Samenvatting MER H1
De plaats van het goederenrecht
1.2: 5 soorten rechtsgebieden:
1. Staatsrecht
2. Bestuursrecht
3. Strafrecht
4. Internationaal recht
5. Burgerlijk recht
Burgerlijkrecht gaat over de juridische relaties tussen personen.
Rechtspersonen: bedrijven en instellingen die en eigen juridische leven leiding
in het recht. VB: stichtingen of verenigingen.
Het Burgerlijk recht regelt de juridische relaties tussen burgers, maar ook
tussen een burger en bedrijf of instelling of tussen bedrijf en instellingen,
rechtspersonen zijn bedrijven en instellingen die en zelfstandig leven leiden
in het rechtsverkeer.
1.3: Kenmerken voor het burgerlijke recht is dat burgers eb bedrijven hun
particuliere belangen regelen. Het burgerlijke recht geeft regels voor de manier
waarop dit moet gebeuren. Want bij het nastreven van de eigen belangen kan
een burger of bedrijf gemakkelijk de belangen van anderen over het hoofs zien.
Of de regels van het burgerlijke recht gehandhaafd worden, is afhankelijke
van de betrokkenen. Het burgerlijke recht kent gene opsporingsapparaat dat
toeziet op de naleving van het burgerlijke recht
1.4: 3 delen van het burgerlijke recht:
1. Personen- en familierecht
2. Rechtspersonenrecht
3. Vermogensrecht
1: Dit regelt de juridische kanten van familierelaties. VB: huwelijk of gezag over
minderjarige.
2: dit is een organisatie die zelfstandig aan het recht deelneemt. Het vermogen
van de rechtspersoon staat los van het vermogen van de bestuurders van de
rechtspersoon. Er zijn 4 soorten rechtspersonen: vereniging, stichting,
naamloze vennootschap en besloten vennootschap.
3: Dit is verreweg het grootste deel van het burgerlijke recht. Dit deel gaat over
zakelijke relaties tussen (natuurlijke of recht) personen. Het beschrijft
juridische relaties die in geld zijn uit te drukken. VB: huur of eigendom.
,1.5: Vermogensrecht: het geheel aan bezittingen en schulden. Omdat schulden
er ook bij hoort kan het zijn dat bepaalde mensen een negatief vermogen
hebben. Hierbij zijn hun schulden meer dan hun bezittingen. Dit vermogen
wisselt eigenlijk voortdurend omdat salaris op een bepaalde datum binnen
komt en uitgaven verschillen van datum.
Om het nog preciezer te zeggen bestaat het vermogen niet uit bezittingen en
schulden maar uit op geld waardeerbare rechten en plichten.
De rechten waaruit iemands is opgebouwd, worden vermogensrechten
genoemd.
Kenmerkend hiervoor is:
Ze zijn op geld waardeerbaar. Dit wil zeggen dat je de waarde van deze
rechten in geld kunt uitdrukken.
Het is te overdragen aan andere.
Erfrecht: een bijzonder deel van het vermogensrecht. Dit zijn de rechten
waaruit iemands vermogen is opgebouwd. VB: koopovereenkomst of
eigendomsrecht.
Het vermogen van een persoon is opgebouwd uit op geld waardeerbare
rechten en plichten. De rechten waaruit een vermogen is opgebouwd,
worden vermogensrechten genoemd. Vermogensrechten kunnen worden
uitgedrukt in een waarde in geld en ze zijn verhandelbaar.
1.6: Vermogensrechten zijn te verdelen in absolute en relatieve rechten.
Absolute: Deze beschrijven de zeggenschap die ene bepaalde persoon heeft
over een goed.
Goederenrecht: De beschrijving van de verschillende absolute rechte op
goederen. En het is onderdeel van het vermogensrecht.
Relatieve: De juridische relatie tussen personen. Het gaat er dan om welke
prestatie(s) zij van elkaar tegoed hebben. Het schept rechten en plichten
tussen personen.
Verbintenissenrecht: de relatieve rechten. Ook een onderdeel van het
vermogensrecht. Het beschrijft de rechten en plichten die tussen personen
bestaan
Het vermogensrecht bestaat uit absolute en relatieve rechten. Absolute
vermogensrechten beschrijven de zeggenschap die personen over goederen
hebben. Relatieve vermogensrechten beschrijven juridische relaties tussen de
personen.
, Samenvatting MER H2
Inleiding goederenrecht
2.2
Het vermogen van een persoon bestaat het activa en passiva. De passiva zijn de
schulden. De activa zijn de positieve onderdelen van het vermogen. De BW
noemt deze activa goederen. In het gewone spraakgebruik verstaan we onder
goederen alleen tastbare voorwerpen.
