100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Persoonlijkheidspsychologie $5.94   Add to cart

Summary

Samenvatting Persoonlijkheidspsychologie

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle hoofdstukken.

Preview 4 out of 43  pages

  • April 6, 2023
  • 43
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Persoonlijkheidspsychologie
Hoofdstuk 1: zelfbeeld en zelfwaardering
Begripsbepaling
Inleiding
Het ongewone van Thompsons lot illustreert 2 belangrijke fenomenen:
 Private innerlijk: het menselijke vermogen tot zelfreflectie is noodzakelijk
om motieven, emoties en oorzaken van eigen gedrag te begrijpen
(=introspectie)
 Uiterlijke zelf : het wordt door sociale factoren beïnvloed. Manier waarop
we eigen gedrag sturen ook door mensen rondom ons beïnvloed
Zelfbeeld (gedachten)
= het beeld dat iemand heeft van de eigen persoon = zelfconcept/zelfschema
 van jongs af aan gevormd
 wordt in verband gebracht met het eigen functioneren
 slaat op de inhoud en de structuur van de zelfkennis
Zelfwaardering (gevoel)
= het affectieve aspect van het zelfbeeld dat slaat op de positieve of negatieve
evaluatie ervan. = oordelende houding die we hebben tegenover onszelf.
Zelfpresentatie (gedrag)
= het beeld dat mensen ophangen zodanig dat de anderen zich een beeld van
hen kunnen vormen.
 Doel is om controle te krijgen op het gedrag van anderen tegenover
onszelf
Zelfbeschikking (gedachten)
= heeft te maken met de oorzaak die we aan ons eigen gedrag gaan toekennen.
 Van groot belang hoe we onze prestaties en mislukkingen gaan verklaren
 Negatief zelfbeeld: gaan hun slagen toekennen aan externe oorzaken en
hun mislukken gaan verklaren door interne oorzaken (interne attributies)
Zelfhandhaving (gedrag)
= de verdedigingsstrategieën die we toepassen om bedreigende situaties aan te
kunnen = coping
 Stellen ons in staat om aan onszelf een positief waardeoordeel toe te
kennen
 Verschillende vormen:
1. Rationalisatie = zaken die voor ons een bedreiging vormen leggen we
zo uit dat ze verklaarbaar zijn
2. Compensatie = zich doen gelden op een gebied waar hij/zij zwak in is,
iets slechts camoufleren met iets goeds

, 3. Verschuiving = wanneer iets of iemand aanleiding geeft tot
ongewenste reacties, worden deze reacties gericht op een veiliger
persoon of object
4. Negatie = men wilt de pijnlijke informatie liever niet te horen krijgen
5. Sublimering = reacties die sociaal niet aanvaardbaar zijn worden
omgevormd zodat ze voor de persoon sociaal aanvaardbaar zijn
6. Regressie = reactie die kenmerkend is voor een vroeger
ontwikkelingsstadium
7. Projectie = eigen gevoelens gaan projecteren op iemand anders

Theoretisch kader: het persoonsmodel van Verhofstadt-Denève
Persoon als dynamische IK-MIJ relatie
 Uitgangspunt van het model = “human dilemma” van de existentiële visie
= de mens is in staat zich simultaan als subject en object te ervaren
 Moet opgevat worden als een dynamisch evoluerende relatie tussen het Ik
en het MIJ:
1. Het IK = de subjectpool dat reflecteert of persoon als kenner
2. Het MIJ = de objectpool waarover gereflecteerd wordt of de persoon als
gekende
Dimensies van het zelfbeeld: 6 fenomenologische zelfconstructies
1. Zelfbeeld -> wie ben ik?
2. Ideaal-zelf -> wie zou ik willen zijn?
-> vragen die betrekking hebben op mezelf
3. Alter-beeld -> hoe zijn de anderen?
4. Ideaal-ander -> hoe zouden de anderen moeten zijn?
-> vragen die constructies zijn van mezelf over anderen
5. Meta-zelf -> welk beeld hebben de anderen van mij?
6. Ideaal-meta-zelf -> welk beeld zouden de anderen van mij moeten
hebben?
-> vragen die betrekking hebben op de anderen in relatie tot mezelf
Persoonskenmerken en condities
 Persoonskenmerken gaan over intellectuele en karakteriële kenmerken
van mezelf en anderen. Er wordt een onderscheid en vergelijking gemaakt
tussen psychische en fysische persoonskenmerken van vroeger en nu.
 De condities waarin een persoon leeft: de levensomstandigheden van
mijzelf en anderen. De verschillende sociale rollen die een persoon vervult
zijn hierin belangrijk.
 In zelfbeeld zitten ook toekomstige ontwikkelingen vervat.
 De sociale condities en de betekenisvolle anderen zijn ook aspecten van
iemand zijn zelfbeeld.
Extern en intern zelfbeeld
 Tegenstelling tussen extern gespeeld en intern ervaren zelfbeeld. Zulke
strategieën zullen wij niet alleen ontwikkelen in relatie tot
persoonskenmerken, gevoelens, gedachten of attitudes, maar ook tot
condities waarin wij leven.
Bewustzijnsniveaus

