Onderzoekers zijn geïnteresseerd in causale verbanden omdat:
● Begrijpen hoe de (sociale) werkelijkheid in elkaar zit
● Beïnvloeden van die werkelijkheid
Hoe kunnen we vanuit een correlationeel onderzoek een causaal verband
halen?
Voorwaarden causaliteit:
1. Covariance → Er moet een (indirecte) relatie zijn tussen
oorzaak en gevolg
2. Temporal precedence → De oorzaak moet in de tijd
voorafgaan aan het gevolg
3. Internal validity → Alternatieve verklaringen voor de
gevonden relatie moeten zijn uitgesloten
● Beste manier om te kunnen voldoen aan de drie voorwaarden is
middels een gerandomiseerd experiment:
○ Onderzoeksopzet waarbij
■ Door randomisatie de groepen hetzelfde worden
verondersteld
■ De onderzoeker een variabele manipuleert (varieert)
■ De onderzoeker het effect daarvan op een andere
variabele meet
,VOORBEELD:
Aantekeningen maken op laptop of schrijven
1. Covariantie → Is er samenhang tussen type aantekeningen
en leerprestaties? Operationalisatie!
● Type aantekeningen is de onafhankelijke variabele →
gemanipuleerde variabele
● Leerprestatie is de afhankelijke variabele → Gemeten
variabele (uitkomst variabele)
● Wanneer is er sprake van samenhang tussen type aantekeningen en
leerprestatie? Wanneer we verschil in leerprestatie zien tussen de
twee groepen!
○ De onderzoekers verwachten een verschil in leerprestaties
tussen studenten in de twee experimentele groepen
○ Wat is in deze situatie de onderzoekshypothese?
→ er is een verschil in scores op kennistoets tussen de
papier en pen groep en de laptop groep
2. Temporal precedence
● In een experiment kan de onderzoeker er voor zorgen dat
oorzaak voorafgaat aan het gevolg
● Door de manipulatie uit te voeren voorafgaand aan de meting
van de afhankelijke variabele.
, 3. Interne validiteit
● Is het wel de gemanipuleerde variabele die het verschil tussen
de groepen verklaart of is er een alternatieve verklaring?
● Bedreigingen van interne validiteit (confounding):
○ Design confounds
■ Was de gemanipuleerde variabele wel het enige
verschil in de behandeling van de twee groepen
● Belangrijk of er willekeurige of systematische
verschillen waren!
○ Selectie effect
■ Waren de twee groepen wel vergelijkbaar bij
aanvang van het experiment?
● Hoe werden de groepen ingedeeld?
Toewijzing aan groepen: Willekeurige (random) toewijzing
Doel van willekeurige toewijzing:
● Is om er voor te zorgen dat:
○ De gemiddelde scores en spreiding in scores op alle
variabelen, zowel de gemeten als de ongemeten variabelen bij
aanvang vergelijkbaar zijn tussen de groepen
● Problemen (met name) bij kleine steekproef:
○ Groepen zijn niet altijd even groot
○ Relevante kenmerken van deelnemers niet gelijkmatig verdeeld
over de condities
⇒ Oplossing is het gebruiken van complexere randomisatie
methoden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller loukilangeveld1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.