Definities
Leren: actief proces in verkijgen en behouden van kennis, zodat het toegepast kan worden in toekomstige situaties
Actief proces: motivatie, kennis verkrijgen (instructie moet passend zijn) én behouden (geheugen + terug kunnen halen
op later moment)
Kinderen met speciale onderwijsbehoeften:
Gediagnosticeerd met specifieke onderwijsleerproblemen (problemen in spreken, lezen, schrijven, rekenen, sociaal-
emotionele ontwikkeling, gedrag)
Kinderen die aanvullende instrcuties/ondersteuning krijgen om basisvaardigheden te verbeteren (op bepaald vak niet in
zelfde tempo leren als de rest van de klas) (manier van instructie etc. past niet bij leermanier van kind)
Kinderen die problemen ervaren in leren op school (bv. zonder ontbijt naar school gaan etc)
Onderwijsleerproblemen: problemen die kinderen hebben bij het leren van de kennis en vaardigheden die zij op school
moeten verwerken (cognitieve ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, werkhouding, motivatie, zintuiglijke
ontwikkeling)
Passend onderwijs:
Alle kinderen krijgen passende plek die past bij ondersteuningsbehoefte (kinderen komen niet langdurig thuis te zitten)
Een kind gaat naar gewone school als dat kan (speciaal onderwijs: intensieve begeleiding)
Scholen hebben mogelijkheden voor onderwijsondersteuning op maat
Kwaliteiten en onderwijsbehoefte van kind zijn bepalend, niet beperkingen
Doelen: uitvoering minder goed: sommige doelen ook niet helemaal duidelijk (wanneer is het
‘normale’ behoefte en wanneer ‘intensief’? ‘kwaliteiten van kind’ is bepalend, wat houdt dat
in?)
Praktijk: hangt af van gemeente waar je zit
Ondersteuning onderwijs: modellen
Multi-tiered systems of support (MTSS)
Schoolwide positive behavior support (SWPBS/PBS) → gedrag gefocust
Handelingsgericht werken
Leerproblemen & leervermogen 1
, Multi-tiered systems of support
Niveau 1: 100% van de kinderen krijgt dit basis
curriculum (meesten hebben hier genoeg aan)
Niveau 2: voor leerlingen met extra
ondersteuningsbehoefte (voor deel van kinderen
genoeg hulp om weer op niveau van de rest vd klas
te komen)
1: kind is bij, gaat weer terug naar niveau 1
2: kind verbetert, blijft op niveau 2
Hoe hoger de gestelde doelen, hoe hoger de prestaties 3: kind verbetert niet, gaat naar niveau 3
Als je je verwachtingen naar beneden bijstelt, past een kind zich Niveau 3: intensieve, individuele begeleiding
daar uiteindelijk aan aan → presteert minder binnen de school → werken aan specifiek
onderwerp
1: kind verbetert, gaat naar niveau 2
Dit systeem wordt vooral in Amerika toegepast → in Nederland
minder, vooral handelingsgericht werken 2: kind verbetert, blijft op niveau 3
3: kind verbetert niet, extern iemand
inschakelen/speciaal onderwijs
Handelingsgericht werken
Groepsplan: signaleren welke onderwijsbehoeften er zijn
vanuit de leerlingen en dat aanpakken → groepen maken
qua leerbehoeften etc. (bv. 1 groep helpen bij zelfstandig
werken en 1 groep helpen bij rekentaken)
Alleen voor kinderen die achter lopen
Leervermogen
Alfred Binet: eerste intelligentietest, onderscheid tussen kinderen maken → hoe kunnen we het best passend onderwijs
bieden?
Intelligentie
Definities: veel verschillende (vage) definities
Definities vaak niet duidelijk, niet testbaar, vaag geformuleerd → geen eenduidige definitie
Ook geen overeenkomst of intelligentie wel 1 ding is, of verschillende onafhankelijk cognitieve capaciteiten
Overeenkomsten in definities:
Nadruk op complex redeneren/probleemoplossen
Aanpassen aan omgeving
Leerproblemen & leervermogen 2
, Nadruk op hogere cognitieve vaardigheden, matacognitie en executief functioneren
Individuele verschillen in redeneren, aanpassen en leren van ervaring
Aanpassen van informatie uit buitenwereld aan eigen cognitief functioneren (informatie naar eigen niveau/begripskader
brengen)
Psychometrisch model, veel factoren bij
elkaar. Model wordt gebruikt bij
intelligentietesten → subtesten zijn te
duiden in termen van dit model
Nadeel model: factoren van dit model heb
je, test wordt aangepast aan die factoren
Algemene intelligentiefactor (g) →
overkoepelende intelligentie
Brede cognitieve vaardigheden →
overkoepelende factoren → fluid
intelligence (redeneren, probleemoplossend
vermogen)
Hoe korter de pijl, hoe sterker de relatie
met de g-factor (fluid intelligence sterkste
relatie)
Nauwe cognitieve vaardigheden → zijn er
heel veel
Gardners multipele intelligentiemodel
Er is niet 1 intelligentie, er zijn alleen maar losse
intelligenties
Specifieke zaken waarin iemand kan uitblinken, terwijl
andere vaardigheden minder goed zijn
Hoe moet je hier de intelligentie meten?
Kritiek: gaat wel heel erg de breedte in, is eigenlijk geen
intelligentiemodel, meer taxonomie van talenten die je kan
hebben (maar dat kunnen er dan weer veel meer zijn)
Leerproblemen & leervermogen 3
, Model wordt vooral gebruikt in duiding van talenten,
hoogbegaafdheid etc.
Sternbergs Triarchische Intelligentietheorie
Er is niet 1 intelligentie: succesvol intelligentie is balans
tussen vaardigheden en wat je omgeving van je vraagt
Vaardigheden: analytisch (verwerken van kennis, kritisch
denken), creatief (genereren ideeën, probleemoplossen),
praktisch (procedures volgen, probleem in praktische vorm
oplossen)
Succesvol: die drie aspecten goed afstemmen, balans, zodat
je goed met omgeving om kan gaan
Intelligentie volgens de test: psychometrische benadering
Intelligentie is wat de test meet
De testen zijn valide, betrouwbaar en hebben nut: je moet je wel bewust zijn van wat je meet met de test om uitspraken
over je intelligentie te kunnen doen
CHC-model kan helpen: losse subvaardigheden testen en in verband brengen met schoolse vaardigheden
Test: psychometrisch, gebaseerd op factoranalyse, 1 moment, niveau van presteren, afwijking van gemiddelde?,
scoreprofielen, gaat uit van stabiliteit (grootste lastigheid: intelligentie is op jonge leeftijd niet stabiel, voor 6 jaar: niet
stabiel, profielen zijn ook niet stabiel)
Niveau van presteren: invloed van buiten: thuisomgeving, onderwijs, motivatie, faalangst, taal etc.
Belangrijkste vraag: wat willen we weten?
Intelligentietest meet niveau van presteren → algemeen niveau cognitief presteren: goede test
Leerpotentieel → heeft iemand vermogen om te kunnen leren op school? past het kind in dit onderwijs? → meet je
alleen indirect met intelligentietest
Instructiebehoefte → hoe kunnen we zorgen dat dit kind wel genoeg profiteert op school? → lastig te bepalen met
intelligentietest
Adaptief vermogen → is het kind in staat zich aan te passen aan omgeving? → intelligentietest niet echt geschikt
Siegler: overlapping waves
Leerproblemen & leervermogen 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jiskajoella. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.