Week 1: (B1)
Basisinformatie regionale crisisbeheersing:
Hoofdstuk 1: Achtergrond
De Wvr (Wet Veiligheidsregio's) vormt de basis voor de wijze waarop tegenwoordig Nederland de
regionale crisisbeheersing heeft georganiseerd. Deze trad in werking in het najaar van 2010.
Veranderingen door Wvr:
• Beheer brandweerkorpsen ondergebracht bij de 25 veiligheidsregio's
• Bijzondere rol toegedicht aan de voorzitter van de veiligheidsregio
○ Voorzitter = burgemeester van de grootste gemeente in het betreffende gebied
Hoofdstuk 2: Wetshistorie
Op grond van de Wvr is de samenwerking tussen gemeenten geformaliseerd. De Wvr verplicht
gemeenten om in regionaal verband een veiligheidsregio te vormen. Het bestuur van de
veiligheidsregio heeft op grond van de Wvr een coördinerende rol bij de rampenbestrijding en de
crisisbeheersing. Ook is de betrokkenheid van de rijksoverheid bij de rampenbestrijding en
crisisbeheersing toegenomen.
Definities:
Ramp:
Een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis, waarbij het leven en de gezondheid van veel
personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden
bedreigd, en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende
disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.
Crisis:
Kunnen meerdere factoren in het spel zijn en er is veelal geen sprake van een plotselinge,
duidelijke gemarkeerde overgang van een normale naar een buitengewone situatie. Anders dan
bij een ramp, gaat het bij een crisis meestal niet over één gebeurtenis; de oorsprong van een
crisis is vaak verdeelder dan van een ramp.
Rampenbestrijding:
Begrip wordt vooral gebruikt in relatie tot de bestrijding van 'klassieke' rampen, en is te
beschouwen als een vorm van crisisbeheersing.
Crisisbeheersing:
Gaat over de preparatie, repressie en nafase van zowel rampen als andersoortige crises.
Definitie crisisbeheersing van de Wvr:
De handhaving van de openbare orde oftewel 'het geheel van maatregelen en
voorzieningen, met inbegrip van de voorbereiding daarop, dat het gemeentebestuur of het
bestuur van een veiligheidsregio in een crisis treft ter handhaving van de openbare orde
Hoofdstuk 3: Soorten rampen en crises
De range van rampen en crises is groot. Ze kunnen zich op vele terreinen en in verschillende gedaantes
voordoen. Niet één ramp of crisis is gelijk. Elke gebeurtenis heeft weer zo zijn eigen karakteristieken.
Het domein van (potentiële) rampen is niet per definitie gelijk aan de omvang van de gebeurtenis. Het
heeft vooral betrekking op de schaal waarop de effecten voelbaar zijn. Er zijn 5 domeinen te
onderscheiden waarbinnen rampen/crises zich kunnen voordoen:
• Transnationaal
○ Als er voor meerdere landen gevolgen zijn. Dergelijke crises zullen niet alleen van de
Nederlandse overheid, maar ook van andere landen en Europese en/of internationale
instanties een reactie vragen
▪ Voorbeeld
□ Aswolk uit een IJslandse vulkaan die in april 2011 over Europa trok,
verschillende Europese landen sloten hierom hun luchtruim, waardoor het
Europese vliegverkeer volledig stil lag.
• Nationaal
Crisis Pagina 1
, • Nationaal
○ Als er een landelijke impact is.
▪ Voorbeeld
□ Watersnoodramp in 1953
□ Moord op Pim Fortuyn in 2000
□ Moord op Theo van Gogh in 2004
• Trans- of bovenregionaal
○ Als de gevolgen regio-overschrijdend zijn
▪ Voorbeeld
□ Hoogwatersituaties in 1993 en 1995
□ Brand bij Chemie-Pack in 2011
• Regionaal
○ Als de gevolgen zich voordoen op regionaal niveau
▪ Voorbeeld
□ Gevolgen van de explosie bij CMI in 1996
□ Hagelstorm in Zuidoost-Brabant in 2016
□ Gasstoring in Apeldoorn in 2015
• Lokaal
○ Incidenten waarvan de gevolgen normaal gesproken beperkt blijven tot het lokale niveau
▪ Voorbeeld
□ Verkeersongevallen
□ Geweldsincidenten
Naast het domein, kan er ook onderscheid worden gemaakt naar de wijze waarop de ramp/crisis zich
manifesteert.
Sommige rampen/crises dienen zich plotsklap aan (sudden impact), en andere langzaam (slow onset)
Toch komen plotselinge en ook langzaam ontwikkelende crises niet altijd onverwacht. Van bepaalde
rampen/crises is de kans groot dat ze zich vroeg of laat zullen voordoen. Op dit soort crises zijn we
over het algemeen goed voorbereid.