Zaken: dit zijn stoffelijke (tastbare) voorwerpen die voor menselijke beheersing
vatbaar zijn. Onder zaken vallen alle tastbare voorwerpen waarvan een mens
eigenaar kan zijn.
(On)roerende zaken: de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen en de met
grond duurzaam verenigde beplantingen en gebouwen. VB: Een huis of een
bos. Alle zaken die niet ontroerend zijn roerend. Voorbeeld een fiets of een
boek.
Bij de vraag of een zaak ontroerend is gaat het er vooral om wat het betekent
dat een zaak duurzaam met de grond is verenigd. Lang werd gedacht dat
bepalend daarvoor was of een zaak verplaatsbaar is. Als dat het geval is is de
zaak roerend en anders niet. Ook als een zaak bedoeld is om duurzaam ter
plekke te blijven wordt een zaak als onroerend aangemerkt.
Hoofdzaken en bestanddelen: bestanddelen leider geen zelfstandig leven in het
recht, zij horen bij een hoofdstuk en volgen, ook juridisch gezien, de hoofdzaak.
Voor bestand stelen gaan de twee omschrijvingen:
1. Een zaak die naar verkeersopvatting woord bij een andere (hoofd)zaak.
2. Een zaak die zozeer met een andere (hoofd)zaak verbonden is dat hij
daarvan niet los te maken is zonder aanzienlijke schade.
Verkeersopvatting wil zeggen dat een bestand stil naar de algemene opvatting
in de maatschappij bij de hoofdzaak gehoord. Voorbeeld: fietsbel of een
plavuizen vloer in de woonkamer van een huis. Het is van belang om te weten
of een zaak een bestanddeel is omdat de eigenaar van de hoofdzaak
automatische ook eigenaar is van het bestanddeel. De eigenaar van de fiets is
automatisch ook eigenaar van de zadel die hij op zijn fiets monteert zelfs als dit
zadel van een ander is.
Vermogensrecht: in tegenstelling tot zaken zijn vermogensrechten niet
tastbaar. Maar ze vormen vaak wel een belangrijk onderdeel van iemands
vermogen. Het zijn alle rechten die op geld waardeerbare zijn in die een
rechthebbende een ander over kan dragen. Het is dus geld waard, want ze
geven aan dat een persoon een bepaald recht kan uitoefenen. Voorbeeld: de
loonvordering die een werknemer heeft op zijn werkgever.
, De positieve bestanddelen van een vermogen worden goederen genoemd.
Goederen zijn alle zaken en vermogensrechten. Zaken zijn
tastbare voorwerpen waarvan een persoon eigenaar kan zijn.
Vermogensrechten zijn alle rechten die op een geld waardeerbare zijn en die
de rechthebbende over kan dragen aan een ander.
2.3
Het BW kunnen twee soorten goederen: registergoederen en niet
registergoederen. Kenmerkend voor een registergoed is dat het goed past aan
een ander kan worden over dragen als deze overdracht is ingeschreven in het
openbaar register. Pas na inschrijving is de overdracht geldig. Ben niet-register
goederen geldt deze voorwaarden van inschrijving niet.
Registergoederen zijn:
Alle ontroerende zaken
Alle te boek gestelde schepen (van 20 ton of meer)
Alle te boeken gestelde vliegtuigen (20 ton of meer)
Alle absolute terecht op de registergoederen.
Procedure van kopen overdracht:
Stap 1: Eerst sluiten koper en verkoper een koopovereenkomst. Daarin maken
ze de afspraken over het pand, de koopsom, de voorwaarden waaronder de
koop plaatsvindt en de datum van de eigendomsoverdracht.
Stap 2: pas na het sluiten van de koopovereenkomst vindt de
eigendomsoverdracht plaats. Van deze eigendomsoverdracht moet een akte
worden opgemaakt door een notaris. Dit is de transportakten.
Stap 3: op het moment dat de transportakte door de notaris wordt
ingeschreven in de openbare gister op het kadaster, moeten kopen eigenaar
van het huis.
Onderscheid registergoederen en niet registergoederen: het systeem van
openbare register die voor iedereen ter inzage zijn, bied zekerheid in het
handelsverkeer. Bovendien kan in het openbaar register worden nagegaan of
er absolute rechten op de goederen rusten. Toch heeft de wetgever niet voor
alle goederen gekozen voor registratie in het openbare register, omdat het
praktisch onmogelijk is. Vandaar dat de wetgever werkt met twee soorten
goederen: registergoederen en niet registergoederen. Alleen voor de
registergoederen geldt dat voor hun overdracht inschrijven op het kadaster
vereist is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeebakker3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.71. You're not tied to anything after your purchase.