100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting wetenschappelijke artikelen "onderzoek en advies" bedrijfskunde VU Amsterdam $8.02
Add to cart

Summary

Samenvatting wetenschappelijke artikelen "onderzoek en advies" bedrijfskunde VU Amsterdam

 87 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is mijn samenvatting van de wetenschappelijke artikelen voor het vak "onderzoek en advies" in periode 6, jaar 2, bedrijfskunde VU Amsterdam. Verplichte literatuur voor het midterm tentamen. Samenvatting is grotendeels Nederlands maar bevat veel Engelse terminologie.

Preview 4 out of 37  pages

  • April 8, 2023
  • 37
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting wetenschappelijke artikelen research project

Common Method Biases in Behavioral Research: A Critical Review of the Literature and
Recommended Remedies
Dit artikel gaat over common methode variantie, oftewel variantie die kan worden toegekend
aan de measurement methode in plaats van de constructen die de measures weergeven.
Methode biases zijn een probleem omdat ze een van de hoofdbronnen zijn van measurement
error. Dit vormt een bedreiging voor de validiteit van de conclusies over de relatie tussen
measures.
Methode variantie is een van de hoofdbronnen van systematic measurement error en komt
voort uit een variëteit aan bronnen: content van specifieke items, schaaltypen, response format
en de algemene context.
Response biases zijn halo effecten, social desirability, acquiescence, leniency effects of yea- and
nay-saying.
Systematic error variantie kan een serieuze confounding invloed hebben op empirische
resultaten. Common methode biases zorgt tenminste deels voor een rival verklaring voor de
correlatie geobserveerd tussen de measures.
➔ Bewezen dat veel researchers niet effectief controllen voor deze bron van bias.
De hoeveelheid variantie die attributable is naar methode biases varieert aanzienlijk per
discipline en per type construct die wordt gebruikt.
Er is ook onderzoek die de mate bepaald waarin methode variantie de relatie tussen
maatstaven beïnvloed. De hoeveelheid variantie is hoger wanneer common methode aanwezig
is dan wanneer het afwezig is.
➔ Common methode variantie kan een substantieel effect hebben op geobserveerde
relaties tussen maatstaven van verschillende constructen.
Ook kan methode variantie de geobserveerde relaties tussen constructen inflaten dan wel
deflaten, dus dat leidt tot zowel type I en type II errors.

,Methode effecten inflaten de geobserveerde relatie wanneer de correlatie tussen
de methoden hoger is dan de geobserveerde correlatie tussen de maatstaven met
methode effecten en deflaten de relatie wanneer de correlatie tussen de
methoden lager is dan de geobserveerde correlatie tussen de maatstaven met
mehod effects removed.
Bronnen van common methode biases:
- Het feit dat de predictor en criterion variabelen worden verkregen van
dezelfde bron of rater, waarbij anderen worden geproduceerd door de
measurement items zelf, de context van de items binnen de measurement
instrument, en/of de context waarin de measures worden verkregen.
- Het feit dat de respondent die de maatstaf biedt van de predictor en
criterion variabelen dezelfde persoon is (self report bias).
• Consistency motief/ consistency effect, mensen proberen consistentie
te bewaren tussen cognitions en attitudes. Problematisch wanneer
respondenten wordt gevraagd om retrospectieve accounts te bieden
van hun attitudes, percepties en/of gedragingen.
- Impliciete theorieën en illusory correlaties, komen voort uit het feit dat
raters vaak assumpties lijken te bezitten die betrekking hebben op de co-
occurrence van rated items. Deze assumpties introduceren systematische
verdraaingen wanneer correlaties worden afgeleid van de ratings.
Er is een substantiële hoeveelheid bewijs dat impliciete theorieën een
effect hebben op respondenten hun ratings in een variëteit van
verschillende domeinen.
- Social desirability, de neiging van individuen om zichzelf in een favorable
daglicht te plaatsen, ongeacht hun ware gevoelens over een issue of topic.
- Leniency biases, de neiging van raters om degene die zij goed kennen hoger
te raten dan gewoonlijk.
Spurious correlaties in andere studies die de relatie bepalen tussen
respondents’ ratings van liked (of disliked) anderen en de respondents’
ratings van de performance, attitudes en percepties van anderen.
- Acquiescence (yea-saying of nay-saying), de neiging om het eens te zijn met
attitude statements ongeacht de inhoud. Dit verhoogt de correlatie tussen
items die niet hetzelfde geformuleerd zijn, zelfs wanneer ze niet
conceptueel gerelateerd zijn. Dit zorgt ook voor spurious relaties tussen
twee of meer constructen.
- Positieve en negatieve affectiviteit.

