100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
ALLE werkgroepen klinische psychologie samenvatting 2023! $7.59   Add to cart

Summary

ALLE werkgroepen klinische psychologie samenvatting 2023!

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

ALLE werkgroepen (1 t/m 7) samengevat voor het vak: Mentale Gezondheidsuitdagingen (2023) eerstejaars psychologie op Erasmus universiteit, Rotterdam.

Preview 4 out of 77  pages

  • April 10, 2023
  • 77
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1.3. Mental Health challenges

1. Young, fast and wild
Learning objectives:
● wat is adhd? (symptomen, etiologie en behandeling)
● wat is autisme? (hetzelfde)
● wat is de dsm? waar wordt het voor gebruikt en wat zijn de voor- en nadelen?
Attention deficit hyperactivity disorder (ADHD) wordt gekenmerkt door een patroon van
onoplettendheid en/of hyperactiviteit/impulsiviteit dat significant vaker voorkomt dan verwacht.
ADHD kan te zien zijn aan het gedrag; gebrek aan oplettendheid, in sociale situaties, onzorgvuldig
zijn op school, moeilijk concentreren, moeilijk instructies kunnen opvolgen en veelvuldig van taken
wisselen.Kinderen met ADHD zullen een afkeer hebben voor taken die mentale inspanning kosten
en zullen snel afgeleid raken. Hyperactiviteit kan te zien zijn aan: friemelen (fidgeting) en moeilijk
stil kunnen zitten. Vaak hebben ze de behoefte om te rennen, klimmen en veel te praten.
Impulsiviteit: het reageren op een situatie zonder de consequenties te overwegen. Dit kan zich
uiten als ongeduldigheid; moeite hebben met “wachten”. bv: het huis uit rennen zonder jas aan of
constant anderen onderbreken.

Diagnose van ADHD
Het is van belang om vast te stellen dat hyperactiviteit en onoplettendheid significant vaker
voorkomen dan bij een normale ontwikkeling. De DSM-5 criteria: aanwezig vóór 12 jaar en in twee of
meer contexten. De meeste mensen met ADHD vertonen zowel symptomen van hyperactiviteit als
onoplettendheid. Wanneer zowel onoplettendheid (inattentive) en hyperactieve/ impulsieve
elementen aanwezig zijn, is er sprake van combined presentation.
DSM-5 criteria ADHD
Een voortdurend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit en impulsiviteit dat het normale
functioneren of de normale ontwikkeling belemmert, zoals blijkt uit het volgende:
Onoplettendheid: ten minste zes van de volgende zaken gedurende ten minste 6 maanden:
- Niet goed letten op details of onzorgvuldige fouten maken
- Moeite om de aandacht bij activiteiten te houden
- Luistert niet wanneer er rechtstreeks tegen hem wordt gesproken
- Negeert instructies
- Heeft moeite met organiseren
- Heeft een hekel aan of vermijdt taken die langdurige mentale inspanning vereisen
- Verliest dingen die nodig zijn voor taken
- Is gemakkelijk afleidbaar
- Vergeetachtig bij dagelijkse activiteiten
Hyperactiviteit en impulsiviteit: ten minste zes van de volgende punten gedurende ten minste 6
maanden:
- Veel friemelen
- Niet stilzitten of de stoel verlaten wanneer dat wordt verwacht
- Lopen of klimmen in situaties waarin dat niet gepast is
- Niet in staat om rustig activiteiten te ondernemen
- Overmatig praten
- Spreekt een antwoord uit voordat de vraag af is.
- Heeft moeite op zijn beurt te wachten
- Onderbreekt of stoort anderen vaak
De symptomen waren aanwezig vóór de leeftijd van 12 jaar De symptomen zijn aanwezig in ten
minste twee settings. De symptomen verminderen de kwaliteit van de educatieve, sociale of
beroepsmatige mogelijkheden. De symptomen doen zich niet voor tijdens schizofrenie of een
andere psychotische stoornis en zijn niet beter te verklaren door een andere psychische stoornis. De

,helft van de mensen die ADHD diagnoses hebben, worden ook gediagnosticeerd met oppositional
defiant disorder (conduct disorder). In de meeste gevallen zullen deze mensen het slechtste
gedrag van beide stoornissen uiten. Kinderen met oppositional defiant disorder ze zijn vaak: meer
agressief, komen uit een gezin met lage socio-economische status en hebben ouders die antisociaal
gedrag vertonen.

