en opdracht- uitwerkingen.

Preview 4 out of 63  pages

  • April 4, 2023
  • 63
  • 2022/2023
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Tentamen GNGT Periode B

Les 1 Congruentie en Persoonlijke voornaamwoorden
Transcriptie:
a) Syntactische ruimte –indeling
b) Persoonlijke voornaamwoorden: INDEX
c) Gebaren worden geglosst (hoofdletters)
d) Beweging? Locatie-locatie noteren
e) Basisvorm v.s. vervoegde vorm werkwoord
f) Notatie locatieve gebaren

Overzicht van de module:
◼ Congruentie van hoofdwerkwoorden in de NGT-definitie; functie; soort vormveranderingen;
werkwoordsklassen; congruentiepatroon
◼ Soort congruentie: typologie met 1 of 2 zinsdelen; arm of rijk
◼ Congruentiedragers het hulpwerkwoord OP; seriële werkwoorden
◼ Weglaten van persoonlijke voornaamwoorden prodrop
◼ Verdubbelen van pers. voornaamwoorden: pronoun copy
◼ Samenvatting en samenhang tussen de onderwerpen

Vooraf: NB: ◼ Grammatica NGT: geen regionale variatie! (?)

(Herhaling) Syntaxis: ‘Samenplaatsing’
◼ Structuur binnen woordgroepen en zinnen;
◼ Hoe wordt duidelijk wat de syntactische functie is van een zinsdeel in de zin?
Wie doet wat tegen wie? Wat is het Onderwerp van de zin? Wat is het Lijdend Voorwerp van de zin?
Enzovoorts.

Uitdrukking van de functie van een zinsdeel in de zin:
◼ Volgorderegels
◼ Congruentie!
◼ Naamval
NB:
◼ sommige talen gebruiken vooral volgorderegels;
◼ andere talen gebruiken vooral congruentie;
◼ of vooral naamval;
◼ of een combinatie van deze middelen.
Functie: SYNTAXIS!

Congruentie: inleiding, definitie, functie en vorm
Congruentie = ‘overeenkomst’
◼ Definitie: Overeenkomst van de werkwoordsvorm met één
of meer zinsdelen in de zin.
◼ Functie: De vorm van het werkwoord laat zien wat het onderwerp (en lijdend
voorwerp/meewerkend voorwerp/e.d.) van de zin is:
“Wie doet wat tegen wie? = SYNTAXIS (*)
◼ Vorm, middel: vervoeging (*) = MORFOLOGIE (*)

,DUS: CONGRUENTIE =
◼ MORFOLOGIE én SYNTAXIS! (vorm) (functie)

Congruentie = ‘overeenkomst’ Waarom?
◼ Nederlands: ‘Jij loop-t’, ‘Jij plaag-t’:
* ‘-t’ = 2e of 3e persoon enkelvoud;
* het onderwerp is 2e persoon enkelvoud;
Dus: OVEREENKOMST tussen de werkwoordsvorm en het Onderwerp.
◼ NGT: INDEX2 INDEX1 2PLAGEN1/‘Jij plaagt mij.’
* ‘2’ = 2e persoon enkelvoud;* het Onderwerp is 2e persoon enkelvoud;
* ‘1’ = 1e persoon enkelvoud;* LV is 1e persoon enkelvoud;
Dus: OVEREENKOMST tussen de werkwoordsvorm, en het Onderwerp en het LV.

(Herhaling) Morfologie: Vervoeging
Vervoeging van werkwoorden: Het maken van verschillende werkwoordsvormen d.m.v.
systematische vormveranderingen van werkwoorden:
◼ steeds dezelfde vormverandering die steeds dezelfde (grammaticale) betekenis toevoegt;
◼ toepasbaar op een groot aantal woorden/gebaren (het is een regel)

Het middel om (de vorm van) congruentie te bereiken is vervoeging:
NL:
◼ systematische vormveranderingen (regels), bijv. stam + ‘-t’: loop-t, plaag-t, lach-t, etc.;
◼ Betekenistoevoeging: ‘-t’: Onderwerp is 2e of 3e persoon enkelvoud.
NGT:
◼ systematische vormveranderingen (regels) bijv. 2GEVEN1, 2PLAGEN1, 2BEZOEKEN1;
◼ die steeds dezelfde betekenis toevoegen, namelijk:
Onderwerp is 2e persoon enkelvoud en LV/MV enz. is 1e persoon enkelvoud.

Morfologie: ‘vormleer’:
◼ Structuur binnen woorden: hoe woorden opgebouwd zijn uit morfemen.
◼ Morfemen: Kleinste betekenisdragende elementen van een taal.

