H12 Kostenstructuur
Goederen of diensten leveren aan klanten/ gebruik van productiemiddelen kosten
Hoe hoger de kosten, hoe hoger de omvang v.d. productie.
- Variabele (als de productie varieert)
- Constante kosten.
o V.b. afschrijven
De verhouding tussen constante en variabele kosten verschilt per onderneming.
Handelsondernemingen hebben bijvoorbeeld meer variabele kosten dan een
productieonderneming.
De variabele kosten nemen toe als de productieomvang toeneemt, maar stijgen niet altijd
recht evenredig met de productieomvang
- Proportioneel variabele kosten, productie en kosten stijgen recht evenredig
- Degressief variabele kosten, kosten nemen minder snel toe dan de geproduceerde
hoeveelheid.
- Progressief variabele kosten, bij zeer hoge productieomvang. Kosten stijgen sneller
dan geproduceerde hoeveelheid
Constante kosten: kosten die in de betreffende periode niet veranderen als de
productiehoeveelheid wijzigt. Als bijv. halverwege het jaar de huur v.h. bedrijfspand
verhoogd wordt, stijgen constante kosten. Constante kosten worden capaciteitskosten
genoemd doordat de productiecapaciteit bepalend is voor de hoogte van de constante
kosten
Bij een lang genomen periode kunnen de constante kosten wel fluctueren, door evt.
stijgende capaciteit. Als die capaciteit stijgt, dan stijgen de constante kosten.
Relevante productie interval: kosten zijn alleen constant als het productieniveau niet
uitkomt boven de grens waarbij extra capaciteit nodig is, en niet uitkomt onder de grens
waarbij capaciteit kan worden afgestoten
Gelijkwaardige of betere producten en diensten tegen lagere of gelijke kosten betere
concurrentiepositie. Hiervoor is een goede kostenstructuur nodig, waarbij wordt uitgegaan
van alle kosten en of ze variabel of vast zijn. Tk = CK + (VK x Aantal eenheden).
Hoog laag methode = historische kosten v.d. laagste productieomvang vergeleken met de
kosten v.d. hoogste productieomvang. Het verschil in kosten wordt geacht veroorzaakt te
zijn door proportioneel variabele kosten.
Interesses leiding v.e. onderneming
- Relatie tussen productieomvang en kosten,
- Relatie tussen kosten, omzet en winst.
Hoeveel de afzet of omzet moet zijn om minimaal alle kosten te kunnen dekken (Break-
even): TO=TK.
Pagina 1 van 14
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bobvanwijk4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.33. You're not tied to anything after your purchase.