[SAMENVATTINGEN
HERSENEN & GEDRAG]
Dit zijn de samenvattingen voor het vak Hersenen & Gedrag, eerstejaar Psychologie aan de
Universiteit van Utrecht. Het boek is een samenstelling van het werk van Kalat, Cacioppo, Freberg.
Dit is deel 1 van de tentamenstof, met hoofdstuk 1 Cacioppo & Freberg en hoofdstukken 1 t/m 8
Kalat.
, CACIOPPO HOOFDSTUK 1 THE SCIENCE OF MIND
WAT IS PSYCHOLOGIE?
De mind zijn de hersenen en zijn activiteiten, inclusief gedachten, emoties, en gedrag. Psychologie betekend
letterlijk ‘the study of mind’ en is de wetenschappelijke studies van gedrag (observeerbaar gedrag) en zijn
mentale processen.
De studie van mentale processen is afhankelijk van de beschikbare methoden voor psychologen. Vroeg was een
methode de introspectie, persoonlijke observaties van je eigen gedachtes, gevoelens, en gedrag. Dit is niet te
controleren, en hierdoor minder betrouwbaar waardoor weinig gebruikt.
PSYCHOLOGIE ALS EEN ‘HUB SCIENCE’
Kevin Boyack en zijn collega’s hebben een kaart gemaakt van wetenschappen.
De resulterende analyse laat zien dat psychologie een van de zeven grootste hub
wetenschappen is. Psychologie heeft sterke connecties met de medische
wetenschappen, de sociale wetenschappen, en onderwijs.
DE OORSPRONG VAN PSYCHOLOGIE
Psychologie is een jong vakgebied, ontstaan rond de jaren 1870.
De psychologische ‘familieboom’ bevat twee grote wortels: filosofie en
natuurwetenschappen. De psychologen beantwoorden hun vragen traditioneel
gesteld door filosofen en lenen hierbij de methoden van de natuurwetenschappen voor het beantwoorden.
Een belangrijke vraag waar zowel psychologen als filosofen over discussiëren is, of de ‘mind’ al dan niet er van
nature al is of gevormd is door gebeurtenissen. Filosofen als René Descartes beargumenteren dat de mind en
emoties er al van nature zijn. Anderen, waaronder Aristoteles (later overgenomen door het empirisme),
geloven dat alle kennis is opgedaan door sensorische gebeurtenissen. Kortom een discussie tussen nature vs.
nurture.
Hermann von Helmholtz (1821-1894) liet in zijn werk zien dat de snelheid van zenuw signalering bewijs gaf dat
de mind een fysieke basis had. Von Helmholtz deed verschillende experimenten met de reactietijd om aan te
geven dat vrijwillige gedrag niet onmiddellijk optreedt zoals voorheen werd gedacht. Hij kwam erachter dat
hoe groter de afstand van de stimulus naar de hersenen was, hoe groter de reactietijd was.
Gustav Fechner (1801-1889) was in staat om vast te stellen wat het zachtste geluid was dat een persoon kan
horen. Dit deed hij door random gepresenteerde geluiden van verschillende intensiteiten te presenteren, als
50% van de deelnemers aangaf het geluid te horen was het geluid, binnen het bereik van het menselijk oor.
Dit was het begin van de moderne wetenschap van psychologie
HOE DE WETENSCHAP VAN PSYCHOLOGIE BEGON
Willem Wundt (1832-1920) is de eerste (officiële) psycholoog, en was voormalig onderzoeksassistent van Von
Helmholtz. Samen voerden zij het eerste gedocumenteerde psychologische experiment uit over reactietijd. Een
van Wundt’s studenten, Edward Tichener (1867-1923), borduurde voort op de ideeën van zijn leraar waardoor
het structuralisme ontstond. Het structuralisme stelt dat de mind kan worden opgesplitst in de kleinste
elementen van de mentale ervaring (componenten).
Een tegenstander van het structuralisme was de Gestalt psychologie, opgericht door Duitse psychologen zoals
Koffka, Wertheimer en Köhler. Bij het opbreken van ‘perceptie’, zou er psychologische informatie zou verloren
gaan.
,Naast de discussie tussen structuralisme en gestalt psychologie ontstond het functionalisme (dankzij Charles
Darwin’s boeken). Het functionalisme zag gedrag als doelbewust, omdat het leidt tot overleving. William James
(1842-1910) was leider bij deze nieuwe stroming en schreef o.a Principles of Psychology (1890), die veel invloed
had toendertijd maar nog steeds belangrijk is voor de hedendaagse psychologie.
Tussen de 17e en 19e eeuw kwamen er nieuwe verklaringen voor mentale stoornissen naar boven; een
medisch- en een psychologisch model. Sigmund Freud (1856-1939) kwam met een nieuwe theorie genaamd
psychodynamiek. Door veel kritiek hierop ontwikkelde zich een nieuwe stroming genaamd humanistische
psychologie. Hierbij vond men dat de mens van nature goed was en gemotiveerd om zichzelf te verbeteren,
slecht gedrag onstond door de slechte invloed van de maatschappij. Deze humanistische psychologen (o.a
Abraham Maslow (1908-1970)) focusten zich op wat een mens ‘goed’ maakt. Een andere psycholoog, Carl
Rogers (1902-1987) kwam met een nieuwe theorie voor therapie genaamd client-centered therapy, waarbij de
cliënten en de therapisten dichter bijelkaar stonden en beiden invloed hadden op het therapeutisch proces.
