Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
Summary
Samenvatting Vennootschappen en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
11 views 1 purchase
Course
Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Dit is een samenvatting van het vak Vennootschappen en Rechtspersonen van de UU. Alle weken zijn samengevat, compleet met stappenplannen en arresten. De eerste twee weken gaan over de personenvennootschappen en de rest gaat over de rechtspersonen.
Vennootschappen- en rechtspersonenrecht (RGBUPRV006)
All documents for this subject (54)
Seller
Follow
ishany
Content preview
Week 1:
Personenvennootschappen I
Last edited @February 27, 2022 3:43 PM
Tags
H1: Inleiding
H2: Kenmerken en oprichting
H3: Organisatie
H4: Winst en verlies
H5: Rechten van vennootschapscrediteuren
Arresten
H1: Inleiding
Vormen en soorten ondernemingen
Twee vormen ondernemerschap:
1. Eenmanszaak
1 natuurlijk persoon oefent voor eigen rekening en risico een bedrijf of beroep uit.
Kosten en baten zijn direct voor de rekening van het eigen vermogen.
2. Contractuele samenwerkingsvormen (hiervoor is een samenwerkingsovereenkomst
vereist).
3 soorten contractuele samenwerkingsvormen:
1. Maatschap (titel 9 Boek 7A BW)
2. Vennootschap onder firma (vanaf art. 16 K)
3. Commanditaire vennootschap (art. 19 K)
Alle 3 vormen zijn een vorm van de maatschap. Dus bij kwalificatie hiervan
moeten altijd de stappen van de maatschap worden doorlopen.
Dit zijn geen rechtspersonen maar personenvennootschappen.
Personenvennootschappen hebben geen rechtspersoonlijkheid.
Maatschap
Week 1: Personenvennootschappen I 1
, Art. 7A:1655 BW → het bestaan van een overeenkomst, het inbrengen van iets in
gemeenschap en het oogmerk het hieruit ontstane voordeel met elkaar te delen. Dit is ook
van toepassing op de vof en cv.
Twee vormen:
Openbare maatschap → wanneer er naar buiten wordt opgetreden onder
gemeenschappelijke naam, omwille van kenbaarheid naar derden toe.
Stille maatschap → wanneer het maatschap niet voor derden kenbaar is.
De vof en de cv zijn gekwaliceerde maatschappen.
Het verschil tussen de vof en cv is dat je bij de cv twee soorten vennoten hebt:
1. Beherende vennoten → hoofdelijk verbonden (art. 19 K). Bij vof heb je alleen
beherende vennoten.
2. Stille vennoten → zij investeren in de maatschap en krijgen indien dat er is een
vergoeding voor hun werk. Zij mogen geen werkzaamheden verrichten.
H2: Kenmerken en oprichting
Vereisten maatschap
Omschrijving van de maatschap → art. 7A:1655 BW ⇒ vereisten:
1. Overeenkomst
Overeenkomst ex art. 6:213 BW (obligatoire overeenkomst) of art. 6:261 lid 1 BW
(wederkerige overeenkomst).
Duurovereenkomst
Consensuele overeenkomst → enkele wilsovereenstemming is voldoende voor
haar totstandkoming.
2. Tot samenwerking
Affectio societatis → de wil om als compagnon samen te werken.
Intuitu personae → persoonsgebonden ⇒overdraging van deelneming aan de
maatschap is niet mogelijk zonder overeenstemming van de vennoten.
3. Twee of meer personen
4. Gelijkwaardigheid → dit volgt uit het arrest HR Dierenartsenpraktijk. De
samenwerking moet gelijkwaardig zijn dus als dit er niet is dan heb je ook geen
personenvennootschap.
5. Gemeenschappelijke rekening → worden de winsten en risico’s gelijk verdeeld?
6. Inbreng
Week 1: Personenvennootschappen I 2
, Verplichting van inbreng rust op alle vennoten. De inbreng kan wel zelf worden
ingevuld als het maar vatbaar is voor inbreng: alles wat naar economische
maatstaven kan worden gewaardeerd.
3 manieren van inbreng van zaken (art. 7A:1662 BW):
1. Inbreng van eigendom
Eigendom gaat over op de compagnons (art. 3:84 BW) → gemeenschap
(art. 3:166 BW).
2. Inbreng van genot
Bij genot wordt de zaak geen gezamenlijk eigendom van de vennoten,
maar er ontstaat wel een gemeenschap ex art. 3:166 BW.
3. Inbreng van economisch eigendom
In economische eigendom gebrachte zaak komt voor rekening en risico
van de maatschap, ook al vindt er geen overdracht plaats.
Gemeenschap → art. 3:166 BW.
7. Vermogensrechtelijk voordeel ten behoeve van alle vennoten
Beroep en bedrijf
Het onderscheid tussen beroep en bedrijf is van belang want art. 16 K verbindt namelijk
rechtsgevolgen aan het onderscheid tussen uitoefening van een beroep en de uitoefening
van een bedrijf.
Bij beroep en bedrijf zonder gemeenschappelijke naam is er sprake van een maatschap.
Bij bedrijf en gemeenschappelijke naam is er sprake van een vof.
Formaliteiten
De maatschap is een consensuele overeenkomst: samenwerkingsovereenkomst nodig
(7A:1655 BW) → maatschap (of vof of cv).
Vof en cv → art. 22 K ⇒ authentieke of onderhandse akte vereist.
Art. 7A:1676 sub 1, tweede volzin BW → beslissingen worden middel veto genomen.
Week 1: Personenvennootschappen I 3
, H3: Organisatie
Besluitvorming, beheer en beschikkingshandelingen
Partijen mogen zelf regelen hoe de besluitvorming verloopt → is dat niet afgesproken?
Dan wordt de hoofdregel gebruikt, art. 7:1676 BW: beslissingen, tenzij anders
overeengekomen, worden met eenparigheid van stemmen genomen.
Verschil:
Beheershandelingen → het stellen van handelingen die, gelet op het doel van de
maatschap, tot haar gebruiktelijke, regelmatig voorkomende werkzaamheden
behoren.
Beschikkingshandelingen → alle handelingen die geen beheershandelingen zijn.
Art. 7A:1676 sub 1 BW → elke vennoot is in verhouding tot zijn compagnons bevoegd om
beheersdaden te verrichten voor rekening van de maatschap. Voor
beschikkingshandelingen voor rekening van de maatschap, is voorafgaande en
gezamenlijke goedkeuring van de maten te hebben.
Vertegenwoordiging
Extern ⇒ handelen in naam van de maatschap naar buiten toe = vertegenwoordiging.
Volmacht (art. 3:60 BW) → art. 7A:1679 en 7A:1681 BW → kan ook stilzwijgend of uit
omstandigheden worden afgeleid → bij onbevoegdheid zijn de andere vennoten niet
gebonden, tenzij de schijn van de volmachtverlening is gewekt (art. 3:61 lid 2 BW) → als
de andere vennoten het toch eens zijn met de handeling, ondanks dat ze geen
toestemming vooraf hebben gegeven, dan kunnen zij ex art. 3:69 lid 1 BW alsnog de
onbevoegde handeling bekrachtigen.
Week 1: Personenvennootschappen I 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ishany. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.