Van andere crises wordt de kans of de waarschijnlijkheid dat ze zich voordoen gericht geacht. Deze
kunne, als ze zich dan toch voordoen, een samenleving (ook autoriteiten) welhaast letterlijk
overvallen. Als crises zich ineens en onverwacht voordoen, zijn de het meeste lastige type crises om
adequaat op te reageren. Omdat de informatie over zowel de bron (of oorzaak) als ook over de
omvang van de gevolgen beperkt zijn.
Ingeschatte kans of Ingeschatte kans of
waarschijnlijkheid waarschijnlijkheid
Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk
Tijdsduur Ineens (sudden impact) Branden, explosies Nucleair ongeval, datalek
Tijdsduur Langzaam (sudden Overstromingen, pandemie Financiële crises,
impact) voedselschaarste
Hier zijn de rampen en crises ingedeeld naar ingeschatte kans en tijdsduur van ontstaan
Ook kan je rampen en crises ordenen door ze in te delen naar de te verwachten gevolgen of effecten.
Gaat enerzijds om de ernst (beperkt / catastrofaal) en anderzijds de waarschijnlijkheid dat ze zich
voordoen.
Ingeschatte kans of Ingeschatte kans of
waarschijnlijkheid waarschijnlijkheid
Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk
Ernst van Beperkt Uitbraak dierziekte, extreem Aardbeving (niet geïnduceerd)
effecten weer dus plotseling
Ernst van Ernstig tot Grieppandemie Overstroming vanuit zee, nucleair
effecten catastrofaal incident
Hier zijn de rampen en crises ingedeeld naar ingeschatte kans en ernst van gevolgen
Handreiking Regionaal Risicoprofiel heeft 25 verschillende typen crises onderscheiden. Onderverdeeld
Crisis Pagina 2
,Handreiking Regionaal Risicoprofiel heeft 25 verschillende typen crises onderscheiden. Onderverdeeld
in zeven thema's:
1. Natuurlijke omgeving
○ Overstromingen
○ Natuurbranden
○ Extreme weersomstandigheden
○ Aardbevingen
○ Plagen
○ Dierziekten
2. Gebouwde omgeving
○ Branden in kwetsbare objecten
○ Instortingen grote gebouwen en kunstwerken
3. Technologische omgeving
○ Incidenten met brandbare/explosieve stoffen in open lucht
○ Incidenten met giftige stoffen in open lucht
4. Kernincidenten vitale infrastructuur
○ Verstoring energievoorziening
○ Verstoring drinkwatervoorziening
○ Verstoring rioolwaterafvoer en afvalwaterzuivering
○ Verstoring telecommunicatie en ICT
○ Verstoring afvalverwerking
○ Verstoring voedselvoorziening
5. Verkeer en vervoer
○ Luchtvaartincidenten
○ Incidenten op of onder water
○ Verkeersincidenten op land
○ Incidenten in tunnels
6. Gezondheid
○ Bedreiging volksgezondheid
○ Ziektegolf
7. Sociaal maatschappelijke omgeving
○ Paniek in menigte
○ Verstoring openbare orde
Hoofdstuk 4: Uitgangspunten voor crisisbeheersing
1. Crisismanagement is niet gelijk aan crisisplanning
Goede crisisplanning garandeert niet dat ook het crisismanagement altijd goed zal gaan. De
werkelijkheid van crises is altijd anders dan de voorziene en geoefende werkelijkheid
Aspecten die een rol spelen:
○ Geregeld vallen sleutelpersonen weg
○ Er staan spontaan nieuwe leiders op (zittende leiders vallen soms door de mand)
○ Er zijn altijd veel meer actoren betrokken dan waarmee vooraf rekening is gehouden
○ Toch blijkt het vaak dat bepaalde sleutelpersonen/actoren niet zijn uitgenodigd
○ Burgers spelen tijdens en na rampen een veel grotere rol dan verwacht
De werkelijkheid is weerbarstiger dan we vooraf zouden verwachten.
Bereid je generiek voor (op uiteenlopende soorten van onheil) dan (te) specifiek
2. Stem hulpverlening af op (zelf)redzaamheid van burgers
De betrokken burgers kunnen slachtoffer of getuige van een calamiteit zijn, en vaak nemen zij in
dergelijke situaties dan de rol van (niet-geüniformeerde) 'hulpverlener' op zich.
