Doordat ik deze samenvatting gemaakt heb, ben ik uiteindelijk geslaagd in tweede zit. Deze samenvatting bevat de kernzaken per hoofdstuk, inclusief genoeg uitleg om ze ook zelf te kunnen uitleggen. Ik slaagde hierdoor in tweede zit, in eerste zit heb ik het boek (en dus deze samenvatting) niet vast...
Hoofdstuk 10: Zijn de sociale klassen achterhaald?
Vooral sociologen die postuleren dat er een overgang van een moderne naar een postmoderne
samenleving gebeurde, vinden een analyse in klassentermen niet langer relevant. Het concept
‘sociale klasse’ kan enkel nog dienen voor historisch of comparatief onderzoek. Maar moet dit
meteen leiden tot het afschrijven van ‘klasse’ als een relevant concept voor de studie van de
hedendaagse samenleving? Althans voor de aanhangers van het klassenperspectief blijft ‘klasse’ het
belangrijkste instrument in de gereedschapskist van de socioloog. Zij stellen weliswaar
verschuivingen vast in de criteria die de indeling in sociale klassen bepalen, maar trachten deze te
integreren in aangepaste klassenmodellen. Ook zien ze nieuwe sociale klassen opduiken, meestal
aan de onderkant van de samenleving, zoals de onderklasse of het ‘precariaat’.
10.1 Maatschappelijke ontwikkelingen en hun invloed op de huidige
klassenstructuur
10.1.1 De stijging van het welvaartspeil
Door de huidige economische crisis nemen we in sommige landen een serieuze terugval in het
welvaartspeil van de bevolking waar, maar over iets langere termijn is die welvaart sterk gestegen.
Daarvoor zijn de productiviteitsstijging, de ermee verbonden economische groei, de aanwezigheid
van sociale beschermingssystemen, het overheidsbeleid en de grotere progressiviteit van de directe
personenbelasting verantwoordelijk. De toegenomen welvaart onder de bevolking heeft zich heel
snel geuit in een toename van het algemene consumptiepeil. Dermate dat consumptiepeilen de
verschillen tussen beroepen en klassen doorkruisen. Naar klassen toe kan dit betekenen dat we de
klassenstructuur niet langer moeten bekijken vanuit het bezit van productiemiddelen of beroep,
maar vanuit de idee van consumptieklassen.
10.1.2 De opbouw van de verzorgingsstaat
De opbouw van de verzorgingsstaat is voor Dahrendorf de belangrijkste reden om klasse af te
schrijven. Door zijn verzorgingsarrangementen maakt de verzorgingsstaat de burgers minder
afhankelijk van de willekeur van de markt en het is juist die onderwerping aan de wetten van de
vrije markt die tot ongelijkheid en tot sociale klassen leidt. Esping-Andersen spreekt hier van
‘decommodification’, dat is de mate waarin men een inkomen kan verwerven, los van de
(arbeids)marktwerking en dat ook in tijden dat men zich, door ziekte, werkloosheid of ouderdom,
niet op die arbeidsmarkt kan aanbieden. E-A onderscheidde drie grote ‘welfare regimes’ of
verzorgingsregimes: het liberale, het corporatistische en het sociaaldemocratische. Naast
decommodificatie hanteert hij ook andere variabelen voor zijn typologie: stratificatie en
postindustriële werkgelegenheid. Dit werd door anderen uitgebreid met een mediterraan regime
(familiaal regime) en met een residueel regime. (Tabel p284)
Evenwel bleken de veronderstellingen waarop de verzorgingsstaat is gebouwd, allesbehalve
vanzelfsprekende fundamenten. Zo is er de aanname van de centrale betekenis van betaalde arbeid
en van het idee dat volledige tewerkstelling de normale situatie is. Een tweede belangrijk
uitganspunt is het idee dat personen leven in gezinnen en dat er per gezin één kostwinner is. De
verzorgingsstaat grijpt niet in op de oorzaken van de klassen(re)productie, maar draagt daarentegen
zelf bij tot nieuwe vormen van klassenreproductie.
10.1.3 Voortschrijdende individualisering
Het individualiseringsproces stelt dat de identiteit van mensen steeds minder wordt bepaald door de
groep(en) waartoe zij behoren. Sociale herkomst blijft wel meer impact hebben, maar ook daar
nemen individuele keuzes al enige decennia de rol over en omdat we niet allemaal dezelfde keuzes
maken, ontstaat er een diversiteit van levensstijlen en biografieën.
Individualisering heeft evenwel niet alleen betrekking op consumptie en levensstijl, maar ook op de
productie en verdeling van risico’s en levenskansen. De afkalving van familie- en gezinsverbanden
heeft tot gevolg dat mensen voor hun mogelijkheden, maar ook voor de risico’s die zij lopen,
directer afhankelijk worden van marktmechanismen.
De gevolgen van de individualisering voor het klassensysteem zijn niet eenduidig. De toename van
diversiteit in individuele biografieën zorgt ervoor dat klassen abstracter worden. Toch zorgt de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristofdepauw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.