Kinderen met ADHD hebben een betere prognose op de lange termijn dan kinderen met defiant
disorder. In sommige gevallen kan ADHD diagnose leiden tot een vroege onset van conduct
disorder. ADHD wordt meestal eerst herkend door de ouders tijdens de vroege kinderjaren. De
diagnose wordt vastgesteld wanneer het kind naar school gaat. ADHD kan de leerprestatie van het
kind enorm beïnvloeden. Ook speelt cultuur een rol in het ontdekken van de stoornis.

Prevalentie ADHD
De DSM-5 schat de prevalentie rond 5% van naar schoolgaande kinderen en 2,5% bij volwassenen.
De helft van de mensen die een diagnose krijgt tijdens de kindertijd, neemt deze mee naar de
volwassenheid. Ook is er bewijs gevonden dat ADHD vaker voorkomt bij jongens dan meisjes.

Consequenties van ADHD
De psychopathologische symptomen van ADHD hebben consequenties in verschillende dimensies;
het aandachtstekort en hyperactiviteit kan leiden tot slecht temperament, frustraties, bazigheid,
koppigheid, stemmingswisselingen, laag zelfbeeld. Ook kunnen de academische prestaties negatief
worden beïnvloedt. Vaak kunnen kinderen met ADHD ook moeilijk vrienden maken en krijgen te
maken met sociale exclusie vanwege hun gedrag. Daarnaast vinden ze het lastig om de correcte
sociale respons te geven.

Etiologie van ADHD
De oorzaak van ADHD is zowel biologisch als psychologisch. ADHD is één van de meest geërfde
stoornissen; tweelingstudies hebben laten zien dat 76% van de tweelingen overeenkomen in de
stoornis. Adoptiestudies laten ook zien dat het kind vaker ADHD symptomen vertoont wanneer de
ouder ook ADHD heeft. De stoornis wordt geassocieerd met chromosoom 16; deze bevat linkage
genen. Een enkel gen heeft weinig effect op het ontwikkelen van ADHD; hoe meer onderliggende
genen een persoon bezit; hoe meer kans op ADHD. Zo kunnen de genen voor neurotransmitters
(dopamine, norepinephrine en serotonine) leiden tot de ontwikkeling van de stoornis.
Omgevingsfactoren dragen bij of de stoornis tot uiting komt of niet.

Neuroscience
MRI studies laten zien dat het brein van kinderen met ADHD 3,2% kleiner is dan kinderen zonder
ADHD. Ook ontwikkelt het brein zich langzamer. De hersendelen die het meest worden beïnvloedt
door ADHD zijn: frontale, pariëtale, temporale en occipitale kwab. Ook wordt ADHD geassocieerd
met een vermindering van grijze stof. De frontale cortex, basale ganglia en het cerebellum vertonen
ook een kleiner volume. Bij kinderen met ADHD duurt het 10,5 jaar voordat 50% van de cortex is
ontwikkelt, bij gezonde kinderen ligt dit op 7,5 jaar.
Kinderen met ADHD hebben een verslechterde executieve functie (plannen,organiseren,
problemen oplossen). Ook hebben ze moeite met inhiberende responsen.

Prenatale factoren
Maternaal roken en drinken tijdens de zwangerschap kan leiden tot genetische predisposities en
geboorteafwijkingen (laag gewicht, respiratoire stress etc.). Zwangere vrouwen die 10 sigaretten of
meer rookten per dag hadden een grotere kans op het krijgen van een kind met ADHD.

,Omgevingsfactoren
Biochemische onbalans kan ontstaan door stoffen in het eten. Er is weinig bewijs dat
voedseladditieven leiden tot ADHD; wel link gevonden tussen nicotine/ tabak en meer
hyperactiviteit.

Er zijn verschillende testen beschikbaar om te testen of
het kind ADHD heeft of niet.

Psychologische factoren: ouder-kind interactie speelt
een rol in het ontwikkelen van ADHD. Kinderen met
ADHD kunnen opgegroeid zijn met ouders die deze
stoornis ook bezitten, dit kan leiden tot verergering van
de symptomen. Vaders die ADHD hebben zijn minder
goed in het opvoeden van het kind (discipline aanleren).
Ook ouders met authoritarian opvoedstijlen kunnen
ongeduldig worden tijdens het opvoeden van het kind;
dit kan leiden tot nog heftigere reacties.
Leertheorie
Ouders kunnen dmv reinforcement en beloning
bepaalde gedragingen belonen. Er is geen direct bewijs
voor deze theorie. Wel kunnen positive reinforcements
effectief zijn om negatieve disruptieve gedragingen bij
kinderen met ADHD te verminderen.

