Doordat ik deze samenvatting gemaakt heb, ben ik uiteindelijk geslaagd in tweede zit. Deze samenvatting bevat de kernzaken per hoofdstuk, inclusief genoeg uitleg om ze ook zelf te kunnen uitleggen. Ik slaagde hierdoor in tweede zit, in eerste zit heb ik het boek (en dus deze samenvatting) niet vast...
Hoofdstuk 4: De ene bril is de andere niet
4.1 We dragen allemaal een bril! Over selectieve waarneming
Karl Popper stelde vast dat we, om waar te nemen, een gezichtspunt, een leidend beginsel, een
bepaalde belangstelling of theorie nodig hebben. Vanuit dat eigen perspectief zien we maar een
stuk van de complexe werkelijkheid.
Welke factoren dragen bij tot die selectieve waarneming? Ten eerste is er een vanzelfsprekende
materiële beperking: we kunnen nu eenmaal niet iedereen en alles in onze samenleving kennen of
op alle plaatsen aanwezig zijn. Bij die plaatsen gaat het niet alleen over de materiële ruimte, maar
ook over de sociale ruimte: dan heten die plekken ‘sociale posities’. Door de sociale posities die we
bekleden missen we stukken informatie, of kunnen we ze juist gemakkelijk krijgen, houden we ze
achter, of schuiven we ze op het voorplan.
Elke mens heeft bepaalde belangen te verdedigen. Je zult zien dat het verhaal dat wordt verteld,
nogal verschilt naargelang van de positie van de verteller, je eigen interpretatie hangt ook af van je
positie. Verder gebeurt onze waarneming vanuit de kennis die we al hebben. Bij het ontwikkelen
van selectieve waarneming speelt het genoten onderwijs een prominente rol. Een derde factor die
onze waarneming beïnvloedt, is onze voorkeur voor of afkeer van personen en toestanden. Deze
positieve of negatieve houdingen zijn niet aangeboren, maar sociaal bepaald. Ook ethische
categorieën (morele normen) zijn meer tijd- en cultuurgebonden dan we ons wel voorstellen.
4.2 Referentiekaders
Een referentiekader is een sociale bril. Het gaat om een bril met een bepaalde lens en kleur
waardoor je een wat verschillende kijk krijgt op de werkelijkheid.
Een referentiekader vormt een geheel. Dit betekent dat al onze waarnemingen vanuit hetzelfde
referentiekader gebeuren. Een referentiekader beschikt over een belangrijke mate van stabiliteit
maar is niet onveranderlijk. In de samenleving bestaan vele referentiekaders. Principieel zijn er
evenveel referentiekaders als mensen in de samenleving, dit betekent echter niet dat alleen de
verschillen belangrijk zijn. Grote groepen groeien immers in ongeveer dezelfde omstandigheden op
en hebben daardoor analoge ervaringen.
Door deze verscheidenheid van referentiekaders reageren we verschillend op hetzelfde gebeuren en
brengen we over een zaak die objectief dezelfde is, soms zeer uiteenlopende verslagen. De
hamvraag is dan hoe relevant die gepercipieerde werkelijkheden zijn. Het onderscheid tussen de
zakelijke werkelijkheid en de beleefde werkelijkheid probeert daaraan uitdrukking te geven. Het
blijkt namelijk dat deze gepercipieerde werkelijkheid even sterk ons handelen stuurt als de
zakelijke werkelijkheid. De sociale werkelijkheid wordt dan een verzameling geconstrueerde
werkelijkheden. Zo definieerde Thomas & Thomas ‘als mensen situaties als werkelijk definiëren,
dan worden die ook werkelijk in hun gevolgen’.
Vooroordelen leveren een andere illusie. Overwegingen van redelijkheid en onderzoek doen
veronderstellen dat geïnformeerde mensen minder vooroordelen hebben dan onwetende mensen.
Evenwel, eens mensen vooroordelen opdoen, helpt méér informatie niet meer als tegengif. Dit
fenomeen noemen we stereotypen: min of meer gefixeerde en vereenvoudigde voorstellingen over
andere groepen, die in een bepaalde groep gangbaar zijn.
4.3 Het breekpunt tussen ‘common sense’ en wetenschap
Een noodzakelijke voorwaarde is dat we een wetenschappelijke benadering hanteren en daarbij
komt veel kijken. Het breekpunt met alledaagse kennis is dat degenen die zich wetenschappelijk
met de samenleving bezighouden, een aantal strikte voorwaarden in acht moeten nemen bij het
verzamelen, het verwerken en het interpreteren van de onderzoeksgegevens: representativiteit,
betrouwbaarheid en validiteit.
4.3.1 Strikte kwaliteitscontrole
Ten eerste moeten de sociologen ervoor zorgen dat de gegevens die zij verzamelen representatief
zijn, dit kunnen ze doen door een zo getrouw mogelijke weergave bieden van het bestudeerde stuk
werkelijkheid. Ten tweede moeten de sociologen bij hun onderzoek betrouwbare en
gestandaardiseerde methoden gebruiken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kristofdepauw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.