Dit is een samenvatting van het boek 'grondbeginselen der sociologie'. Het betreft hoofdstuk 13, 15 en 18. Het is een onderdeel voor het tentamen 'sociale uitsluiting'. Het is een beknopte samenvatting waar vooral de punten instaan die de docent als belangrijk had aangekaart. De blauw gedrukte woor...
Sociaal Pedagogische Hulpverlening/ Social Work
Grondbeginselen der Sociologie
All documents for this subject (2)
7
reviews
By: sannervdw • 6 year ago
By: lailataheri • 6 year ago
By: cherelleyc • 6 year ago
By: beauczeyki • 7 year ago
By: sharonvandijk1 • 7 year ago
By: kempethc • 7 year ago
By: kimtour • 8 year ago
Translated by Google
Very good thanks
Seller
Follow
Chantalcx
Reviews received
Content preview
Grondbeginselen der Sociologie
Dr. H. de Jager, Dr. A.L. Mok, Dr. P.P.L. Berkers, veertiende druk
H. 13, 15, 18
Hoofdstuk 13: het behoren tot groeperingen
13.1 Soorten groeperingen
In een stabiele maatschappij is het meestal zo dat iemand aan de groepering waarvan hij lid is ook
zijn referentiekader ontleent.
Lidmaatschapsgroepen zijn groepen waarvan men alleen maar lid is.
Referentiegroepen leveren meestal ook waarden en normen waaraan men zich in gedrag en houding
refereert, waarnaar men zich richt.
Opmerkingen bij referentiegroeperingen:
- Mensen hebben vaak verschillende referentiegroeperingen tegelijkertijd.
- Een referentiegroepering is niet altijd per se een groepering, maar kan ook uit een enkel individu
bestaan naar wie mensen zich in houding of gedrag richten. Bijvoorbeeld een fanclub.
- Soms richten mensen zich in hun gedrag en houding op de waarden en normen van een groepering
waarvan zij in de toekomst hopen deel te zullen uitmaken anticiperende socialisatie, ook wel
aspiratiegroepering.
13.2 Aantrekkelijkheid van groeperingen en onderlinge waardering
Redenen om zich tot elkaar aangetrokken te voelen:
Bepaalde activiteiten kan men alleen samen met anderen ontplooien, mensen zijn
afhankelijk van elkaar (bijvoorbeeld tennis)
Het prestige dat verbonden is aan de omgang met bepaalde mensen.
Sympathie voor een groepering of leden daarvan (bijvoorbeeld leesclub)
Bevestiging van eigen oordelen of gevoelens in het contact met anderen (bijvoorbeeld
plaatselijke afdeling van een politieke partij)
Als mensen om een bepaalde reden beslist niet meer tot een bepaalde groepering willen behoren
vormt zo’n groepering een negatieve referentiegroepering.
De onderlinge waardering van groepsleden of het gebrek aan waardering kan men opsporen met
behulp van de sociometrie.
13.3 Netwerken en netwerkanalyse
Bij een netwerkanalyse probeert men de feitelijke contacten tussen mensen vast te leggen.
In een gesloten netwerken overheersen de sterke bindingen: de relatie tussen twee personen wordt
gekenmerkt door frequente en emotioneel intense interactie, intimiteit en wederzijdse diensten.
Bij zwakke bindingen: dan ontmoeten/kennen mensen elkaar niet of nauwelijks.
Het netwerk waarover iemand beschikt, kan worden beschouwd als een hulpbron, een middel om
doelen te bereiken, dit is zijn of haar sociaal kapitaal.
, Integratie is de individuele tegenhanger van cohesie en verwijst naar het opgenomen zijn in en deel
hebben aan de gemeenschappelijke activiteiten van het sociaal geheel.
Cohesie duidt op de samenhang van een sociaal geheel en op de bindingskracht daarvan die mensen
aantrekt, respectievelijk bijeenhoudt.
13.4 Betekenis van groepen, collectiviteiten en netwerken
Via netwerken bereikt men informatie.
Wie geen lid is van een min of meer hechte groep of collectiviteit en niet of nauwelijks over een
netwerk beschikt mist hulp en emotionele steun. Mensen hebben steun nodig in tijden van nood.
Een groepering kan haar leden het gevoel geven van geborgenheid, gevoel om ergens bij te horen.
Sociale identiteit: mensen voelen zich deel van bepaalde groeperingen. Het behoren tot een
bepaalde groepering draagt bij tot of doet afbreuk aan iemands zelfrespect.
Drie soorten leden:
1) Kernleden
2) Randleden
3) Nominale leden
13.5 Betekenis voor de samenleving
Gesocialiseerd worden = waarden, normen en rollen die in hun maatschappij en sociaal milieu
gangbaar zijn, moeten nog worden bijgebracht.
13.6 Etnocentrisme en sociocentrisme
Problemen in het contact tussen leden van verschillende groeperingen vloeien allereerst voort uit
het feit dat men elkaar niet verstaat omdat men elkaars opvattingen niet kent of begrijpt.
Etnocentrisme = de neiging om de eigen waarden en normen centraal te stellen en ook leden van
andere groeperingen of samenlevingen daarnaar te beoordelen.
Wordt vaak gebruikt ten opzichte van andere samenlevingen, zoals volkeren en naties.
Wanneer het gaat om groeperingen binnen een samenleving spreekt men van sociocentrisme.
Onverdraagzaamheid = alles wat anders is en ieder die in zijn gedrag afwijkt van de eigen norm wordt
het bestaansrecht ontzegd en eventueel zelfs bestreden.
Hoofdstuk 15: Sociale uitsluiting
15.1 Sociale ongelijkheid bestaat op allerlei gebied
Sociale mobiliteit = flexibele hiërarchische verhouding. Mensen kunnen afhankelijk van allerlei
voorwaarden en omstandigheden van niveau veranderen. Men kan dus opklimmen of afdalen op de
sociale ladder.
15.2 Sociale stratificatie
Sociale stratificatie = in de maatschappij bestaan groeperingen die ten opzichte van elkaar in
verticale rangorde kunnen worden geplaatst. Er ontstaat een opeenstapeling van groeperingen.
Een maatschappij die uit verschillende sociale lagen bestaat noemen we gestratificeerd.
Sociale laag = horizontale verzameling van ongeveer gelijk gewaardeerde sociale posities.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Chantalcx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.85. You're not tied to anything after your purchase.