100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting BINO Optometrie leerjaar 2 blok C $11.28   Add to cart

Summary

Samenvatting BINO Optometrie leerjaar 2 blok C

 46 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Bevat; Werkcollege 1 tm 4 Readers: Incomitante motiliteit Myogeen en mechanisch Neurogeen En automatisch de leerdoelen van hc 1

Preview 4 out of 112  pages

  • April 5, 2023
  • 112
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
BINO optometrie leerjaar 2 blok C

Herhaling leerjaar 1
De kernen van nIII, nIV, NVI plaats




6 extraoculaire spieren van het oog
Spier Primaire stand Adductie Abductie
M. rectus medialis Adductie
M. rectus lateralis Abductie
M. rectus superior Elevatie (p) Elevatie (↓) Alleen elevatie
Incucloductie (S) Incycloductie (↑)
Adductie (S) Adductie` Waarom: hoek
Waarom: hoek spieras optische as = spieras =
– optische as wordt 0
groter
M. rectus inferior Depressie (P) Depressie v Alleen depressie
Excycloductie (S) Excycloductie ^ Waarom: hoek
Adductie (S) Adductie ^ optische as = spieras =
Waarom: hoek spieras 0
– optische as wordt
groter
M. obliquus superior Incycloductie (P) Depressie ^ Incycloductie ^
Depressie (S) Waarom: hoek Waarom: hoek
Abductie (S) optische as = spieras =
0
M. obliquus inferior Excycloductie (P) Elevatie ^ Excyclodcutie ^
Elevatie (S) Waarom: hoek Abductie ^
Abductie (S) optische as = spieras = Waarom: hoek spieras
0 – optische as wordt
groter
- Anulus van Zinn
o Wordt gevormd door de vier aanhechtingspunten van de vier rechte
oogspieren

- Musculus obliquus superior bulbi (bovenste schuine oogspier)

, o Ontspringt medial aan het lichaam van het wiggenbeen
o Dicht bij de rand van de oogkas loopt zijn pees door de trochlea
o Hierdoor maakt hij een scherpe bocht naar achter en zit vast onder de
musclus rectus superior bulbi op de temporale zijde van de oogbol

- Musculus obliquus inferior bulbi
o Ontspringt mediaal aan de margo infraorbitalis en loopt naar de temorpalde
zijde van de oogbol

Verloop innervatie van de uitwendige oogspieren
1. Supra-nucleair (hogere blikcentra in de hersenen), aansturing naar:
2. Inter-nucleair (blik centra in de hersenstam), aansturing naar:
3. Oculomotore kernen/ nucleï (nIII, nIV, nVI in de hersenstam), inntervatie via:
4. Zenuwbanen nIII, nIV, nVI van de hersenstam naar het oog, door:
5. Circulus artiosus (cirkel van Willis), door:
6. Sinus cavernousus, door:
7. Fissura orbitalis inferior (binnen de cirkel van Zinn), naar:
8. Uitwendige oogspieren (in de oogkas)




Oogspierfuncties

,Termologie werkingen van het oog
Incomitant
= Scheelzienshoek is in alle richtingen niet hetzelfde

Comitant
= Scheelzienshoek is in alle richtingen hetzelfde

Agonist
= De spier va een oog die aanspant in de gewenste blikrichting
(waarvan de werking opweegt tegen die van de antagonist)

Synergist
= Twee spieren die in dezelfde blikrichting werken

Antagonist
= De spier die de tegenovergestelde werking heeft van de agonist

Ipsilateraal
= Hetzelfde oog

Contralateraal
= Tegenovergestelde oog

, Abdcutie
= Naar buiten bewegen

Adductie
= Naar binnen bewegen

Incyclotorsie
= Naar binnen draaien (rollende beweging)

Excyclotorsie
= Naar buiten draaien (rollende beweging)

Yoke muscles
= Spieren van beide ogen die als synergisten werken

Wet van Hering
= Er gaat een gelijkwaardige en gelijktijdige hoeveelheid prikkels (impulsen) naar de
synergisten. Deze regel heeft meestal betrekking op de innervatie van twee ogen

Wet van Sherrington
= Bij prikkeling van de agonist gaan gelijktijdige prikkels naar de antagonist (om deze spier te
ontspannen). De wet van Sherrington heeft betrekking op de innervatie van één oog.

Decompensatie van een heteroforie
= een op infantiele leeftijd ontstane heteroforie gaat over in de heterotropie of heeft
onvoldoende compenserende motorische fusie voor het behouden van comfortabel BEZ. Er
kan sprake zijn van intermitterende diplopie, asthenopie of suppressie.

Ezelsbruggetje RAD SIN
Rectie = Adductie
(Dus obliqui = abductie)
Superiori = Incyclo
(dus inferiori = excyclo)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sigridmooibroek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.28  5x  sold
  • (0)
  Add to cart