Morfemen:
◼ vrije morfemen (‘echte’ betekenis) mooi, bal, boek-en, koffer-s, zak-doekje, loop-t, ren-de
◼ gebonden morfemen (grammaticale betekenis)
Vb Betekenis: koffer-s mv, zakdoek-je klein, loop-t 2e/3e pers. ev (jij/hij/zij), ren-de vt

Congruentie: TWEE SOORTEN WERKWOORDEN in de NGT:
◼ Congruerende werkwoorden
◼ Niet-congruerende werkwoorden

Niet-congruerende werkwoorden Verklaring?
◼ plaats: vaak ‘lichaams-gebonden’
- vaak iconisch (HOUDEN-VAN)
- soms toevallig (VERRADEN, GEBAREN)

Predicaten
◼ Simpele zinnen zijn gebouwd rond één (1!) predicaat

,◼ Een predicaat drukt een handeling of situatie uit, of een eigenschap. Verbale predicaten=
zelfstandig werkwoord/hoofdwerkwoord. Non-verbale predicaten= werkwoord-achtige
woorden/gebaren (AARDIG-ZIJN).
Jan is aardig De deur is groen
JAN AARDIG(-ZIJN) DEUR GROEN(-ZIJN)

Argumenten
◼ Predicaten hebben argumenten: 1, 2 of 3 argumenten (‘zinsdelen’)
→ verplichte argumenten
→ niet-verplichte argumenten (optioneel)

Opbouw van zinnen
◼ ZINNEN ZIJN DUS OPGEBOUWD UIT:
→een verbaal of non-verbaal predicaat
→verplichte argumenten
→eventueel niet-verplichte argumenten
→eventueel overige zinsdelen (adjuncten)

Syntactische functies van zinsdelen die van belang zijn voor deze module:
◼ Onderwerp Ond
◼ Lijdend Voorwerp LV
◼ Meewerkend Voorwerp MV
◼ Bijw.Bep.v.Plaats BBP
◼ Bijw.Bep.v.Richting BBR
◼ Bijw.Bep.v.Bron BBB

Opdracht 1
Leg uit wat congruentie is (definitie), en wat de functie en vorm ervan is (zo algemeen mogelijk, niet
specifiek gericht op gesproken talen of gebarentalen).
Antwoord 1: ‘Werkwoordscongruentie’ wil zeggen dat er een bepaald soort overeenkomst is tussen
de werkwoordsvorm en één of meer zinsdelen in de zin, bijvoorbeeld tussen het werkwoord en het
onderwerp van de zin (= definitie). Met ‘overeenkomst’ wordt bedoeld dat de werkwoordsvorm zich
op de een of andere manier aanpast aan bijvoorbeeld het Onderwerp van de zin. Bijvoorbeeld: als
het Onderwerp van de zin ‘derde persoon enkelvoud’ is (bijv. ‘hij’ of ‘zij’, of ‘Jan’), past de
werkwoordsvorm zich daaraan aan. Er wordt dan bijvoorbeeld een ‘stukje’ (een morfeem) aan het
werkwoord vastgeplakt dat ook ‘derde persoon enkelvoud’ betekent. Aan dat stukje aan het
werkwoord kun je dus zien dat het Onderwerp van de zin ‘derde persoon enkelvoud’ is. Voorbeeld
uit het Nederlands: ‘Jan geef-t mij een boek’.
Onderwerp: Jan: derde persoon enkelvoud.
Congruentie-morfeem: ‘-t’.
Betekenis van ‘-t’: ‘Onderwerp is 2e of 3e persoon enkelvoud.’
De functie van congruentie is dat de vorm van het werkwoord een aanwijzing geeft wat het
Onderwerp van de zin is (en eventueel wat het LV/MV/e.d. is). Congruentie helpt je dus om het
Onderwerp van de zin te vinden (en eventueel het LV/MV/e.d.). Met andere woorden: congruentie
helpt je om te begrijpen hoe de zin in elkaar zit. De vorm (het middel) van congruentie is vervoeging:
systematische vormveranderingen van werkwoorden. Door middel van regels voor de vervoeging van
werkwoorden maak je werkwoordsvormen die aangepast zijn (overeenkomen met) bijvoorbeeld het
Onderwerp van de zin.

