Samenvatting 4.3 Forensische Orthopedagogiek - Thema 2: LVB en trauma
24 views 0 purchase
Course
4.3 Forensische Orthopedagogiek
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Samenvatting van het tweede thema van het tentamen 4.3 Forensische Orthopedagogiek. Je kan deze samenvatting ook kopen in een bundel voor het gehele thema.
Hendriks, J., Stams, G. & Asscher, J. (2021). Handboek Forensische Orthopedagogiek.
(H4) – Licht verstandelijke beperking en delinquentie
Een LVB betreft beperkingen in het intellectuele en adaptief functioneren. Al een langere tijd is er
onderzoek naar lage intelligentie in verband met criminaliteit. Eugenetici zijn mensen die zich
bezighouden met onderzoek naar erfelijke kwaliteiten met als doel het menselijk ras verbeteren. Positieve
eugenetische maatregelen richten zich op het bevorderen van het gezonde ras en negatieve eugenetische
maatregelen moeten voorkomen dat ‘zwakkeren’ zich voortplanten. In 1900 werden er bewijzen gevonden
voor het samen voorkomen van intelligentie en criminaliteit, waardoor maatregelen zoals sterilisatie
gelegitimeerd werden. Nu weten we dat lage intelligentie een voorspeller is, maar geen vaststaan feit. Er
wordt met onderzoek bewezen dat de relatie tussen IQ en criminaliteit lineair verloopt, maar met een knik:
beneden een bepaald IQ niveau neemt de criminaliteit weer af (mogelijk te laag niveau, of meer toezicht).
Meer dan gemiddeld komen mensen met een LVB in het strafrechtketen voor. Echter, zijn er wel veel
verschillen in prevalentiecijfers in verschillende onderzoeken. Dit komt door:
- Verschillende definities van LVB
- Verschillende methodes om LVB vast te stellen
- Onvolledige data of selecte populatie
- Vertekening van IQ-scores door bv. stress, drugs of psychische problemen
In Nederland is er weinig onderzoek naar prevalentie gedaan, maar er wordt geschat dat 10% van de
mensen in de reguliere detentie een LVB hebben en 15-20% van de mensen op bijzondere afdelingen met
een LVB. Bij jongeren ligt dit hoger (30-40%).
Dat er veel mensen met een LVB in de criminaliteit en in de strafrechtketen zitten, betekent niet dat zij ook
meer delinquent gedrag vertonen. Differential detection hypothese = vergrote kans voor iemand met een
laag IQ om gepakt te worden door de politie (door minder goed plannen, sporen wissen etc.). Mensen met
een hoger IQ zijn simpelweg cognitief vaardiger in het niet door de politie gepakt te worden. Andere
verklaring: mensen met een lager IQ laten weinig sociaal gewenst gedrag zien, waardoor ze in de
rechtbank vaker en harder gestraft worden. Het zou ook kunnen dat mensen met een LVB minder inzicht
hebben in oorzaak-gevolg relaties en hierdoor ook vaker valse verklaringen afleggen. Nog een andere
verklaring kan zijn dat mensen met een LVB moeite hebben met opvolgen van regels en voorwaarden.
Hierdoor zouden ze vaker in detentie terecht komen.
