In dit document wordt een samenvatting gegeven van het vak toegepaste theorie OP3. Het is een samenvatting van de PowerPoints. Het vak is behaald met een 9,1
Les 1 – Managementstromingen
Het onderwerp ‘ontwerpen’ staat centraal, waarbij de organisatiestrategie leidend is en de HRM-
afdeling de functie heeft om haar bijdrage te verantwoorden ten aanzien van de organisatie
resultaten.
Management stromingen
Dit wordt behandeld in 3 blokken:
1. De klassieke stromingen Dit zijn stromingen die vooral intern gericht zijn
a. Scientific management
b. De gedragskundige benadering
c. Revisionisme
2. De stromingen met betrekking tot het systeemdenken Deze stromingen nemen naast de
interne ook de externe omgeving in de strategievorming
a. De systeembenadering
b. Contigentiebenadering
3. De hedendaagse stromingen Deze stromingen zijn gericht op het inspelen op een
continue veranderende omgeving
a. TQM
b. De lerende organisatie
Het kennen van deze stromingen geeft inzicht in het fundament van hedendaagse kennis uit de
organisatiekunde. Maar, leert ook breder kijken naar organisatieproblemen. De bovengenoemde
stromingen hebben nog steeds hun invloed.
Klassieke stromingen
Scientific management
De grondlegger hiervan was Frederik Taylor, een bedrijfsingenieur die van mening was dat
leidinggeven het toepassen van wetenschappelijk verantwoorde technieken is.
Hier wordt er gericht op de verbetering van de efficiëntie van bedrijfsactiviteiten door systematische
en wetenschappelijke studie van werkmethoden, gereedschappen en productiviteitsstandaarden.
Verhoging van de prestaties trachtte Taylor in eerste instantie te bereiken door een andere stijl van
leidinggeven, gekenmerkt door nauwe samenwerking tussen arbeiders en leidinggevende, die samen
streven naar een gemeenschappelijk aanvaard doel. Door een en ander wetenschappelijk te bepalen
zouden er geen spanningen en ruzies meer ontstaan tussen arbeider en leidinggevende over de
manier van werken en de te leveren prestaties.
,Samenvatting PowerPoints OP3 Ontwerpen Theorie
Aan deze prestatienormen werden prestatiebeloningsmethoden gekoppeld die gericht waren op de
verhoging van de arbeidsproductiviteit. Resultaat, productiviteitsverhogingen van 30 tot 40%,
kostprijsverlagingen, omzetverhogingen, ontslag van overtollig personeel waardoor de salarissen van
personeel dat mocht blijven omhooggingen.
Belangrijke kritiek op Taylor was twee ledig:
Allereerst, zijn de normstellingen niet zo wetenschappelijk als dat hij claimde. En men verwijt dat
Taylor in zijn ideeën de factor mens uit het oog verloren heeft. Zijn rationele ideeën leiden onder
andere tot ontslag van overtollig personeel en daarbij verveelde arbeiders zich door verregaande
specialisatie.
Uitgangspunten voor de rol van het management:
1. Ontwikkel de beste manier van het uitvoeren van een taak
2. Selecteer, train, onderwijs en ontwikkel iedere arbeider op wetenschappelijke wijze
3. Werk samen met de arbeider en lever een (financiële) stimulans, waardoor de arbeider zijn
taak op een eerder bepaalde, enig juiste manier uitvoert
4. Verdeel het werk en de verantwoordelijkheid gelijkelijk over management en arbeiders
De algemene managementtheorie van Weber
Ontwikkeling van het concept bureaucratie. Bureaucratie is een managementtheorie die de
werkmethodiek loskoppelt van personen (de procedures regelen alles). Doel van de theorie was een
efficiënte, effectieve, ideaaltypische organisatievorm.
Weber koppelt gezag los van de persoon die het gezag voert. En koppelt het gezag aan de functie die
iemand bekleed binnen de organisatie. In een bureaucratie staat niets ter discussie, er is weinig tot
geen afstemming nodig omdat de procedures alles tot in de puntjes regelen. Ook taakverdeling staat
hier centraal in de bureaucratie. Elke afdeling zorgt voor een stukje van de keten waarbij de
taakverdeling duidelijk is omschreven. Dit resulteert in een sterk hiërarchische organisatie met
vergaande taakspecialisatie waar verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk zijn afgebakend.
Daarbij zijn de interpersoonlijke relaties ondergeschikt aan procedures en protocollen. Weber gaf
aan dat de bureaucratische organisatie twee grote voordelen boven de toen gangbare organisaties.