, Opdracht 2
Congruentie betekent letterlijk ‘overeenkomst’. Wat is er dan voor ‘overeenkomst’ bij de congruentie
van werkwoorden? Leg dit uit aan de hand van een vb. uit het Nederlands en een vb. uit de NGT.
Antwoord 2: Bij de congruentie van werkwoorden is er altijd een overeenkomst tussen de
werkwoordsvorm en één of meer zinsdelen van de zin: In het Nederlands is er bij
werkwoordscongruentie overeenkomst tussen de werkwoordsvorm en het Onderwerp van de zin.
Bijvoorbeeld: ‘Hij plaagt mij’: Het Onderwerp is ‘derde persoon enkelvoud’, de werkwoordsvorm past
zich daaraan aan: ‘-t’ betekent ook ‘(tweede of) derde persoon enkelvoud’. Er is daardoor
overeenkomst tussen het Ond en de werkwoordsvorm, namelijk wat betreft het kenmerk ‘derde
persoon enkelvoud’. (‘persoon en getal’) In de NGT is er bij werkwoordscongruentie ook
overeenkomst, vaak zelfs met meer dan één zinsdeel. Bijvoorbeeld: INDEX3a 3aPLAGEN1//
‘Hij plaagt mij.’ Het Ond in deze zin is ‘derde persoon enkelvoud’ (‘hij’) en kennelijk eerder geplaatst
(gelocaliseerd) op locatie 3a. Met andere woorden: het Ond van deze zin, degene die plaagt, is
verbonden met locatie 3a. De basisvorm van het werkwoord PLAGEN wordt daaraan aangepast:
locatie 3a wordt het beginpunt van de beweging van het werkwoord. De overeenkomst tussen de
werkwoordsvorm en het Ond van de zin is dus dat het Ond gekoppeld is aan locatie 3a, en de vorm
van PLAGEN ook: de beweging van het werkwoord begint op locatie 3a. Het LV in deze zin is ‘eerste
persoon enkelvoud’ (‘mij’, de gebaarder zelf). Het LV van deze zin, degene die geplaagd wordt, is dus
verbonden met locatie 1. De basisvorm van het werkwoord PLAGEN wordt daaraan aangepast:
locatie 1 wordt het eindpunt van het werkwoord. De overeenkomst tussen de werkwoordsvorm en
het LV van de zin is dus dat het LV gekoppeld is aan locatie 1, en de vorm van PLAGEN ook: de
beweging van het werkwoord eindigt op locatie 1. In dit voorbeeld heeft de werkwoordsvorm dus
niet alleen overeenkomst met het Ond (locatie 3a) maar ook met het LV (locatie 1).

Opdracht 3
Waarom heeft congruentie zowel met morfologie als met syntaxis te maken?
Antwoord 3: De vorm van congruentie is de vervoeging van werkwoorden. ‘Vervoeging’ houdt in:
systematische vormveranderingen van werkwoorden. Dat is dus iets wat hoort bij de morfologie van
een taal. De functie van congruentie is dat de werkwoordsvorm laat zien wat het Onderwerp (en
LV/MV) van de zin is. ‘Onderwerp’, ‘LV’, ‘MV’, etc., zijn syntactische functies. De functie van
congruentie heeft dus te maken met de structuur van de hele zin - en dit hoort bij de syntaxis.

Opdracht 4
Is ‘vervoeging’ hetzelfde als ‘congruentie’? Licht je antwoord duidelijk toe.
Antwoord 4: De term ‘congruentie’ is de overeenkomst van de werkwoordsvorm met één of meer
zinsdelen in de zin, met als doel aan te geven wat het Onderwerp (en LV/MV) van de zin is.
‘Vervoeging’ is alleen maar het middel voor congruentie, de vorm (morfologie). Het middel
‘vervoeging van werkwoorden’ speelt niet alleen een rol bij congruentie, maar kan ook voor andere
dingen gebruikt worden als middel (zie Opdracht 5).

Opdracht 5
Vervoeging van werkwoorden is een middel dat niet alleen gebruikt wordt voor congruentie, maar
dat ook voor andere dingen gebruikt kan worden. Geef een NL en NGT voorbeeld.
Antwoord 5: Nederlands: de vervoeging van werkwoorden voor Verleden Tijd. Ook dan is er sprake
van de systematische vormverandering van werkwoorden (namelijk: steeds dezelfde
vormveranderingen bij een grote groep werkwoorden), alleen dan met als doel: de uitdrukking van
Verleden Tijd. NGT: de vervoeging van werkwoorden voor Aspect. Ook dan is er sprake van de
systematische vormverandering van werkwoorden (namelijk: steeds dezelfde vormveranderingen bij
een grote groep werkwoorden), alleen dan met als doel: de uitdrukking van Aspect.

Opdracht 6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shonaasmit. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $22.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$22.01
  • (0)
  Add to cart