Dit document bevat aantekeningen van de bijgewoonde colleges. Theorie met de bijbehorende wetten. De theorie is gebaseerd op de power points van de colleges én het boek 'Arbeidsrecht' van Marion Treep.
Arbeidsrecht aantekeningen
Week 1
Je mag iemand niet ontslaan ‘vanwege’ iets. Voorbeeld Je mag niet iemand ontslaan vanwege
zwangerschap, maar wel tijdens (andere reden geven).
Omstandigheden van het geval moeten meegenomen worden bij elk soort situatie kunnen
uitmaken bij keuzes/hulp van de werkgevers
Publiekrecht: regels tussen overheid en burger (Het recht dat verticaal geregeld is, want overheid
staat bovenaan, burger onderaan). Overheid geeft regels die invloed heeft op de burgers voorbeeld
bestuursrecht. Beslissing van de overheid heeft rechtsgevolgen.
Privaatrecht: Gaat over regels tussen burgers onderling (horizontaal, want burgers staan op dezelfde
hoogte). Overheid heeft hier niks mee te maken.
Artikel (afkorting) Art.
BW Burgerlijk wetboek = Boek over regels wat te maken heeft met rechten (boek 7 voor ons)
3 bepalingen bij een arbeidsovereenkomst: Loon, in dienst zijn (gezag) en arbeid verrichten
Directierecht: Allerlei instructies geven
Als je een Arbeidsovereenkomst hebt dan heb je bescherming als bijvoorbeeld doorbetaald krijgen
met ziekte. Als je bijvoorbeeld wordt ontslagen of ziek wordt heb je een vangnet voor inkomen.
Overeenkomst van opdracht: Externen die werken voor een organisatie zonder arbeidsovereenkomst
(niet in dienst). Wordt ingehuurd. Je moet zelf dingen regelen (vaak ZZP’er)
Verschil overeenkomst van opdracht en arbeidsovereenkomst Je krijgt geen bescherming. Je bent
geen werknemer dus je moet ook alles zelf regelen.
Aanneming van werk: Aannemen voor resultaat. Geen arbeidsovereenkomst. Zelfstandige zonder
personeel.
Als je valt onder ‘aanneming van werk’ en ‘overeenkomst van opdracht’ heb je te maken met veel
vrijheid, want je staat niet onder gezag. Je krijgt alleen geen bescherming en bij een
arbeidsovereenkomst wel, maar hier krijg je geen vrijheid.
Onverwijld = Per direct
Week 2
Noteren van een wetsartikel:
- Art. 7:668a lid 1 sub a BW
- Art. 7:653 lid 2 BW
- Artikel 7:668a BW
Jurisprudentie = alle uitspraken van rechters in Nederland
2 belangrijke termen: Redelijkheid en billijkheid , omstandigheden van het geval
Geschil rechtsvraag
, Behandelen van een juridische casus in stappen
1. Wetsartikelen
2. Koppelen aan casus
3. Concluderen
Feiten analyseren juridisch relevant of niet Thematiek, rechtsvraag vaststellen Juridisch
onderbouwend antwoord dus met wetgeving (koppelen aan casus).
Arbeidsovereenkomst mag mondeling. In een arbeidsovereenkomst staan altijd 3 dingen. Loon,
arbeid en gezag.
Een rechtszaak vind plaats in een rechtbank en als je niet met de uitspraak eens bent, kan je in hoger beroep
gaan en dat vindt plaats bij een gerechtshof. Gerechtshof is een hogere rechter dan de rechtbank zelf.
Een kort geding is een spoedeisende zaak om zo snel mogelijk antwoord te krijgen.
De kantonrechter is bevoegd door de rechtbank.
Absolute competentie regels welke rechter bevoegd is om kennis te nemen van een bepaalde zaak.
Relatieve competentie is regels welke rechter geografisch gezien bevoegd is om van de zaak kennis te
nemen.
Absolute competentie: Welke rechter (rb, hof, hr)
Relatieve competentie: waar moet je heen? Plaats waar de arbeid wordt verricht, daar waar de
werknemer woont.
Week 3
Beding = een schriftelijke onderdeel in een arbeidsovereenkomst
Proeftijd= Een wederzijdse proefperiode tussen een werkgever en een werknemer. Wordt schriftelijk
bij aanvang van de arbeidsovereenkomst overeengekomen. Mondelinge proeftijd is niet toegestaan.
Consequenties proeftijd:
- Ontslag onmiddellijk zonder opzegtermijn
- Opzegverboden Niet van toepassing
- Ontslagregels Niet van toepassing
- Ontslagreden Moet gegeven worden als werknemer daarom vraagt
Hoe korter de arbeidsovereenkomst, hoe korter de proeftijd
Nietig: ongeldig (het geldt niet meer)
Zolang de tijd niet is verstreken betekent het ook dat je iemand kan ‘ontslaan’ voor de proeftijd is
begonnen.
Geen CAO betekent dwingend recht
Juncto (JO) = ‘en ‘
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisabethlawalata. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.54. You're not tied to anything after your purchase.