1. Het levert een efficiëntie voordeel op. Door processen te standaardiseren en door taken
zoveel mogelijk op te delen in losse activiteiten. En deze activiteiten door getrainde
werknemers uit te laten voeren, konden de arbeiders zich concentreren en bekwamen in de
betreffende deeltaak, wat volgens Weber de meest efficiënte manier is om medewerkers
binnen de organisatie in te zetten.
2. Gelijkwaardigheid. Verder was het voordeel van het standaardiseren en formaliseren volgens
Weber dat willekeur en vriendjespolitiek in de organisatie wordt tegengegaan. Dit was een
noodzaak voor de steeds groter wordende organisaties in die tijd.
Rond de tweede wereldoorlog ontstond een andere benadering binnen de organisatiekunde. In die
tijd was er alleen sprake van het scientific management dat zich voornamelijk richtte op de
productiviteit, efficiënte indeling van werk en zag arbeiders als het verlengde van de machines. In
1950 kwam verandering in dit mensbeeld door middel van de Human Relations theorie, de
gedragskundige benadering. Vanuit deze stroming kwamen arbeiders in een ander daglicht te staan,
zij werden nu gezien als denkende wezens met behoeftes die het prettig vinden om aandacht te
krijgen. Bedrijven kwamen erachter dat al deze aandacht arbeiders juist motiveert en het zelfs
mogelijk maakt dat zij meer uit zichzelf halen ten voordele van de organisatie. Elton Mayo wordt als
de grondlegger van de Human Relations theorie gezien voorafgaand aan deze stroming startte hij een
experiment in de Hawthorne fabrieken. Ook wel het Hawthorne-experiment. In die fabrieken in
Chicago was er begin 1920 een grote mate van ontevredenheid onder de arbeiders.
Mayo en zijn assistente deden onderzoek naar de veranderende arbeidsomstandigheden. Zij
experimenteerde met licht, de duur van de pauzes en werkuren. De conclusie die uit dit onderzoek
,Samenvatting PowerPoints OP3 Ontwerpen Theorie
kwam was het feit dat aandacht aan arbeiders hun prestaties doet verbeteren. De groep arbeiders
dat in het onderzoek betrokken was voelde zich gehoord en beleefde een gevoel van grotere
persoonlijke vrijheid. De medewerkers vonden het prettig dat hun medewerking werd gevraagd en
hieraan schreven zij zelf hun hogere werkprestaties toe. Deze persoonlijke aandacht stimuleerde de
groep om nog meer samen te werken en zich volop in te zetten voor de organisatie. De
samenwerking in een informele groep is dan ook een van de kenmerken in de Human Relations
theorie.
Gedragskundige benadering
De behoefte piramide maakt onderdeel uit van deze benadering. Volgens Maslow wordt de motivatie
bepaald door op een volgende behoefte fase.
Hierboven staat het rationele mensbeeld van scientific management tegenover het sociale
mensbeeld van de gedragskundige benadering, ook wel de human relations theorie.
Revisionisme
Hier streven ze naar herziening en een samenvoeging van scientific management en de
gedragskundige benadering. Aspecten als inspraak en opleidingen voor het personeel staan in deze
stroming centraal. Deze stroming heeft ruime aandacht geschonken aan de verschillende vormen van
werkstructurering en aan functionele participatievormen. Managen is het beïnvloeden van gedrag.
Het scientific management legt daarbij de nadruk op hiërarchie, taakspecialisatie, regels en
instructies. The Human Relations benadering veronderstelt juist dat medewerkers vanzelf het goede
doen als ze de ruimte krijgen om te ontwikkelen. Het revisionisme zoekt naar een balans tussen deze
twee ogenschijnlijk tegengestelde managementstromingen. Het revisionisme combineert de meer
instrumentele sturing van scientific management met de mensgerichte sturing van Human Relations.
Onderdeel van deze stroming zijn onder andere de X & Y theorie van McGregor en de
tweefactorentheorie van Herzberg.
Stromingen m.b.t. systeem denken
Systeembenadering
De organisatie wordt gezien als een black box. De maatschappij vraagt en de organisatie levert. Hoe
kan de organisatie, de black box, zo optimaal mogelijk worden ingericht om het input en output
proces te laten slagen. De systeembenadering is een theorie die organisaties en hun omgeving zien
als een geheel van samenhangende onderdelen dat als geheel gemanaged moet worden om een
gemeenschappelijk doel te bereiken. De grondlegger van deze theorie is Kenneth Bolding. Systemen
zijn complex als gevolg van de onderlinge relaties van de verschillende elementen.
