Investeren en financieren
HC 1
Belastingen algemeen
Belastingen = door de overheid, volgens algemene rechtsregels, opgelegde en afdwingbare geldelijke
overdrachten om niet, anders dan bij wijze van straf, welke fungeren als een bijdrage aan de publieke
middelen die ingezet worden voor de bevordering van de maatschappelijke welvaart.
Belasting = publieke heffing om niet
Kenmerken belastingen puntsgewijs
• Belastingen worden geheven om niet
• Betreft een verplichte betaling aan de overheid
• Zonder recht op een concrete tegenprestatie
• Indien niet betaald, dan volgt een boete
• Bijdrage in de bekostiging van de overheid
• Ter bevordering van de collectieve welvaart
Noodzakelijk kwaad prijs van de beschaving
Belastingen worden in zijn algemeenheid ervaren als een beknotting van de individuele koopkracht
= inbreuk of beperking van de persoonlijke bestedingsvrijheid
Belastingen = de indirecte prijs voor de collectieve goederen/voorzieningen
Wel altijd discussie/debat over hoogte van de belastingen, verdeling belastingdruk en bestemming
belastinggelden
Wat vinden we hiervan?
Belasting betalen is voor de dommen!
De huidige belastingwetgeving is te complex, te veel soorten belastingen met allerlei gedetailleerde
bepalingen. Voor een modale burger nauwelijks nog te bevatten. Kortom het wordt tijd voor een
single- of mono-taks: zelfde belasting voor iedereen.
Functies belastingheffing
• Budgettaire functie: vullen overheidskas; bekostigingsbijdrage gemeenschapsvoorzieningen
• Instrumentele functie: als belastingen min of meer direct dienstbaar zijn aan gedragssturing of
aan doelen van economische politiek (alcohol, roken, benzine)
Beginselen belastingheffing
• Draagkrachtbeginsel
o De sterke schouders moeten meer bekostigen voor de overheid dan de zwakkere
schouders. Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je moet betalen.
(Progressiefbelastingstelsel)
• Profijtbeginsel
o De mogelijkheid dat je gebruik maakt van de weg, daarvoor betaal je. Bijv. MRB.
• Beginsel van bevoorrechte verkrijging
o Bate uit een bevoorrechte positie (bv kansspelbelasting (loterij), erfbelasting)
• Beginsel van de minste pijn
o Innen van belastingen zo weinig mogelijk moeite kost. Belasting betalen aan de bron.
Progressief, Degressief, Proportioneel (NL progressief: meer verdiend, meer betalen)
Een belastingstelsel is progressief (resp. degressief/proportioneel) als de gemiddelde belastingdruk
stijgt (resp. daalt/gelijk blijft), naarmate het aan de belastingheffing onderheven bedrag
,(Inkomen/vermogen) hoger is.
Een belastingstelsel is progressief als de gemiddelde belastingdruk stijgt, naarmate het aan de
belastingheffing onderheven bedrag (Inkomen/vermogen) hoger is.
Een belastingstelsel geldt als progressief indien men verhoudingsgewijs (relatief of procentueel)
meer belasting verschuldigd is en afdraagt naarmate de omvang van het belastbare feit (inkomen,
winst of vermogen) groter is. De gemiddelde belastingdruk stijgt.
Een belastingstelsel geldt als degressief indien men verhoudingsgewijs (relatief of procentueel)
minder belasting verschuldigd is en afdraagt naarmate de omvang van het belastbare feit (inkomen,
winst of vermogen) groter is. De gemiddelde belastingdruk daalt.
Een proportioneel stelsel blijft de belastingdruk constant.
De Nederlandse loonbelasting en inkomstenbelasting is progressief omdat de tarieven over de
opvolgende belastingschijven hogere worden.
Verschil heffingskorting en aftrekpost TENTAMEN!
• Een heffingskorting of taxcredit is een belastingkorting, die pas in mindering wordt gebracht
achteraf op de aanvankelijk volgens het tarief berekende belastingschuld.
• Een aftrekpost is een inkomenskorting, die vooraf in mindering wordt gebracht op het belastbaar
inkomen.
(De-)nivelleren
• Nivelleren= als door belastingheffing de relatieve inkomensverschillen afnemen (NL)
Meer verdien, meer betalen
• Denivelleren = als door belastingheffing de relatieve inkomensverschillen toenemen
Meer verdien, weinig betalen
Beoordelingscriteria belastingstelsels - kenmerken goed belastingstelsel:
1. Eerlijk (rechtvaardig) kan steunen op de rechtvaardigheidsopvattingen in een samenleving
2. Effectief (doel realiserend) wanneer de doelen van het fiscale beleid (bijv. vullen staatskas)
gerealiseerd worden
3. Efficiënt (relatief geringe uitvoeringskosten) wanneer de fiscale doelen gerealiseerd worden
tegen zo weinig mogelijke uitvoeringskosten en lage compliance kosten
4. Eenvoudig (begrijpelijk) hetgeen de handhaving en naleving ten goede komt
Categorisering van belastingen
• Objectieve VS subjectieve belastingen
o Objectief: geen rekening houden met persoonlijke omstandigheden
(overdrachtsbelasting huizen)
o Subjectief: hier wel rekening mee houden (bv korting omdat er kinderen zijn)
• Directe VS indirecte belastingen
o Direct: betaal je zelf middels een aanslag bijv. aankoop huis
o Indirect: BTW (geïnd door een ‘tussenpersoon’ (BTW bij de winkel)
• Aangifte- VS aanslag belastingen
o Aangifte: betaal je pas nadat je het hebt gemeld
o Aanslag: blauwe envelop. Belastingdienst heeft het zelf uitgerekend
• Tijdvak- VS tijdstip belastingen
o Tijdvlak: bijvoorbeeld loonbelasting (bijvoorbeeld over een kalanderjaar)
o Tijdstip: op dat moment (bv bij passeren akte van een huis, erfenis, btw-aankoop winkel)
,Materieel Belastingrecht (BLR): de inhoud van de verschillende belastingwetten. Geeft inhoudelijk
uitsluitsel op de volgende vier vragen:
1. Wie is de belastingplichtige (subject)?
2. Waarover moet belasting worden betaald (object)?
3. Wanneer ontstaat de belastingschuld?
4. Hoeveel belasting moet worden betaald tarief)?
Bronnen Materieel BLR - ACHTERGROND INFO
Belastingwetten
Uitvoeringsbesluiten behorend bij de wet
Uitvoeringsregelingen behorend bij de wet
Europese richtlijnen
Jurisprudentie (rechtspraak)
Bekende belastingwetten - ACHTERGROND INFO. NIET ALLEMAAL UIT HOOFD KENNEN.
Wet op de inkomstenbelasting (Wet IB)
Wet op de loonbelasting (Wet LB)
Wet op de vennootschapsbelasting (Wet Vpb)
Wet op de dividendbelasting (Wet DB)
Wet Motorrijtuigenbelasting (Wet MRB)
Wet op de omzetbelasting (Wet OB)
Successiewet (SW)
Wet belastingen van rechtsverkeer (WBRV)
Formeel BLR
Formele belastingrecht gaat over de wettelijke rechten en plichten van de Belastingdienst en de
belastingplichtigen. Het betreft meer de procedurele en processuele aspecten rond compliance,
bezwaar, beroep en geschil.
Bronnen:
1. Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR)
2. Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)
3. Invorderingswet 1990 (IW 1990)
Bezwaar en Beroep
Eerst bezwaar kan worden gemaakt tegen een niet welgevallig overheidsbesluit bij het
bestuursorgaan dat die beschikking heeft uitgevaardigd; een belastingplichtige is het bijvoorbeeld
niet eens met de door de belastinginspecteur opgelegde aanslag IB. 6 weken de tijd voor als je
weet dat je iets moet betalen
Erna beroep kan worden aangetekend tegen een afgewezen bezwaar bij de rechter.
De termijnen die hierbij in acht genomen dienen te worden zijn in de regel zes weken.
Hoorcollege 1
, WC 1
Casuïstiek n.a.v. lesbrief 1
Casus A: becommentariëring pleidooi voor mono- of singletax
Gesteld dat een populistische politieke partij ervoor pleit om in het kader van een
belastinghervorming (vereenvoudiging) alle bestaande belastingen in Nederland te vervangen door
slechts een (enkele) belasting; de zogenoemde mono- of singletax.
Geef een aantal argumenten waarom dit een onzalig idee is.
Oneerlijk. 10.000 inkomen en dan 5000 betalen. Of 100.000 en dan 5000 betalen. Dan heb je geen
nivellering, dan betaalt iedereen hetzelfde bedrag.
Casus B: duiding/verklaring uitspraak. Wat wordt bedoeld met:
1. Belasting betalen is voor de dommen:
Ja, maar we hebben het wel nodig voor alle voorzieningen. Er zijn trucjes om je belasting te
omzeilen.
2. Inflatie is de enige vorm van belastingheffing die opgelegd kan worden zonder wetgeving:
Als alle prijzen stijgen dan betaal je ook meer belasting over het bedrag. Veel inflatie hoeft de
overheid niks te doen, dan krijgen ze meer belasting binnen.
Casus C: berekening OZB
Ga voor jouw gemeente na hoeveel de OZB (onroerendzaakbelasting) een burger verschuldigd is voor
een woning met een WOZ-waarde van € 250.000.
Als je een eigen woning hebt, dan wordt daar ieder jaar een waarde aan gehangen WOZ-waarde.
En aan de hand daarvan betaal je belasting over die waarde. €500.000 ongeveer €1000 belasting.
Casus D: gemeentelijke woonlasten
Noem naast de OZB nog andere gemeentelijke woonlasten.
Rioolheffing, afvalstoffenheffing, watersysteemheffing, zuiverheffing en hondenbelasting.
Kun je achterhalen hoeveel euro een vierpersoonshuishouden met een eigen woning (WOZ-waarde
van € 250.000) in jouw gemeente in totaal kwijt is aan gemeentelijke woonlasten? -
Casus E: provinciale opcenten
Sinds 1982 zit er een opslag (opcenten) op de MRB die het Rijk int voor de provincie. Bereken
hoeveel euro de provincie Limburg in 2020 ontvangt aan provinciale opcenten van een persoon die
kentekenhouder is van een auto (op benzine rijdend) met een ledige massa van 1.800 kg.
Alleen als je profijt ervan hebt, betaal je ‘het-motorrijtuigenbelasting’.
Casus F: vergelijking belastingvrije voet (BVV) met heffingskorting (HK).
Gesteld dat het systeem van IB bestaat uit drie schijven van waarvan de eerste twee schijven elk een
schijflengte hebben van € 20.000 en waarbij over de eerste schijf 25% en de tweede schijf 40% wordt
geheven. De derde schijf is onbegrensd en heeft een schijftarief van 50%. Ada heeft een (belastbaar)
jaarinkomen van € 45.000 en Bernie van € 90.000.
Schijf 1 €20.000 25%
Schijf 2 €20.000 40%
Schijf 3 Onbegrensd 50%
Bereken voor beide dames de gemiddelde belastingdruk indien er sprake is van een:
1. Belastingvrije som van € 5.000
2. Heffingskorting van € 5.000
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentBusinessStudiesBedrijfskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.48. You're not tied to anything after your purchase.