, • Negatieve affectiviteit is een mood-dispositionele dimensie die
pervasieve individuele verschillen weergeeft in negatieve emotionaliteit
en self-concept.
• Positieve affectiviteit geeft pervasieve individuele verschillen weer in
positieve emotionaliteit en self concept.
Negatieve (of positieve) affectiviteit is verantwoordelijk voor systematische
variantie in de relaties verkregen tussen twee of meer variabelen die
verschillend is van de eigenlijke (true) score variantie die bestaat tussen
deze variabelen.
- Transient mood state, deze produceert artifactuele covariantie in self-
report measures omdat de persoon reageert op vragen over zowel de
predictor en criterion variabele terwijl deze in een bepaalde mood is.

Item characteristic effecten ontstaan doordat een test waarvan wordt gedacht
dat deze een variabele meet ook een andere trait meet welke niet de score
beïnvloed als een ander type item wordt gebruikt. Item characteristic effecten
zijn:
- Item social desirability (of item demand karakteristieken). Items of
constructen in een questionnaire die meer (of minder) social desirability
bezitten kunnen worden geobserveerd om meer gerelateerd te zijn (of
minder) aan elkaar vanwege de social desirability van de onderliggende
constructen die worden geprobeerd te meten.
- Item complexiteit en/of item ambiguity. Sommige complexiteit ontstaat
door het feit dat sommige constructen fairly complex of abstract van aard
zijn. Of kan door het gebruik van double barrelled questions, woorden met
meerdere betekenissen, technisch jargon of colloquialisms.
- Schaal format en schaal anchors. Het gebruik van soortgelijke schaal
formats en anchors maken het gemakkelijker voor de respondent om de
questionnaire in te vullen omdat het een gestandaardiseerd format biedt
en daardoor weinig cognitieve processing vereist. Het vergroot wel de
mogelijkheid dat sommige geobserveerde covariatie onder de bepaalde
constructen resulteert van de consistentie in de schaal properties in plaats
van de content van de items.
- Negatief verwoorde (reverse-coded) items, hiermee worden de potentiële
effecten van response pattern biases vermindert. Moet zorgen voor meer
controlled in plaats van automatische cognitieve processing.

, Item context effecten refereren naar de invloed of interpretatie die een
onderwerp toeschrijft aan een item alleen omdat de relatie naar de andere items
een instrument uitmaken.
- Item priming effecten, het stellen van vragen over bepaalde features van
de work environment maakt andere werk aspecten mogelijk meer salient
naar respondenten dan dat deze werk aspecten zouden zijn als de vragen
niet werden gesteld in eerste instantie.
- Item embeddedness, neutrale items embedded in de context van of
positief of negatief verwoorde items nemen de evaluatieve properties over
van deze items, dit proces kan de geobserveerde covariatei onder deze
items beïnvloeden.
Item context kan de respondent zijn interpretatie van een vraag
beïnvloeden, retrieval van informatie van memory, judgment over de
retrieved informatie en de selectie van een geschikte item response.
• Chameleon effect, antwoorden op algemene self-esteem vragen geven
de aard van de surrounding questions weer. Dus de context waarin
neutrale items worden gepresenteerd kunnen de manier beïnvloeden
waarop deze items worden gerated.
- Context induced mood, een factor die transient mood states kan
produceren op het deel van respondenten is de manier waarop de items in
de questionnaire worden verwoord. De eerste set van items creëren een
bepaalde mood die invloed hebben op de beantwoording van de
daaropvolgende items.
- Schaal lengte, schalen die minder items bevatten vergroten de
toegankelijkheid van respondenten op antwoorden van vorige schalen,
hiermee wordt de kans vergroot dat voorgaande responses de antwoorden
op huidige schalen beïnvloeden. Voordeel van kortere schaal is echter dat
ze bias verminderen vanwege vermoeidheid of carelessness.
- Intermixing items van verschillende constructen in de questionnaire. Dit
vergroot de interconstruct correlaties op hetzelfde moment dat het de
intraconstruct correlaties verkleint. Dit komt doordat respondenten moeite
hebben met het zien van similarity in de items die hetzelfde construct
meten.
➔ Geen duidelijke conclusie ten aanzien van de effecten van mixed versus
grouped items op method variantie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravanbeek3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.02  8x  sold
  • (0)
Add to cart
Added