,  Er zijn ook onbewuste componenten van het zelfbeeld: bepaalde
kenmerken van onszelf die we liever niet kennen
 Zone A: bewuste componenten van ons zelfbeeld
 Zone B: onbewuste componenten, kenmerken van onszelf die we liever
niet kennen of condities




Fenomenologische zelfconstructie en realiteit
 Geheel van bewuste en onbewuste persoonskenmerken en condities
noemen we het fenomenologische zelfbeeld
 Deze subjectieve zelfconstructie kan foutieve interpretaties bevatten en
ook belangrijke leemten vertonen
 Zone C = de onjuiste zone van de fenomenologische zelfconstructie, de
verkeerd geïnterpreteerde inhouden = zaken die we denken te
beschikken, maar niet beantwoorden aan sociale realiteit
 Zone D = de fenomenologisch zelfconstructie = geheel van bewuste en
onbewuste persoonskenmerken + condities die het ik aan mezelf toeken -
> kan foutieve interpretaties bevatten en gebreken vertonen +
overschatting en/of onderschatting
 Zone E = de niet gekende inhouden -> hypothetische kenmerken en
condities waarop ik niet kan reflecteren omdat ik ze nog niet ken

Informatiebronnen bij de opbouw van het zelfbeeld
= informatie over onszelf is noodzakelijk om een beeld te kunnen vormen. Enkele
informatiebronnen bij de opbouw van het zelfbeeld:
Introspectie
= we kijken in onszelf en nemen onze eigen gevoelens en gedachten waar
 Accuraatheid van zelfinzicht hangt vooral af van het feit of het gedrag in
kwestie meer het gevolg is van cognitieve of van affectieve factoren
 Het nut van introspectie hangt ook af van de beschikbare tijd en de
cognitieve hulpmiddelen die we voorhanden hebben
Zelfperceptie
= we nemen ons eigen gedrag waar en gaan dit ook beoordelen
 Zelfperceptietheorie van Bem: wanneer de interne signalen moeilijk te
interpreteren zijn, gaan personen zelfinzicht verwerven door observatie
van het eigen gedrag en de situatie waarin het plaatsvindt.
Vergelijken met anderen
 The looking-glass self (= het spiegelzelf) = onze interpretatie van de
reactie van onze omgeving op ons gedrag
 Wanneer sociale omgeving van de mens verandert, dan verandert zijn
spontane zelfbeschrijving
 Sociale vergelijkingstheorie van Festinger: stelt dat mensen hun eigen
capaciteiten en opinies evalueren door ze met die van anderen te
vergelijken

, Het autobiografisch geheugen = herinneringen uit ons verleden
 Het zelfbeeld wordt duidelijk vormgegeven door herinneringen
 Flitslichtherinneringen = blijvende, gedetailleerde, scherpe herinneringen
die dus een sterke indruk achterlaten
 Het autobiografisch geheugen is een essentieel onderdeel van de identiteit
-> hebben vaak de neiging om aan dingen van vroeger een grote
voorspellende waarde aan toe te kennen


Culturele perspectieven
 Zelfbeeld wordt beïnvloed door culturele factoren: ene cultuur hecht
belang aan individualisme en andere culturen hechten dan weer belang
aan collectivisme
 Er is dus een sterk verband tussen culturele oriëntatie en de conceptie van
het zelf.
 Vb. hoe kijkt men naar vrouwen? Welke verwachtingen heeft de
maatschappij? Welke invloed heeft sociale media?
Besluit
-> je zelfbeeld is het effect van reacties uit je omgeving, hierdoor kan je een
positief en realistisch zelfbeeld opbouwen of kan het vervormen naar een
onrealistisch of ongenuanceerd zelfbeeld.

De ontwikkeling van zelfbeeld en zelfwaardering
De ontwikkeling van taal: babytijd
 Startpunt = de beschrijving van zichzelf en anderen
 Vermogen jezelf als een distinctieve identiteit te zien = noodzakelijke
eerste stap
 Geen onderscheid tussen ik/mij
 Objectpermanentie
 Zelfherkenning rond de 18 maanden, zichzelf aanwijzen, woordje ‘ik’
gebruiken
Kinderen in leeftijd van 3-4 jaar
 Kunnen oordeel geven over eigen kunnen en vaardigheden wanneer het
over concreet, observeerbaar gedrag gaat
 Zelfbeschrijvingen bestaan voornamelijk uit feitelijkheden
 Zijn egocentrisch ingesteld en nog geen sociale vergelijking
 Gaan zichzelf vaak overschatten, spreken in termen van alles of niets
Kinderen in leeftijd van 5-7 jaar
 Zelfpresentaties zijn steeds overwegend positief en overschatten hun
kwaliteit nog steeds
 Spreken in termen van vaardigheden aar ze goed in zijn
 Beginnen verschillende representaties relateren en categoriseren
 Kunnen twee emoties van dezelfde waarde tegelijkertijd ervaren
Kinderen in leeftijd van 8-11 jaar
 Beschrijven zichzelf meer in termen van competenties en leren dat deze
niet stabiel zijn -> ze worden dus situatiespecifieker

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravanhoutte. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.94
  • (0)
  Add to cart