100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Formeel strafrecht: Oefententamen met antwoorden $7.54
Add to cart

Exam (elaborations)

Formeel strafrecht: Oefententamen met antwoorden

 55 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document bevat oefenvragen inclusief antwoorden.

Preview 2 out of 7  pages

  • April 4, 2023
  • 7
  • 2020/2021
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Oefententamen Formeel strafrecht, Blok 2.6

1. 10 punten

Daan is op 2 augustus 2020 aangehouden voor een ernstig strafbaar feit. Op 12 augustus 2020
beveelt de rechtbank zijn gevangenhouding. Het onderzoek ter terechtzitting vangt aan op 9
november 2020 en op 13 november 2020 wordt Daan veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4
jaar. Daan gaat al op de dag van de uitspraak in hoger beroep. Hij denkt dat hij meteen vrijkomt
omdat zijn gevangenhouding niet langer kan duren, de zaak ligt nu immers bij het gerechtshof. Heeft
Daan gelijk (6 punten)? En welke grond zou in hoger beroep door het hof kunnen worden
toegevoegd (4 punten)?

2. (10 punten)

Richtlijn 2013/48/EU betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures houdt
onder meer het volgende in:

‘De verdachten of beklaagden hebben zonder onnodig uitstel toegang tot een advocaat.’

Bespreek twee modaliteiten van dit recht, zoals inmiddels in ons Wetboek van Strafvordering
opgenomen.

3. 10 punten

Wilma wordt vervolgd wegens eenvoudige belediging (art. 266 Sr). De tenlastelegging houdt in dat:

‘zij op 1 december 2020 Pieter mondeling beledigd heeft met de woorden ‘gore mierenneuker’ of
woorden van gelijke, beledigende strekking.’

Op de zitting raakt de officier van justitie in paniek. Wat kan de officier van justitie doen ten aanzien
van de volgende twee punten? De officier van justitie is vergeten is het bestanddeel ‘in zijn
aanwezigheid’ op te nemen (5 punten). Ook blijkt Pieter een politieagent te zijn, zodat de officier van
justitie de strafverzwaring van art. 267 sub 2 Sr ook wil opnemen in de tenlastelegging (5 punten).

4. 10 punten

Noem aan de hand van ten minste twee van de voorgeschreven arresten van het EHRM 5 concrete
rechten die voor de verdachte voortvloeien uit art. 6 EVRM.

5. 10 punten

Op een regenachtige ochtend in februari rijdt Jos J. in zijn SUV naar zijn volgende werkafspraak in
Utrecht over de snelweg A12. Het zicht is door de regen erg slecht, maar Jos is al een kwartier te laat
en rijdt daarom met een snelheid van 150 km/uur. Ondertussen zoekt hij in zijn werkkoffer naar zijn
mobiele telefoon, zodat hij zijn collega’s een bericht kan sturen over zijn verlate aankomsttijd. Terwijl
hij in zijn koffer grist, slingert hij met zijn auto over de rijbaan en vluchtstrook. Op de vluchtstrook
staat een auto met een lekke band. Jos’ voertuig raakt de auto met een snelheid van 140 km/uur en
een van de inzittenden wordt uit de auto met pech geslingerd en overlijdt ter plekke. Jos houdt aan
de aanrijding een hersenschudding en gebroken sleutelbeen over.

De politie arriveert niet veel later en Jos wordt aangehouden. De officier van justitie verdenkt hem
van overtreding van art. 6 jo. 175 lid 2 aanhef en onder a WVW 1994. Hij besluit Jos, gelet op diens

, letsel, een strafbeschikking op te leggen met daarin een taakstraf voor de duur van 200 uren en een
ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 jaren.

Bespreek gemotiveerd of deze strafbeschikking in dit geval mag worden opgelegd.

6. 10 punten

Ga er voor de beantwoording van de volgende vragen vanuit dat geen strafbeschikking is
uitgevaardigd, maar Jos gedagvaard wordt. Op het onderzoek ter terechtzitting is alleen de raadsman
van Jos aanwezig. Hij verklaart Jos vaker te hebben bijgestaan, maar hem recentelijk niet meer te
hebben gesproken. Hij is er echter van overtuigd dat Jos hem als advocaat wil. Van de vriendin van
Jos heeft hij vernomen dat Jos ziek is op dit moment. Hij verzoekt daarom tot aanhouding van de
zaak om Jos gebruik te laten maken van zijn aanwezigheidsrecht of om alsnog gemachtigd te worden
als raadsman.

Bespreek gemotiveerd of het de rechtbank is toegestaan om zonder meer verstek te verlenen en de
zaak zonder aanwezigheid van Jos of raadsman te behandelen.

7. 10 punten

Jos is ook nog verdachte in een andere strafzaak. Hij heeft zich goed ingelezen in zijn dossier en kent
alle processtukken van binnen naar buiten. Aan twee getuigen, van wie een getuigenverklaring in het
dossier is opgenomen, zou Jos graag op het onderzoek ter terechtzitting nadere vragen willen stellen
over hun eerder afgelegde verklaring. Hiertoe heeft Jos een verzoek ingediend bij de officier van
justitie. Ten aanzien van een van deze getuigen (getuige A) heeft de officier van justitie al voor de
zitting aangegeven hem niet op te roepen omdat het verzoek om getuige A op te roepen niet
voldoende is onderbouwd. De verdachte zou zodoende ook niet in zijn verdedigingsbelang worden
geschaad. Bij aanvang van de zitting blijkt dat de andere getuige (getuige B), ondanks de oproeping,
niet te zijn verschenen.

Bespreek gemotiveerd of Jos alsnog kan bewerkstelligen om getuige A (5 punten) en getuige B (5
punten) op de zitting te laten verschijnen en op welke wijze de rechtbank hiermee om moet gaan.

8. 10 punten

In het nieuwe, moderne Wetboek van Strafvordering zal de regeling over vormverzuimen als volgt
worden vormgegeven met betrekking tot bewijsuitsluiting en de niet-ontvankelijkheid van de officier
van justitie. Bespreek voor beide rechtsgevolgen een overeenkomst (5 punten) en een verschil (5
punten) met betrekking tot de huidige regeling. Gebruik daarbij twee voorgeschreven arresten.

Bewijsuitsluiting

‘Artikel 4.3.14

1. Indien bij de verkrijging van bewijsmiddelen onrechtmatig is gehandeld, kunnen deze bijdragen
aan het bewijs van het tenlastegelegde feit tenzij het belang van een goede rechtsbedeling zich daar
tegen verzet.

2. Bij onrechtmatig handelen door het openbaar ministerie of opsporingsambtenaren kan het belang
van een goede rechtsbedeling meebrengen dat de resultaten worden uitgesloten als bewijs teneinde
te bevorderen dat in overeenstemming met de geschonden norm wordt gehandeld.’

Niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie

‘Artikel 4.3.15

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annever. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.54  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added