Theory of mind (TOM) deficits
Kinderen met ADHD begrijpen de intenties van anderen vaak niet in sociale situaties. Theory of
mind: het vermogen om je eigen en andermans mentale staat te begrijpen. Onderzoek wijst uit dat
kinderen met ADHD slecht scoren op een TOM taak. Een andere studie liet het tegenovergestelde
resultaat zien: bewijs is inconsistent. ADHD wel in verband gebracht met slechte prestaties op
controletaken die executieve functies vereisen (doelgericht gedrag/ plannen, aandacht verdelen,
inhibitie van ongepaste reacties). Symptomen direct gerelateerd aan executieve functie in plaats
van tekorten in sociaal functioneren.

Psychostimulants (medicatie) kunnen de activiteit van het centrale zenuwstelsel verhogen: meer
alertheid, arousal en aandacht. Dit veroorzaakt directe verbetering in het gedrag van ~76% van de
kinderen met ADHD.

“Paradoxical effect”: psychostimulanten leiden tot rusteloosheid en krampachtige bewegingen
wanneer ze worden gebruikt. In overactieve kinderen leidt het juist tot rust en vertraging.
Onderzoek heeft uitgewezen dat het paradoxical effect onjuist is.
De effecten van psychostimulanten beïnvloeden de aandacht en verminderd motoractiviteit. Ze
hebben hetzelfde effect op volwassenen bij een kleinere dosis; veel gebruikt onder studenten. Dus
er is geen paradoxical effect op psychostimulantia bij kinderen met ADHD.

Ritalin, Dexedrine, Cylert en Adderall worden het vaakst voorgeschreven; vaak wanneer het kind
beperkt wordt in zijn leervermogen op school vanwege gedragsproblemen. Medicijn wordt ‘s
ochtends vóór schooltijd genomen en tijdens lunch (werking: 3-4 uur). Bijwerkingen: niet kunnen
slapen en weinig eetlust. Medicijn wordt vaak niet genomen tijdens weekend of schoolvakanties.
Kinderen stoppen met medicatie tijdens adolescentie omdat ze denken dat de stoornis minder
wordt met de leeftijd. Onderzoek laat zien dat hyperactiviteit en impulsiviteit verbeteren maar
onoplettendheid (inattention) blijft. Nu wordt medicatie wel aangeraden voor volwassenen en heeft

, het effect op de vermindering van overreactiviteit. Volwassen ADHD heeft alleen 5 criteria nodig om
te worden gediagnosticeerd.

Medicatie vertoont op korte termijn verbetering in
ADHD en werkt beter dan gedragstherapie. Op lange
termijn is dit niet bewezen. Meer intense therapieën
zoals summer treatment programma’s hebben meer
effect dan gedragstherapie. Medicatie heeft daarnaast
effect op leervermogen; welke precies is niet bekend.
Kinderen die medicatie slikken maken lees-, spelling en
rekensommen met minder fouten. Hun cijfers en
algemene prestaties verbeterden echter weinig.
Psychostimulia leiden dus tot weinig lange termijn
effecten op gedrag, leren en functioneren.



Bijwerkingen: verminderde eetlust, hoge hartslag, moeilijk in slaap vallen. Dit vormt weinig risico
voor de gezondheid van kinderen maar kan voor ouders zorgelijk zijn. Andere bijwerkingen zijn
meer risicovol zoals motortics ontwikkelen.
Psychostimulanten kunnen de fysieke groei stagneren (lengte en gewicht). Het groei-effect is vrij
nihil. Wanneer de medicatie wordt gestopt kan de groeispurt wel terugvorderen.
Autisme spectrum disorder (ASD): stoornissen gekenmerkt door abnormaliteiten in het
ontwikkelingsproces. Kinderen ondervinden een beperking en vertraging in sociale en emotionele
reacties. Dit hangt samen met: intellectuele beperkingen: laag IQ, taal en communicatie
beperking (spraakproblemen) en ontwikkelen stereotiepe of zelfbeschadigende gedragspatronen
(haar trekken). Criteria van DSM-5 zijn veranderd (andere stoornissen geïntegreerd in het spectrum);
er worden nu minder diagnoses van autisme verwacht.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mandyli1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.59
  • (0)
  Add to cart