Burgers vormen vaak de spil bij de crisisbeheersing en over het algemeen is hun (zelf)
redzaamheid groot
Als mensen zichzelf kunnen redden is het zelfredzaamheid
Mensen redden niet alleen zichzelf maar ook verwanten en anderen, daarom is redzaamheid
een betere term
Hulpverleners moeten getraind en voorbereid worden op de (zelf)redzaamheid van burgers,
zodat zij hierop kunnen aansluiten
Uitgangspunt: de rol van de overheid en van die professionele hulp vooral is gericht op die
groepen die minder zelfredzaam zijn en niet vanzelfsprekend op hulp van anderen kunnen
rekenen
Crisis Pagina 3
, rekenen
3. Wat je zelden doet, doe je zelden goed
Mensen doen vooral datgene goed wat zij vaak doen
Er mogen in crisissituaties geen wonderen worden verwacht. Hoezeer ook eenieder zijn of
haar best doet, het blijven unieke situaties
Tijdens het optreden in crisissituaties moet eenieder zoveel mogelijk datgene doen, wat hij
of zij ook regulier doet
Er moet gestreefd worden om niet te veel personen te belasten met specifiek
'crisismanagement' taken
4. Schoenmaker blijf bij je leest
Organisaties en instellingen moeten zich vooral richten op hun kernactiviteiten ten tijden van
crisis.
5. Het 'opperbevel' kent zijn grenzen
De doorzettingsmacht van het opperbevel van de burgemeester heeft alleen betrekking op de
gecoördineerde inzet van hulpdiensten tijdens de incidentbestrijding en eerste hulpverlening.
In relatie tot bestuurlijke verantwoordelijkheden die geen direct verband houden met de
incidentbestrijding en handhaving van de openbare orde, betekent het opperbevel dus geen
functionele leiding, maar wel een coördinerende en prioriterende bevoegdheid.
Bij conflicterende maatregelen en belangen gaat de zorg voor de bevolking (openbare orde en
veiligheid) voor.
Een feitelijke uitoefening van het opperbevel (het geven van bevelen) mag alleen wanneer dat
nodig is in het belang van de openbare orde.
Het opperbevel strekt zich niet uit over zaken als:
○ Dierziektebestrijding
○ Waterbeheer
○ Continuïteit van nutsvoorzieningen
○ Incidenten op de Noordzee, etc..
6. Crisismanagement is goed netwerkmanagement
Bij crisisbeheersing gaat het om kennen en gekend worden. Bekend zijn met de organisaties die
bij crises een rol (kunnen) spelen, draagt bij aan de effectiviteit van de crisisbeheersing.
Het komt zelden voor dat slechts één organisatie de crisis, alsook de gevolgen ervan, zelfstandig
kan managen.
Al die actoren vervullen een eigen rol. Vaak hebben de verschillende actoren ook eigen
bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
De kern van crisismanagement is om in kritieke situaties ervoor te zorgen dat de relevante
partijen samenkomen en gezamenlijk - zij het ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid - de
gevolgen van de crisis proberen te beperken.
7. Crisisbeheersing is voor een belangrijk deel crisiscommunicatie
Functies informatievoorziening aan burgers:
1. Informeren van de direct en indirect betrokkenden en het brede publiek over wat er is
gebeurd
2. Betekenis geven aan de gebeurtenis.
3. Richting gegeven worden aan het handelen van degenen die de informatie ontvangen. De
verstrekte informatie is erop gericht de schade voor bepaalde groepen te beperken. Geeft
de ontvangers van de boodschap een handelingsperspectief.
8. Samenwerken, maar ook professioneel optreden maakt het verschil
Primair wordt de kwaliteit van de respons en hulpverlening bepaalt door de kwaliteit van het
optreden van afzonderlijke diensten.
Afstemming is waardevol en informatie van de verschillende diensten moet worden gedeeld,
maar de professionaliteit van de afzonderlijke diensten is van groter belang.
Hoofdstuk 5: Bestuurlijke ketens
De wijze waarop in Nederland de crisisbeheersing is georganiseerd, wordt verwoord in het volgende
beginsel:
"diegene die verantwoordelijk is voor een bepaald beleidsterrein is ook verantwoordelijk voor de
beheersing van een crisis op dat beleidsterrein."
Het kennen van het bestuurlijk netwerk op een bepaald beleidsterrein is voor bestuurders, maar ook
voor degenen die bestuurders adviseren, essentieel. In de Bestuurlijke Netwerkkaarten wordt voor een
groot aantal crisistypes beschreven welke bestuurder wanneer verantwoordelijk is.
Crisis Pagina 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller heleen-smit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.33. You're not tied to anything after your purchase.