Een uitgebreide samenvatting van H1 t/m H5 van het vak Goederenrecht, van het boek ''Goederenrecht, R. Westra''. Hierin worden alle begrippen duidelijk omschreven en worden ze bovendien ook allemaal uitgelegd aan de hand van afbeeldingen en duidelijke plaatjes! De samenvatting heeft een chronologis...
I already bought several summary from Mr. B. Witjes and I am very satisfied with it every time. Clear structure, which makes the summary very clear. The visualizations also make understanding of the fabric easier.
Vermogen Bestaat uit een vermogen uit goederen (activa) verminderd met schulden
(passiva).
Goederenrecht Verhouding tussen persoon en goed.
Verbintenissenrecht Verhouding tussen personen.
Zaken Tastbare concrete objecten, denk aan: smartphone, gebouw en vrachtwagen.
Zaken
Onroerend Roerend
Onroerende zaken zijn:
Grond,
De nog niet gewonnen delfstoffen,
De met de grond verenigde beplantingen,
Gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd (weg,
televisiemast, dijk).
Roerende zaken zijn:
Alle zaken die niet onroerend zijn, zoals: auto, tv, magnetron, bureau, vliegtuig,
fiets en iPad.
Registergoederen Goederen waarbij voor de eigendomsoverdracht of voor de
vestiging van bepaalde rechten, inschrijving in openbare registers noodzakelijk is.
Deze registers worden bijgehouden door het Kadaster.
Registergoederen zijn:
Alle onroerende zaken (grond, bedrijfspanden en woningen),
Geregistreerde schepen en luchtvaartuigen,
Beperkte rechten op onroerende zaken, schepen en vliegtuigen, zoals
hypotheekrecht en het recht van erfdienstbaarheid.
Niet-registergoederen Goederen die niet genoodzaakt zijn voor een inschrijving in
de openbare registers bij het Kadaster.
Voorbeelden zijn: Vrachtwagen, voorraden, computer, auto en bankstel.
Het verschil tussen een registergoed en een niet-registergoed is onder andere belang
bij:
Eigendomsoverdracht, en
Bij kredietverlening op basis van pand- en hypotheekrecht.
Vermogensrechten
Absoluut Relatief
Vermogensrechten Rechten die je kunt verkopen of die financieel voordeel
kunnen opleveren.
Voorbeeld:
Vordering van verkoper op koper.
Vordering van verhuurder op huurder.
Zijn geld waard en zijn verkoopbaar.
Absoluut vermogensrecht Kan je tegenover iedereen inroepen, tegen burgers en
organisaties.
Voorbeeld: Eigendom en rechten van intellectueel eigendoom (octrooi).
Eigendomsrecht
Recht van erfdienstbaarheid
Recht van erfpacht
Recht van opstal
Appartementsrecht
Recht van pand
Recht van hypotheek
Relatief vermogensrecht Kan je, in tegenstelling tot een absoluut vermogensrecht,
alleen maar tegenover één bepaalde burger of organisatie uitoefenen.
Ook wel persoonlijk recht genoemd.
Voorbeelden:
Betaling van koopprijs
Vergoeding van schade bij een verkeersongeluk
Levering van een besteld product
Betaling van loon
Verschillen tussen absoluut en relatief recht
Absoluut recht Relatief recht
Werkt tegenover iedereen. Werkt tegenover één persoon.
Rechtsverhouding tussen een persoon en Rechtsverhouding van persoon tot
een zaak (= zaak + recht). persoon.
Een ouder absoluut recht gaat voor op Tijdstip van het ontstaan van het relatieve
een jonger absoluut recht. recht is niet relevant: iedereen met een
relatief vorderingsrecht (= schuldeiser) is
gelijk.
Geen nadeel bij faillissement: het recht Wel nadeel bij faillissement: het recht kan
kan volledig worden toegepast. slechts beperkt of helemaal niet worden
toegepast.
Kwalitatieve plicht Een afspraak tussen twee partijen met (passieve) plicht voor één
partij en deze plicht geldt automatisch ook voor partij drie en vier etc.
Dulden Toestaan.
Kettingbeding Iets te doen of te laten. De verplichting om opnieuw het
(ketting)beding overeen te komen met een opvolgend eigenaar en deze verplichting
daarbij te verleggen (de ketting)
Doel hiervan: het binden van rechtsopvolgers door middel van een overeenkomst.
Hierbij is een boetebepaling gekoppeld aan deze verplichtingen.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bramwitjes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.