Samenvatting Ontwikkelingspsychologie II, ISBN: 9789043036191 Ontwikkelingspsychologie
9 views 0 purchase
Course
Ontwikkelingspsychologie
Institution
Hogeschool Windesheim (HW)
Book
Ontwikkelingspsychologie
Dit is een samenvatting over hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 6 van het boek Ontwikkelingspsychologie II. Het is een samenvatting van 18 bladzijdes. In de samenvatting staat alles beschreven wat je moet weten van deze hoofdstukken, onbelangrijke details zijn weggelaten. Ook staan er een paar handige tabel...
Einde adolescentie= rond 20ste levensjaar
Middelbare leeftijd= rond 40ste levensjaar
De lichamelijke ontwikkelingen zijn vaak aan het begin van de vroege volwassenheid (20ste levensjaar)
voltooid en op hun hoogtepunt. Echter groeien sommige mensen ook nog na hun 20 ste.
Myelinisering vettige stof om een axon (deel van een zenuw) waardoor zenuwimpulsen sneller
worden doorgegeven.
Prefrontale cortex kan informatie voor korte tijd opslaan en helpt bij het uitvoeren van de
executieve functies zoals plannen, besluiten nemen en emoties regelen. Bij mannen is dit pas rond
het 25ste levensjaar gerijpt. De zintuigen zijn in deze periode erg gevoelig en op zijn best, net als de
psychomotorische vermogens (spierkracht en oog hand coördinatie). De gevoeligheid van de
zintuigen neemt pas af vanaf je 40ste of 50ste levensjaar.
Hoe hoger het gezinsinkomen, hoe hoger de kans dat kinderen en ouders sporten. Dertig minuten
matige inspanning per dag is voldoende beweging. Advies is 150 minuten aan matige intensieve
inspanning per week. Bewegen is goed voor je botten, spieren, longen, hart en bloedvaten.
Een van de belangrijkste doodsoorzaken tussen 25 ste en 30ste zijn kanker, hartziekten en zelfmoord.
Secundaire veroudering lichamelijke aftakeling die veroorzaakt wordt door omgevingsfactoren of
individueel gedrag. Verhoogd risico op sterfte.
Coping proberen omgaan met stress. Samenspel tussen lichamelijke en psychologische factoren.
Probleemgerichte coping proberen de situatie te veranderen zodat het probleem wordt opgelost.
Emotiegerichte coping probeer je emoties bewust te reguleren en beheersen en het van de
positieve kant te bekijken.
Defensieve coping onbewuste strategieën waardoor je een situatie verdraait of ontkent,
bijvoorbeeld de ernst van de situatie ontkennen. Dit is een manier om het probleem te vermijden.
Alcohol, drugs of “slechte tentamen cijfers maken niet uit”, zijn voorbeelden hiervan.
Psychoneuro-Immunologie onderzoek naar de relatie tussen Psychologische factoren, de hersenen
en het immuunsysteem.
Als er constant stress gerelateerde hormonen worden afgescheiden verslechtert de conditie van het
hart, de bloedvaten en ander lichaamsweefsel. Je wordt gevoeliger voor ziektes. Het immuunsysteem
krijgt te veel prikkels en kan het lichaam zelf gaan aanvallen.
Stadia bepalen of je wel of geen stress hebt:
1. Primaire inschatting kijken naar de gebeurtenis en bepalen of de gevolgen negatief
neutraal of positief zijn.
2. Secundaire inschatting een inschatting of je copingvaardigheden en hulpbronnen
voldoende zijn om de situatie aan te kunnen. Als dit niet het geval is ervaar je stress.
Fysiologische arousal= prikkel die optreedt wanneer je probeert om met stress om te gaan.
Psychosomatische aandoeningen= Medische problemen die worden veroorzaakt door
psychologische, emotionele en lichamelijke problemen.
Piaget vanaf het einde van de adolescentie blijft de denkwijze grotendeels hetzelfde. Mensen
kunnen wel meer informatie verzamelen maar de manier waarop ze over die informatie nadenken
verandert niet.
Labouvie-Vief jongvolwassenen vertonen postformeel denken (= denken dat verder gaat dan
formeel denken (formeel operationele fase Piaget)). I.p.v. dat de jongvolwassenen puur logisch
denken met alleen goed of fout en geen tussenweg, houdt postformeel denken rekening met het feit
dat sommige situaties niet zo zwart-wit zijn. Het bevat ook dialectisch denken (belangstelling en
waardering voor argumenten en debat). Postformele denkers begrijpen dat er in bepaalde situaties
meerdere oplossingen mogelijk zijn.
Perry jongvolwassenen maken gebruik van dualistisch denken (= iets is goed of iets is fout, mensen
zijn goed of slecht, anderen zijn voor of tegen jou). Naar mate studenten te maken krijgen met
nieuwe ideeën en visies zijn ze in staat om meervoudig te denken (= inzien dat er verschillende
standpunten zijn en verschillende culturen, normen en waarden en dat die allemaal even waar
kunnen zijn, dus er is niet maar 1 waarde goed of een waarde fout).
Schaies gaat verder waar Piaget is gestopt. Het denken van volwassenen ontwikkelt zich volgens
vaste stadia. Hij richt zich op de manier waarop informatie tijdens de volwassenheid wordt gebruikt
i.p.v. op de veranderingen en het verwerven van nieuwe informatie. De verschillende stadia zijn:
- Verwervend stadium kindertijd en adolescentie. De informatie die je in deze periode
verzameld wordt grotendeels opgeslagen voor later.
- Uitvoerend stadium jongvolwassenen. Passen de verzamelde kennis toe bij situaties die te
maken hebben met het bereiken van lange termijn doelen zoals carrière en gezin. In dit
stadium moeten jongvolwassenen verschillende belangrijke kwesties aanpakken en oplossen
die van invloed zijn op hun toekomst, zoals voor welke baan ga je solliciteren.
- Verantwoordelijk stadium einde van de jongvolwassenheid en rond de middelbare leeftijd.
Mensen houden zich vooral bezig met hun carrière, gezin en partner.
- Ondernemend stadium iets later in de middelbare leeftijd. Het blikveld wordt verbreed en
je voelt je verantwoordelijker voor de wereld. Mensen kijken verder dan zichzelf en zetten
zich meer in voor de maatschappij door bijvoorbeeld betrokken te raken bij een goed doel.
- Reïntegratief stadium ouderdom. Concentreren op taken die vooral voor jou als persoon
een betekenis hebben. Kennis wordt niet meer opgedaan om problemen te kunnen oplossen
maar om je te verdiepen in een specifiek onderwerp.
Triarchische theorie over intelligentie (Sternberg)
Intelligentie bestaat uit 3 componenten:
componentiële component (mentaal, hoe goed kun je problemen oplossen, je gebruikt eerder
geleerde informatie) slim zijn.
experimentele component (relatie tussen intelligentie eerder ervaringen en het vermogen om nieuwe
situaties te kunnen handelen, Je kunt verbanden leggen en voorspellingen doen over nieuwe
situaties) kennis kunnen combineren.
contextuele component (de mate waarin Mensen kunnen voldoen aan de eisen die In het dagelijks
leven aan hen worden gesteld, bijvoorbeeld je aanpassen bij een nieuwe baan) slim handelen.
Praktische intelligentie= kennis verzameld door te observeren en kopiëren van andermans gedrag.
Emotionele intelligentie= empathisch en adequaat kunnen reageren op anderen.
Creativiteit= ongewone manier om ideeën te combineren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller juliettevanderpoel2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.