Jongeren met een LVB hebben dezelfde risicofactoren voor crimineel gedrag als gemiddeld begaafde
jongeren. Mogelijk hebben dezelfde risicofactoren wel een andere impact (wegen mogelijk zwaarder bij
LVB jongeren). Bij LVB jongeren is er vaker sprake van:
, Stress in het gezin Ongunstige woonsituatie Gescheiden ouders
Fysieke straffen & slechte relatie met moeder Problemen op cognitieve en sociale
vaardigheden/relaties
Cumulatief risicomodel: hoe meer opeenstapeling van risicofactoren, des te groter de kans op
maatschappelijke problemen (zoals antisociaal en delinquent gedrag). Het wel/niet ontwikkelen van
delinquent gedrag hangt dus af van meerdere factoren bij het kind, het gezin of in de omgeving:
Kindfactoren. Een kind met een LVB heeft vaker:
Schooluitval: kan leiden tot meer Verminderde sociale Gevoeliger voor beïnvloeding
hangen op straat, wat kan leiden vaardigheden: anderen verkeerd leeftijdsgenoten: deviancy
tot delinquent gedrag. begrijpen, geen sociaal training
adequaat gedrag
Problemen in de Minder probleemoplossende Minder
agressieregulatie vaardigheden verantwoordelijkheidsgevoel en
controle over gedrag
Minder beschermende factoren: Moeite met plannen van
bijvoorbeeld moeilijk om goede activiteiten en taken: waardoor
relatie op te bouwen kans op straat hangen groter
wordt
Gezinsfactoren. Ouders van een kind met een LVB hebben vaker:
Minder voldoening uit interactie Verminderd competentiegevoel Sociale isolatie
met kind, kind voldoet minder in omgang kind
aan verwachtingen
Slechte partnerrelatie Rapporteren meer negatieve Meer behoefte aan
levensgebeurtenissen ondersteuning
Wisselwerking gedragsproblemen en slechte Ouders mogelijk ook LVB of lager cognitief
ouder-kind relatie functioneren: sociale armoede, vijandige
opvoedstijl
Omgevingsfactoren. Een kind of systeem met een LVB heeft vaker:
Lage SES Slechtere buurt Verkeerde herkenning kan leiden
tot overvraging
De interventie voor delinquent gedrag moet aansluiten bij de beperking van de jongere → om behandeling
te kunnen aanpassen naar het niveau van de jongere, moet eerst bekend zijn dat iemand een LVB heeft
(wordt vaak laat ontdekt). Dit is van belang bij het bieden van een passende straf, omgang met de
gedragsproblemen, etc. Een IQ-onderzoek is erg belangrijk.
2
, Conclusie: Het behandelaanbod in de forensische zorg moet aansluiten bij de LVB mensen. Hiervoor is
tijdige en adequate diagnostiek van de LVB nodig. Als dit niet gebeurt, wordt zorg geboden die niet
passend is en zal de zorg daardoor minder effect hebben. In de strafrechtketen komt steeds meer
aandacht voor het ontwikkelen van passende tools en interventies voor kinderen en jongeren met een
LVB.
(H7) – Etiologie van kindermishandeling en verwaarlozing
Kindermishandeling (volgens de Nederlandse Jeugdwet, artikel 1.1) = elke vorm van voor een
minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische en seksuele aard, die de
ouders of andere personen t.o.v. wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid
staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden
berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
Kindermishandeling kan grofweg worden ingedeeld in:
- Actief: actief schade aanbrengen aan het kind, in de vorm van fysieke mishandeling, emotionele
mishandeling of seksueel misbruik
- Passief: passief schade aanbrengen aan het kind, in de vorm van fysieke, emotionele en medische
verwaarlozing of het kind getuige laten zijn van (huiselijk)geweld wat voor het kind een
traumatische gebeurtenis kan zijn
Obstakels in etiologisch (oorzakelijk) onderzoek:
1. Gebrek aan een eenduidige definitie: wordt vaak gekoppeld aan de wetgeving en die is
verschillend tussen landen.
2. Verschillende mishandelingsvormen komen vaak tegelijktijdig voor + andere problematiek: dit
maakt het moeilijk te herleiden welke factoren tot mishandeling hebben geleid.
3. Moeite met het accuraat vaststellen welke kinderen wel/niet slachtoffer zijn: diagnostiek van
kindermishandeling is zeer complex, omdat het multidisciplinair onderzoek vereist. In onderzoek
hiernaar wordt vaak geen diagnostiek uitgevoerd, maar worden meldingscijfers gevraagd (er is in
de werkelijkheid onderrapportage dus dit geeft geen correct beeld). Veelgebruikte
onderzoeksmethode is ook zelfrapportage, maar dit is lastig om in te vullen als je mishandeld
wordt/bent.
In monocausale theorieën staat één oorzaak van mishandeling centraal.
- Gehechtheidstheorie van Bowlby: slechte ouder-kind relatie zorgt voor veel stress rondom het
gedrag van het kind. Dit kan leiden tot mishandeling van het kind.
- Psychodynamische verklaring van Freud: afwijkende mentale processen bij de ouder (bv. zelfs
mishandeld vroeger) zorgt voor een verstoorde ouder-kind relatie bij het eigen kind. Dit kan leiden
tot mishandeling van het eigen kind.
- Leertheoretisch perspectief: ouders hebben disfunctioneel gedrag geleerd/te weinig adequaat
gedrag geleerd in de eigen ontwikkeling. Deze ouders weten niet hoe zij gedrag aan de eigen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rozemarijnnoelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.