De systeemtheorie stelt nu dat door bestudering van de afzonderlijke elementen en de relatie van de
elementen met de andere systeemelementen, de werking van het systeem als geheel verklaard kan
worden. De systeemtheorie heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het denken over en de
, Samenvatting PowerPoints OP3 Ontwerpen Theorie
ontwikkeling van organisaties. In de systeembenadering is de organisatie geen onvoorspelbare black
box meer. De systeemtheorie ziet de organisatie als een verzameling van onderdelen of subsystemen
die onderling met elkaar verbonden zijn en die gezamenlijk een geheel vormen. Door de individuele
elementen van de organisatie te bestuderen kan de werking van het systeem verklaard worden. Een
andere bijdrage van de systeemtheorie aan het vakgebied organisatie en management, is de relatie
die een systeem met haar omgeving heeft. Tot 1960 werden organisaties als gesloten systeem
beschouwd. Dat wil zeggen dat zij autonoom zonder invloeden van de omgeving functioneren. De
systeemtheorie stelt dat organisaties onderdeel uitmaken van de omgeving. De organisatie beïnvloed
de omgeving en wordt tegelijkertijd door de omgeving beïnvloed. Het functioneert dus als een open
systeem model. Op het moment dat een element binnen een systeem veranderd, veranderen andere
elementen mee. Het duurt dan weer een tijdje voordat er een evenwicht is tussen de verschillende
elementen. Denk bijvoorbeeld aan een fusie van organisaties, voordat de elementen vaak weer op
elkaar zijn afgestemd in de organisatie vaak alweer jaren verder.
Contigentiebenadering
Sinds 1960 is er geen geloof meer in 1 geldende of beste organisatietheorie. Er is niet 1 beste manier
om te organiseren. Het uitgangspunt van de contingentiebenadering is dat de beste manier om te
organiseren helemaal afhangt van de situatie waarin de organisatie zich bevindt. De belangrijkste
uitdaging die deze theorie stelt aan het management is het goed kunnen doorgronden van de
omgeving of de situatie van de organisatie omdat de organisatie zich hierop moet richten. De term
contingentiebenadering is bedacht door Paul Lawrence en J Lorsch
Hedendaagse stromingen
TQM-stroming = procesoptimalisaties
TQM = Totally quality management, is een belangrijke stroming binnen de organisatiekunde, die
vanaf de jaren 80 actueel was. Belangrijke denkers op het gebied van TQM zijn Joseph Juran en
William Deming. De oorsprong van TQM ligt in de industriële sector van Japan. Volgens TQM speelt
kwaliteit en kwaliteitsmanagement een belangrijke rol. Totale kwaliteitszorg is de
verantwoordelijkheid van alle medewerkers. Het gaan om volledige tevredenstelling van de klant.
TQM wordt in de jaren 90 met name gezien als een van de factoren waarmee een organisatie
concurrentiekracht kan verkrijgen. De redenen hiervoor zijn:
De consument verifieert de geboden kwaliteit van een product of dienst
De toename van kwaliteit gaat gepaard met een productiviteitsstijging en verhoging van
effectiviteit en efficiency
Binnen TQM is volop aandacht voor de kwaliteit en efficiency van interne processen naar aanleiding
van klantwensen. Met andere woorden hoe kunnen we als organisatie op de meest efficiënte manier
aan klantwensen voldoen.
TQM is dus een uitgebreide en gestructureerde aanpak van organisatiemanagement waar de focus
ligt op het continue verbeteren van kwaliteit producten en diensten aan de hand van continue
feedback. Waarbij het doel is dingen in een keer goed doen en dat telkens weer. Hiermee bespaard
de organisatie de nodige tijd op correcties, mislukte producten en serviceverlening implementaties.
TQM kent een aantal basisprincipes;
Klanten bepalen wat het niveau van de kwaliteit is
Medewerkers zijn de interne klanten van de organisatie, hun betrokkenheid bij de producten
of diensten van de organisatie bepalen voor een groot gedeelte de kwaliteit.
De processen staan centraal
Procesdenken en het procesmatig handelen is onderdeel van het fundament van TQM.
Processen zijn leidend en mensen en systemen ondersteunen deze processen aan de hand
van de doelen die gekoppeld zijn aan de missie, visie en strategie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller clairehegie1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.