Samenvatting ontwikkelingspsychologie costum van fontys
24 views 3 purchases
Course
Bok leren en ontwikkelen
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Book
Ontwikkelingspsychologie
Bevat alle literatuur duidelijk beschreven en overzichtelijk die je nodig hebt voor het tentamen leren en ontwikkelen op Fontys TP. Kun je ook gebruiken als je geen Fontys-student bent, is namelijk gewoon ontwikkelingspsychologie/levensloop. Ik zou het erg waarderen als je een recensie zou willen a...
Ontwikkelingspsychologie deel 1
Hoofdstuk 1; een inleiding van de ontwikkeling van het kind
1.1 Een oriëntatie op ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie: de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit bij
mensen van conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de jaren tot de volwassenheid.
1.1.1 De reikwijdte van het gebied
4 centrale thema’s van onderzoek naar ontwikkeling van kinderen:
- Fysieke ontwikkeling: de invloed van het lichaam op ons gedrag. Behoefte aan eten/drinken,
invloed van de hersenen.
- Cognitieve ontwikkeling: hoe beïnvloedt groei en verandering in intellectuele vermogens ons
gedrag. Denken, leren, geheugen.
- Sociaal emotionele ontwikkeling: de manier waarop de interacties van mensen en hun
sociale relaties in de loop van hun leven groeien, veranderen en stabiel blijven en de manier
waarop zij in toenemende mate hun emoties bewust ervaren en greep krijgen op hun
emoties.
- Persoonlijkheidsontwikkeling: de stabiliteit en verandering in de karaktereigenschappen die
het ene individu van het andere onderscheiden.
Thematisch gebied Focus Voorbeelden vraagstukken
Fysieke ontwikkeling Kijkt naar de invloed van de Wat bepaalt de sekse van een
hersenen, het zenuwstelsel, de kind?
spieren, de zintuigen en de
behoefte aan eten, drinken en
slaap op ons gedrag.
Cognitieve ontwikkeling Kijkt naar de intellectuele Wat zijn onze vroegste
vermogens, waaronder leren, herinneringen?
geheugen, probleemoplossing
en intelligentie.
Sociaal emotionele Kijkt naar de sociale relaties en Reageren pasgeborenen
ontwikkeling interacties met anderen en anders op hun moeder dan op
naar het omgaan met emoties. andere mensen?
Persoonlijkheidsontwikkeling Kijkt naar de duurzame Heeft een kleuter besef van
gedragingen en (karakter) goed of fout?
eigenschappen die de ene
persoon van de andere
onderscheiden.
Leeftijdsgroepen:
- Prenatale periode -> conceptie tot geboorte
- Babytijd -> geboorte tot 2 jaar
- Peuter en kleutertijd -> van 2 tot 6 jaar
- Schooltijd -> van 6 tot 12 jaar
- Adolescentie -> van 12 tot 20 jaar
Sociale constructie: een idee over de realiteit dat breed geaccepteerd is, maar afhangt van de
maatschappij en de cultuur op een bepaald moment.
De adolescentie bevat de puberteit en de periode erna tot de persoon 20 jaar is.
,Prepuberteit: de periode voorafgaand aan de puberteit, waarin al (hormonale) veranderingen in het
lichaam optreden maar deze nog niet van buitenaf zichtbaar zijn.
Als ontwikkelingspsychologen het over leeftijdsgroepen hebben, is het essentieel om te beseffen dat
zij het vaak over (vaak westerse) gemiddelden hebben. Variaties worden alleen opmerkelijk als
kinderen aanzienlijke afwijkingen van het gemiddelde vertonen.
1.1.2 Invloeden op de ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
Cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren.
Cohorteffecten: invloeden van cohorten op de ontwikkeling.
Normatieve gebeurtenissen: gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier voltrekken. Kunnen historisch, leeftijdsgebonden of sociaal-cultureel bepaald zijn.
Historisch bepaalde invloeden: omgevingsinvloeden en biologische invloeden die verbonden zijn aan
een specifiek historisch moment.
Leeftijdsgebonden invloeden: biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor
mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar en wanneer ze opgroeien. (Bereiken van de
pubertijd).
Niet normatieve gebeurtenissen: specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een
bepaald persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen.
1.2.3 vraagstukken bij de thema’s van de ontwikkelingspsychologie
Vraagstukken:
Continue of discontinue verandering: de vraag of de ontwikkeling zich op een continue of discontinue
manier voltrekt.
- Continue verandering: geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een
bepaald niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus. De ontwikkeling is geleidelijk. Het
heeft te maken met hoeveelheid (kwantitatief). Kinderen ontwikkelen steeds meer van
hetzelfde.
- Discontinue verandering: ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt en waarbij
elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia.
Kwalitatief, dus gaat om inhoud. Gedrag is anders dan in de vorige stadia.
