4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap
en politiek in de Griekse stadstaat
5. De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
6. De groei van het Romeinse Imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in
Europa verspreidde
7. De ontwikkeling van het Jodendom en christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten
8. De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in
Noordwest-Europa
-aristocratie: Bestuur door de ‘besten’, meestal de adel.
-bijbel: Heilige boek van de christenen, in feite een verzameling van verschillende boeken
die zijn opgenomen in het Oude Testament en het Nieuwe Testament.
-burgerschap: Volwaardig lid zijn van een samenleving en daar bepaalde rechten aan
kunnen ontlenen.
-christendom: Monotheïstische godsdienst, gesticht door de volgelingen van Jezus Christus.
-democratie: Bestuur door het volk.
-imperium: Wereldrijk.
-jodendom: De oudste monotheïstische godsdienst.
-klassiek: Voorbeeld dat in latere tijden vaak wordt nagevolgd.
-monarchie: Bestuur door een (erfelijke) vorst.
-monotheïsme: Verering van één god.
-oligarchie: Bestuur door ‘weinigen’, bijvoorbeeld de regentenoligarchie in de Republiek.
-politiek: Oorspronkelijk: het leven als actief burger in een polis/stadstaat. Nu betekent het:
de manier waarop een stad, streek of land wordt bestuurd.
-republiek: Staat zonder koning waarin de belangrijkste bestuurders gekozen worden.
-romanisering: Het overnemen van (delen van) de Grieks-Romeinse cultuur.
-staatsgodsdienst: De godsdienst die door de staat wordt bevoorrecht en beschermd.
-stadstaat: Staat ter grootte van een stad met omringend platteland.
-volksvergadering: Vergadering waar de burgers samen de besluiten nemen. Deze vorm van
politiek wordt directe democratie genoemd.
-volksverhuizingen: Periode tussen ca. 300 en 600 na Chr. waarin Germaanse en andere
volkeren het Romeinse rijk binnenvielen op zoek naar nieuwe woonplaatsen.
-wetenschap: De menselijke kennis op bepaalde gebieden, en de manier waarop deze
kennis wordt verkregen, namelijk het op systematische wijze verzamelen van betrouwbare
kennis.
Klassieke oudheid, 3.000 v.Ch - 500 na Ch
, Kenmerkend aspect 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken het denken over
burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat.
Griekenland bestond uit zelfstandig poleis (stadstaten) met een gemeenschappelijke cultuur.
Het kenmerkend aspect gaat over:
1. De wetenschap van de Grieken, en
2. Het burgerschap / politiek van de Grieken
Wetenschap en filosofie
-1.000 v.Ch Mythes leidend als verklaringen voor het onverklaarbare
-Rond 600 v.Ch beginnen de Grieken kritischer naar de wereld te kijken:
-door handelscontacten (met het Oosten) botsen mythen
-alleen door iets zelf te zien weet je dat het betrouwbaar is
-Deze mensen noemen we filosoof (vriend van de wijsheid)
-rationele manier van denken (verstand)
-begin van de wetenschap (zelf onderzoeken en verklaren van zaken)
Bekende filosofen:
-Socrates (één van de eerste westerse filosofen)
-Plato (stichter eerste Akademeia)
-Pythagoras (wiskunde)
-Hippocrates (geneeskunde)
-Herodotos (geschiedenis)
-iedere kant van het verhaal belichten
-feiten zonder vooroordelen
Het oude Griekenland
-Lappendeken van stadstaten (poleis)
-Athene, Sparta, Corinthe, enz
-Het besturen van een polis doen politici (politiek)
Verschillende stadstaten hadden verschillende politieke bestuurssystemen
-monarchie (1 leider/koning)
-aristocratie/oligarchie (kleine groep edelen/kleine groep rijke mensen)
-tirannie (1 vorst/koning die met geweld aan de macht is gekomen en met geweld regeert)
-democratie (alleen mannen mochten stemmen die een atheense afkomst hadden, ouder
dan 18 en geen slaaf waren)
Kenmerkend aspect 5: De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
Romeinse expansie in Griekenland (2e eeuw v.Ch)
-ontstaan mengcultuur
-wetenschap, filosofie en literatuur
-griekse wetenschappers werden als slaven naar rome gehaald
-vormentaal (=architectuur en beeldhouwkunst)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isagoumans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.67. You're not tied to anything after your purchase.