Embryologie ZSO 1 en 2A EMBRYOLOGIE
Eerste week ontwikkeling: ovulatie tot implantatie
Rond 14e dag ovulatie: Graafse follikel barst open in ovarium oöcyte naar tuba uterina (start 2e meiotische deling).
- Geen bevruchting degeneratie oöcyte na max. 24 u
- Wel bevruchting afronden 2e meiotische deling en DNA verdubbeling.
o Na versmelting 1e mitotische deling zygote 2-cellig stadium 30u na bevruchting.
o Herhaalde deling van blastomeren morula-stadium (16-64 cellig) 40u na bevruchting.
o Na 4 dagen: morula bereik lumen van uterus. Cellen wijken uit elkaar holle blastocyste (blastula).
Buitenste cellaag: trofoblast.
Binnenste cellaag aan één pool: embryoblast (kiemknop) waaruit embryo zal groeien.
Holte: blastocoel.
o Trofoblastcellen thv embryoblast delen versneld vormen syncytium en dringen het
baarmoederslijmvlies (endometrium) binnen implantatie.
Tweede week ontwikkeling: 2-bladige kiemschijf
Blastocyste gedeeltelijk ingenesteld in stroma van het endometrium.
- Trofoblast thv embryoblast volledig gedifferentiëerd in 2 lagen
o Syncytiotrofoblast (buitenste) placenta
o Cytotrofoblast (binnenste)
- Embryoblast ook in 2 lagen 2-lagige kiemschijf
o Epiblast naar syncytiotrofoblast toe (ectoderm)
o Hypoblast naar blastocoel toe (endoderm)
Epiblast differentieert
- Afgeplatte cellen van epiblast tegen trofoblast amnioblasten.
- Tussen amnioblasten en epiblast amnionholte.
Kleine holtes onstaan in de syncytiotrofoblast, vormen grote lacunen.
Blastocoel bekleed met afgeplatte cellen van hypoblast membrane exocoelomica (membraan van Heuser)
lecithocoel (dooierzak) gevormd.
In bovenste laag embryo (epiblast) is de primitieve groeve gevormd. Via celmigratie (info juiste richting in genetische
code) laag onder cytotrofoblast gevormd:
- Extra-embryonaal mesoderm: ontstane holtes hierin versmelten tot extra-embryonaal coeloom.
o Extra-embryonale somatopleura: mesodermcellen tegen trofoblast
o Extra-embryonale splanchnopleura: mesodermcellen tegen embryo en lecithocoel.
,Dooierzak met nieuwe
hypoblastcellen bekleed.
Tegen einde 2e week embryo
volledig in syncytiotrofoblast.
Extra-embryonale coeloomholte
neem toe in omvang embryo
enkel met hechtsteel verbonden
met trofoblast (wordt
navelstreng).
Derde week ontwikkeling: 3-
bladige kiemschijf
Gastrulatie van het mesoderm
Ronde kiemschijf wordt
langwerpig. Caudaal in epiblast
primitieve groeve gevormd,
craniaal de primitieve knoop (knoop van Hensen).
Cellen migreren van epiblast naar groeve, maken zich
los en invagineren eerste tussen cellen van
hypoblast, latere cellen tussen endoderm en epiblast.
De cellen verspreiden zich lateraal en craniaal.
Cellen die door knoop van Hensen invagineren
migreren craniaal vormen chorda-uitsteeksel
waaruit chorda-dorsalis ontstaat.
Mesodermcellen migreren tot laterale grens waar ze
contact maken met extra-embryonaal mesoderm.
Craniaal voorbij chroda-uitsteeksel naar chordaal
gebied (groot deel prechordale plaat door primitieve
knoop gemigreerd) o.a. ontwikkeling hart.
Halfweg 3e week ectoderm en endoderm gescheiden,
niet gescheiden thv oropharyngeale membraan en
cloacale membraan.