,Kritieke en gevoelige perioden:
- Kritieke periode: een specifieke tijdspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste en zelfs onomkeerbare gevolgen heeft. Komen voor wanneer de
aanwezigheid van bepaalde soorten omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale
ontwikkeling of wanneer blootstelling aan bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot
gevolg heeft.
- Gevoelige periode: een afgebakende tijdspanne, meestal vroeg in het leven, waarin mensen
extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijke zijn voor het
leren van specifieke vaardigheden.
Stimuli: prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een
organisme reageert.
Plasticiteit: de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar
is.
Ontwikkelingspsychologen spreken liever van een gevoelige periode.
Levensloopmodel of focus op specifieke perioden:
Vroeger lag de focus vooral op de babytijd en de adolescentie. Tegenwoordig wordt de hele periode
van de conceptie tot en met de volwassenheid in belang geacht. Een rede daarvoor is de ontdekking
dat er in elk levensstadium sprake is van ontwikkelingsgroei en verandering.
Nature vs. Nurture:
De discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze eigenschappen; in hoeverre komen deze
voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze opvoeding en leefomgeving.
Nature: eigenschappen, vermogen en capaciteiten die mensen van hun ouders erven.
Nurture: de omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen. Biologische invloeden (invloed drank en
drugs gebruik), sociale invloeden (de manier van opvoeden) en maatschappelijke invloeden (sociaal
economische omstandigheden.
Maturatie: het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische informatie.
Ontwikkelingspsychologen gaan er niet van uit dat gedrag puur het resultaat is van nature of nurture,
maar in welke mate nature en nurture hun invloeden laten gelden.
Sommige genetisch bepaalde eigenschappen hebben niet alleen een directe invloed op het gedrag
van kinderen, maar ook indirect op de vorming van hun omgeving. (baby huilt, ouders gevoelig raken
en meteen aan de wieg).
, Centrale vraagstukken rond de ontwikkeling van het kind
Continue verandering Discontinue verandering
Verandering verloopt geleidelijk. Verandering verloopt stapsgewijs in duidelijk te
Prestaties op het ene niveau bouwen voort op een onderscheiden fasen.
voorgaand niveau Gedrag en processen zijn in verschillende fasen
Onderliggende ontwikkelingsprocessen blijven het hele kwalitatief verschillend.
leven gelijk.
Kritieke perioden Gevoelige perioden
Voor een normale ontwikkeling zijn er per afgebakende Mensen zijn gevoelig voor bepaalde stimuli uit de
periode bepaalde stimuli uit de omgeving noodzakelijk. omgeving, maar de gevolgen van het ontbreken van
Vroege ontwikkelingspsychologen leggen hier de bepaalde stimuli zijn terug te draaien.
nadruk op. Levenslooppsychologen leggen hier nadruk op.
Levensloopmodel Focus op specifieke perioden
Moderne theorieën leggen de nadruk op doorgaande Vroege ontwikkelingspsychologen zien de kindertijd en
groei en verandering in de loop van het leven en op de adolescentie nadrukkelijk als de belangrijkste
verbanden tussen verschillende perioden. perioden.
Nature Nurture
Nadruk op het ontdekken van erfelijke eigenschappen Nadruk op de invloed van de omgeving op iemands
en vermogens. ontwikkeling.
Hoofdstuk 2; theoretische perspectieven en onderzoek
2.1 perspectieven bij het kijken naar kinderen
Theorie: verklaring of voorspelling ten aanzien van een verschijnsel, die een raamwerk biedt om de
relaties tussen een reeks feiten of principes te begrijpen.
Onderzoek theorieën zijn formeel en gebaseerd op een systematische integratie van eerdere
bevindingen en theoretische veronderstellingen. Aan de hand van theorieën kunnen psychologen
eerdere observaties samenvatten en ordenen en nieuwe conclusies trekken, die verdergaan dan
alleen de bestaande observaties.
2.1.1 het psychodynamisch perspectief: focus op innerlijke krachten
Psychodynamisch perspectief: benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat gedrag
gemotiveerd wordt door innerlijke krachten, herinneringen en conflicten, waarvan een persoon zich
nauwelijks bewust is en waarover hij weinig controle heeft.
FREUD
Psychoanalytische theorie van Freud: theorie die ervanuit gaat dat onbewuste krachten bepalend
zijn voor iemands persoonlijkheid en gedrag.
Met het onbewuste bedoelde Freud het deel van iemands persoonlijkheid dat kinderlijke wensen,
verlangens en behoeften bevat, die vanwege hun verstorende aard afgesloten zijn van het
bewustzijn. Freud meende dat het onbewuste verantwoordelijk is voor een groot deel van ons
dagelijkse gedrag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravogels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.36. You're not tied to anything after your purchase.