Begin 20e eeuw ontstond het behaviorisme die zich concentreerde op observeerbaar, meetbaar gedrag. Ivan
Petrovich Pavlov (1849-1936) had vooral een grote impact met zijn ontdekking klassieke of Pavlovian
conditionering, een manier om voorwaardelijke reflexen te leren. John B. Watson’s (1878-1958) kwam met een
theorie voor de reclamewereld (koppeling product aan afbeelding) die nogsteeds word gebruikt. Edward
Thorndike (1874-1949) stelde een wet van invloed, die suggereerd dat gedrag wat gevolgd word door een
plezierige of helpvolle uitkomst waarschijnlijker terug zou keren in de toekomst, terwijl gedrag dat gevolgd
werd door onplezierige en schadelijke uitkomst niet waarschijnlijk zouden terugkeren. Zowel Thorndike als B.F
Skinner (1904-1990) waren geïntereseerd in de effecten van consequenties op hoe vaak het bepaald gedrag
werd uitgevoerd. Hiermee kwam het operant conditionering naar voren. Ulric Neisser (1928-1958) kwam met
de naam voor het nieuwe vakgebied Cognitieve Psychologie, waarbij cognitie heeft betrekking op de privé en
interne mentale processen die de behavioristen vermijden te bestuderen – zoals informatieverwerking,
denken, redeneren, en probleemoplossing.
WAT ZIJN PSYCHOLOGISCHE PERSPECTIEVEN ?
De zes perspectieven van de psychologie:
Biologische psychologie
Biologische psychologie, ook wel behavioural neuroscience genoemd, focust zich op de relatie tussen mind en
gedrag en hun onderliggende biologische processen, inclusief genetica, biochemie, anatomie, en fysiologie.
Een specifiek onderdeel van het biologisch perspectief is evolutionaire psychologie. Hierin wordt probeert de
vraag te beantwoorden over hoe onze fysieke structuur en gedrag zijn ontstaan bij onze bijdrage aan de
overleving van onze soort.
Cognitieve psychologie
Cognitieve psychologie houdt zich bezig met het proces van het denken, het verwerking van informatie,
probleemoplossing.
Sociale psychologie
Sociale psychologie overdenkt en vraagt zich af hoe ons gedrag beïnvloedt word door de aanwezigheid van
anderen.
Ontwikkelingspychologie
Ontwikkelingspsychologie verkent de normale veranderingen in gedrag dat zich voordoet over iemands leven.
Klinische psychologie
Klinische psychologie probeert psychologische stoornissen uit te leggen, te definiëren en te verklaren.
Individueel perspectief en persoonlijkheid
Individueel perspectief en persoonlijkheid herkent dat gedrag varieert van de gemiddelden en dat individuele
verschillen vaak onstaan door omgevingsfactoren.
, KALAT HOOFDSTUK 1 DE BIOLOGISCHE AANPAK VAN
PSYCHOLOGIE
DE BIOLOGISCHE BENADERING VAN GEDRAG
De twee moeilijke vragen die veel mensen stellen zijn; ‘waarom is er iets in plaats van niets?’ En ‘waarom
bestaat consciousness, en wat is het?’. Deze laatste vraag wordt ook wel het mind-brain problem of het mind-
body problem genoemd.
Biologische psychologie is de studie van het fysiologische, evolutionaire, en ontwikkelings- mechanismen van
gedrag en ervaring. Het doel hiervan is om biologie te gebruiken en linken aan de vraagstukken van
psychologie. Het brein of de hersenen bestaan uit twee soorten cellen: de neuronen en de gliacellen. Neuronen
geven informatie en signalen af naar het lichaam, de gliacellen brengen geen informatie over grote afstanden.
Biologische verklaringen voor gedrag zijn te verdelen in vier categoriën:
Physiological explanation
Fysiologische verklaring brengt gedrag in verband met de activiteit van het brein en andere organen.
Ontogenetic explanation
Ontogenetische verklaring beschrijft hoe een structuur van een gedrag ontwikkeld; daarbij meerekenend
de invloed van genen, voeding, ervaring, en hun interacties.
Evolutionary explanation
Evolutionaire verklaring reconstrueert de evolutionaire geschiedenis van de structuur van gedrag.
Functional explanation
Functionele verklaring beschrijft waarom een structuur of gedrag zich ontwikkeld zoals het doet.
GENETICA EN GEDRAG
Erfelijkheid zit in de genen. Genen komen altijd in paren omdat zij gelinkt zijn aan chromosomen (strengen van
genen), die ook altijd in paren komen. Een uitzondering op deze regel zijn de losse X-chromosoom en Y-
chromosoom bij een man. Normaal gesproken word een gen gedefinieerd als een deel van een chromosoom,
die op zijn beurt bestaat uit een dubbele streng van het deoxyribonucleic acid (DNA) molecuul. Dit hoeft
echter niet altijd het geval te zijn.
DNA bestaat uit 2 banen ribonucleic acid (RNA), en bevat vier bases: adenine, guanine, cytosine en thymine (G-
C en A-T). De volgorde van deze basen bepaald de volgorde van de bijbehorende basen op het RNA molecuul.
De volgorde van de basen op het RNA molecuul bepaald in wat de volgorde van de aminozuren worden die
samen een eiwit (proteine) vormen. In totaal bestaan eiwitten (proteines) uit 20 aminozuren, waarvan de
volgorde bepaald word door de volgorde van de basen van DNA en RNA. Sommige eiwitten behoren tot de
structuur van het lichaam. Andere dienen als enzymen, biologische katalysatoren die chemische reacties in het
lichaam reguleren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SanneKortekaas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.