,Chorda vorming
Rond de 18e dag vernietigt het chorda-uitsteeksel het onderliggend endoderm. Het lumen van het chroda-uitsteeksel
verdwijnt. De canalis neurentericus verbindt tijdelijk amnionholte met lecithocoel (dooierzak). Na specificatie van
neuraalbuis slluit het endoderm weer. De chorda is een massieve streng chorda dorsalis van prechordale plaat tot
knoop van Hensen (ontwikkeling lichaamsas). Allantoïs: uitstulping endoderm in hechtsteel thv cloacale membraan.
Groei kiemschijf
De langwerpig wordende schijf verbreedt ook craniaal door continue invaginatie en migratie van cellen thv
primitieve streep, tot eind 4e week. Primitieve streep en knoop verdwijnen. Specifieke ontwikkeling 3 kiembladen
begint in craniaal- en middelgedeelte.
Vierde tot achtste week ontwikkeling: embryonale periode
Uit de kiembladen ontstaan specifieke weefsel en organen, vorm embryo verandert ingrijpend. Tegen einde 8e week
zijn de belangrijkste kenmerken van de uitwendige lichaamsvorm duidelijk herkenbaar.
Derivaten van het ectoderm
In het ectoderm net boven chorda vormt zich de neurale plaat en de neurale buis
(neuroectoderm).
- Neurale wallen: randen omhoog en vergroeien (craniaal (breder)
caudaal). Deel vormt doorlopende massa boven buis neurale lijst.
- Neurale groeve: ingezonken middengebied
Craniaal en caudaal blijft de buis tijdelijk in verbinding met de amnionholte via een
neuroporus.
Uit de neurale buis ontwikkelt het centraal zenuwstelsel. Uit het ectoderm
ontstaan het evenwichtsorgaan, ooglens, het reukzakje en weefsels en organen die met buitenwereld in contact
staan.
Derivaten van het mesoderm
De cellen die langs de primitieve streep geïnvagineerd zijn, vormen eerst een laagje losmazig bindweefsel aan
weerszijden chorda. Rond 17e dag: proliferatie tot dikkere weefsellaag, paraxiaal mesoderm (somieten). Daarnaast
ligt het intermediair mesoderm (urogenitaal stelsel). Lateraal ligt de laterale plaat met 2 sereuze vliezen:
- Somatische/pariëtale mesodermlaag (somatopleura/pariëtaal blad): omgeeft amnion in extra-embryonaal
mesoderm
- Splanchnische/viscerale mesodermlaag (splanchnopleura/visceraal blad): omgeeft lecithocoel in extra
embryonaal-mesoderm.
Vorming intra-embryonaal coeloom (coeloomholte) en mesenteria (meso’s: ophangbanden van organen).
Later ontwikkelt het intermediair mesoderm tussen paraxiaal (gesegmenteerd) en lateraal-mesoderm.
, Vanaf 3e week: somieten ontstaan in paraxiaal mesoderm, craniaal naar caudaal (3 per dag). Ze differentiëren:
- Ventro-mediale cellen mirgreren naar chorda sclerotoom (mesenchym) waaruit wervelkolom groeit
- Dorsale deel
o Dermatoom: dermis of onderhuids bindweefsel
o Myotoom: dwarsgestreept spierweefsel
Andere derivaten
- Intermediair mesoderm (migreren vanuit extra-embryonaal stelsel terug naar kiemschijf): mesonephros
uro-genitaal stelsel
- Pariëtaal mesoderm + bovenliggen ectoderm laterale en ventrale lichaamswand
- Viscerale mesoderm + endoderm darmwand en longen
- Bloedvaten ontstaan in extra- en intra-embryonaal mesoderm
Mesodermale oorsprong
- Bindweefsel, kraakbeen en beenweefsel
(behalve in kopstreek)
- Glad- en dwarsgestreept spierweefsel
- Bloed- en lymfevaten en –cellen, het hart
- Urogenitale stelsel (grotendeels)
- Bijnierschors
- Milt
Ontwikkeling
- Metamerie (verticaal): somieten, splijting van het ongesegmenteerde mesoderm
- Antimerie (lateraal): coeloomholte, hechtsteel, dooierzak, amnionholte
- Branchiomerie (kieuwboogsequentie): cilindervorm romp, toekomstig hoof- en halsgebied
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller biomedicalsciencestudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.