Samenvatting van Methodologie en Statistiek. Dit vak is een van de eerste vakken die je krijgt in de bachelor Bewegingswetenschappen. Hierbij een handige samenvatting om je op weg te helpen voor je eerste tentamens!
1. Fundamenteel onderzoek: kennis opdoen, niks toepassen in de praktijk
2. Toegepast onderzoek: kennis toepassen in de praktijk
3. Laboratoriumonderzoek: effect onderzoeken in het lab.
- Steriele omstandigheden → onderzoeker heeft meer controle over het
onderzoek
- Geen natuurlijke situatie, natuurlijke omstandigheden worden niet meegenomen
in het onderzoek
4. Veldonderzoek: effect onderzoeken in het veld
- Natuurlijke situatie, natuurlijke omstandigheden worden meegenomen in het
onderzoek
- Minder steriel → onderzoeker heeft minder controle over het onderzoek
Empirische cyclus:
Interne validiteit (methodologische validiteit): zegt iets over de kwaliteit van de onderzoeksopzet van
je onderzoek, de mate waarin het redeneren binnen je onderzoek correct is. Laboratoriumonderzoek
heeft over het algemeen een hogere interne validiteit dan veldonderzoek vanwege de betere
controle in het laboratorium.
Externe validiteit (generaliseerbaarheid): mate waarin de onderzoeksresultaten generaliseerbaar zijn
naar andere situaties dan in het onderzoek. Veldonderzoek heeft over het algemeen een hogere
externe validiteit dan laboratoriumonderzoek aangezien onderzoeksresultaten gemeten in het veld
meestal veel overeenkomen met de resultaten van dezelfde situatie buiten het onderzoek.
De empirische cyclus: op waarnemingen gebaseerd, het is meetbaar
Wetenschappelijke kennis is:
- Systematisch verzameld
- Logisch
- Empirisch
- Generaliseerbaar
- Reproduceerbaar
Ethische aspecten: is het ethisch verantwoord om het desbetreffend onderzoek uit te voeren?
- Belang onderzoek
- Kan het niet op een minder ingrijpende manier?
- Belang in redelijke verhouding tot bezwaren en risico’s
- Toon respect
- Waarborg veiligheid
- Behandel gegevens vertrouwelijk en anoniem: geen namen, maar ‘persoon 1’
1
,Proefpersonen moeten over voldoende informatie beschikken over het onderzoek (Informed
Consent):
- Uitleg onderzoeksprocedure
- Potentiële risico’s en ongemakken
- Potentiële voordelen
- Recht op navraag over het onderzoek en recht op terugtrekken uit het onderzoek
➔ Speciale commissies die toetsen of het onderzoek verantwoord is:
1. WMO-plichtig (Wet Medisch-Wetenschappelijk onderzoek): onderzoek wordt vooraf
door een erkende METC getoetst. Een onderzoek is WMO-plichtig als:
- Er sprake is van medisch wetenschappelijk onderzoek
- Personen aan handelingen worden onderworpen of als hen gedragsregels
opgelegd worden
2. Niet-WMO-plichtig: onderzoek wordt vooraf door een lokale toetsingscommissie
getoetst
Een goede wetenschappelijke vraag:
1. Scherp, concreet en ondubbelzinnig geformuleerd
2. Specificatie van gebruikte termen → operationaliseren
3. Middels onderzoek te beantwoorden
→ Andere onderzoeker kan het onderzoek zelfstandig uitvoeren
Vraagstelling: Een specifiek geformuleerde vraag waarop onderzoek antwoord moet geven
Doelstelling: Hetgeen men met het beantwoorden van de vraagstelling en dus met het doen van het
onderzoek wil bereiken
Ontstaan goede wetenschappelijke vragen:
- Creatief denken: oplossingen, relaties, verklaringen, oorzaken, etc.
- Inductief redeneren: algemene principes afleiden uit specifieke gevallen. Een
conclusie of generalisatie maken op grond van een gelimiteerd aantal metingen
of observaties. Er is een beperkte steekproef (alleen specifieke gevallen)
Waarneming → Theorie → Resultaat → Conclusie
- Deductief redeneren: specifieke stelling afleiden uit algemene principes.
Theorie → Hypothese → Aangenomen waarheid (referentiekader) → Hypothese
2
, COLLEGE 2, H7 (p.73-81)
Operationaliseren: begrippen zodanig omschrijven dat ze meetbaar worden (begrip zoals bedoeld →
begrip zoals gemeten, bv. ‘het vermogen om zich langdurig in te spannen (=uithoudingsvermogen)’
→ ‘gelopen afstand in 12 minuten’)
Construct: niet observeerbaar, maar resultaten zijn wel meetbaar → begrip heeft een proces/entiteit
dat (wel meetbare) verschijnselen ten gevolge heeft (bv. Intelligentie → IQ-test, nervositeit →
hartslag, transpiratie). IQ-test en hartslag/transpiratie zijn indicatoren om een begrip te
operationaliseren.
Hypothesen: bv. Verschillen mannen en vrouwen in lenigheid?
- H0-hypothese (nulhypothese): negatief antwoord op de vraagstelling, er is geen
verband/verschil/effect (bv. Mannen en vrouwen verschillen niet in lenigheid)
- H1-hypothese (alternatieve hypothese): positief antwoord op de vraagstelling, er
is wel een verband/verschil/effect → onderzoekshypothese (bv. Mannen en
vrouwen verschillen wel in lenigheid)
Als je onderzoek doet verwacht je altijd een verband/verschil/effect, dus in je conclusies verwerp je
de H0-hypothese en bevestig en onderbouw je de H1-hypothese
Tweezijdige hypothese: je verwacht dat er wel/niet een verband is, maar je geeft niet aan in welke
richting dat verband is (bv. ‘ja, er is een verschil in lenigheid tussen mannen en vrouwen’, je geeft
niet aan wie er leniger zijn, de mannen of de vrouwen)
Eenzijdige hypothese: je geeft al wel de richting van je verwachting van het verband (bv. ‘vrouwen
zijn leniger dan mannen’)
Een populatie is meestal te groot om te onderzoeken dus je houdt een steekproef: een kleine,
toevallige greep uit de populatie. Je onderzoekt de steekproef en aan de hand van die resultaten doe
je een uitspraak over de populatie. Hoe kleiner de steekproef, hoe minder de resultaten
overeenkomen met de resultaten van de gehele populatie.
- Systematische steekproef: vooraf bepaald (bv. Om de 3 mensen iemand in de
steekproef doen).
- Gelaagde steekproef: je houdt rekening tussen verschillende kenmerken/strata
van individuen in de populatie. Je verdeelt de populatie in lagen aan de hand van
deze kenmerken/strata. Van elke laag kies je een paar individuen voor de
steekproef. Je hebt vooraf dus al gegevens nodig over de populatie. De
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selenakranenborg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.