100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Spiekbriefje tentamen Cultural Diversity ALLES $6.98
Add to cart

Summary

Samenvatting Spiekbriefje tentamen Cultural Diversity ALLES

 37 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Bevat alles voor het tentamen en is heel uitgebreid (klein lettertype maar prima te lezen op papier)

Preview 2 out of 8  pages

  • April 11, 2023
  • 8
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
1 Rogoff
-Sociaal-cultureel/historisch perspectief stelt dat leren en ontwikkeling voorkomen in het proces van menselijk participatie in activiteiten en elementen van hun
culturele gemeenschap. In praktisch theoretische opvattingen wordt cultuur beschouwd als de manieren van leven van generaties van mensen in gemeenschappen
(inclusief hun manier van denken en oriëntatie). Participatie omvat scherpe observatie van anderen en ook de bijdrage aan besluiten en inspanningen met ideeën en
acties. Deze theorieën van praktijk of participatie bieden een manier om contextuele en culturele aspecten van het leven te integreren in het begrijpen van de
ontwikkeling van een kind (wat belangrijk is voor het onderzoek naar de beleefde ervaringen van het kind).
-De constructen van Piaget komen op verschillende leeftijden in verschillende culturele gemeenschappen voor. De verschillen tussen culturele gemeenschappen
maakte dat Piaget zijn theorie heeft aangepast naar belangrijke rol van scholing en andere ervaringen in de reactie van een persoon op formeel operationele taken.
-Het is belangrijk om standaard situaties te vormen waarin de kinderen worden onderzocht welke door de participanten wordt begrepen, zodat we ook echt kunnen
interpreteren wat de kinderen zouden doen in standaard situaties.
-Individuen kunnen niet begrepen worden los van hun ecologische niches.
-Om het navigatieproces van het kind te begrijpen, moet worden onderzocht hoe de kinderen en hun begeleiders/gemeenschappen hun ondersteunen in het leren
wat gepast is in verschillende omgevingen en hoe zij soms nieuwe/generatieve strategieën ontwikkelen om te gaan met incongruenties in omgevingen in hun leven.
Super & harkness
-Er zijn twee contrasterende beelden:
Psychologie: menselijke ontwikkeling wordt gezien als een proces van groei en het ontwikkelen van capaciteiten.
Antropologie: het proces van leren en denken en van gedragsvermogen die bij de cultuur past creëren. De ontwikkeling wordt gezien als leren.
-Het onderhoudssysteem (oa economische basis, arbeidsverdeling en huishoudstructuur) zorgt dat er bepaalde elementen zich voordoen in de leeromgeving van het
kind wat zorgt voor de socialisatie wat leidt tot een variatie in het psychologische functioneren van volwassenen
-Developmental niche kijkt naar de culturele regulatie van de micro-omgeving van het kind en wil de processen van ontwikkeling en overname van cultuur kunnen
begrijpen. Het bestaat uit drie subsystemen die samen functioneren in groter systeem en welke individueel ook samenwerken met andere kenmerken van de cultuur.
*De fysieke en sociale omgevingen. Cultuur beïnvloed de ontwikkeling van een kind door het bieden van omstandigheden in het dagelijks leven (spelen vs werken).
*Gewoonten van de verzorging/opvoeding. De fysieke aspecten van de omgeving kunnen de groei van de ervaringen van een kind vormen. Fysieke beschikbaarheid
van benodigde voedingsstoffen is essentieel. Gewoonten zijn bepaalde gedragingen die zo vaak worden gebruikt dat ze zijn geïntegreerd in de cultuur en hierdoor als
normaal worden beschouwd.
*Psychologie van de verzorgers. Dit omvat de ethnotheorieën over het gedrag en de ontwikkeling van het kind, maar ook de algemeen aangeleerde affectieve
oriëntaties die ouders hebben in ervaringen met ouderschap. Het gaat vooral om de overtuigingen betreffende de aard en de behoeften van het kind, ouderlijke en
gemeenschapsdoelen voor de opvoeding en de overtuigingen van de verzorgers over effectieve opvoedingstechnieken.
-De drie componenten van de DN functioneren als een systeem met homeostatische mechanismen die de onderlinge overeenstemming tussen hen vergroot. De
omgeving, gewoonten en psychologie van de verzorger beschikken elk over dezelfde verwerving en socialisatie.
Velez-Agosto
-Bonfenbrenner zegt dat cultuur een apart systeem is dat functioneert op een macroniveau (samen met bijv. wetten, regels en ideologie). Andere modellen stellen dat
cultuur niet te scheiden is van het individu maar een resultaat is van menselijke activiteit; het is dagelijkse acties verworven (activiteiten, routines, praktijken). Ook ligt
cultuur in onze cognitieve processen zoals intelligentie/geheugen. Daarom is belangrijk om in onderzoek naar ontwikkelingsprocessen te kijken naar cultuur.
-Vygotsky’s socioculturele theorie is gebaseerd op hoe cultuur menselijke ervaringen bemiddelt en menselijke activiteiten transformeert. Cultuur is een systeem
waarin de dagelijkse activiteit van een mens wordt gerealiseerd en geïnternaliseerd.
-Thomas Weisner ecoculturele theorie: culturele gemeenschap biedt kinderen ontwikkelingspaden welke zijn geïnternaliseerd in alledaagse routines als bedtijd,
huiswerk, koken ed. Op deze manier is cultuur de routines waaraan we deelnemen.
-Barbara Rogoff beschrijft ontwikkeling als een transformatie van participatie in socioculturele activiteiten. Ze plaatst cultuur in de gemeenschapsroutines die
richtlijnen bieden van betrokkenheid bij culturele participatie om op voort te bouwen in dagelijkse activiteiten. Volgens haar dringt cultuur door in alle aspecten van
het leven (routines, gewoonten, taal) en hierom ontwikkelingsuitkomsten en -processen. Volgens Rogoff’s perspectief bemiddelt cultuur het ontwikkelen en leren
sinds het kind het proces van socialisatie begint. Kinderen worden door hun verzorgers toegewezen aan specifieke settings (dagopvang, voetbaltraining). Deze settings
hebben belangrijke gevolgen voor de ontwikkeling van gedrag, gevolgen die misschien niet worden erkend door de socialisatoren die de toewijzingen maken.
-Cultuur speelt een centrale rol in de alledaagse activiteiten (settings, activiteiten, routines ed) en biedt een directe context voor menselijke ontwikkeling.
-Er zijn verschillen in socioculturele factoren die de moeder-kind interacties beïnvloeden en die kunnen bijdragen aan ontwikkelingsprocessen (Ren en Hu).
-De betrokkenheid van ouders bij de opvoeding van kinderen varieert sterk onder immigrantengroepen (Garcia Coll).
-Gezinskinderopvang hun omschrijvingen van culturele georganiseerde idealen van verzorging of culturele modellen die door de ouders worden aangehouden kunnen
invloed hebben op het kind of de activiteiten die kinderen ervaringen in hun dagelijks leven (Tonyan).
-Taal is een medium voor communicatie en dmv taal worden praktijken gedefinieerd in inhoud en vorm waardoor actie mogelijk wordt.
Hoorcollege 1 Pauline Slot
-Superdiversity is niet alleen gerelateerd aan de afkomst of het land waar mensen leven, maar ook of je in een meer landelijke of stedelijke omgeving leeft. Dit biedt
kinderen en gezinnen verschillende kansen die samenhangen met hun ontwikkeling en kansen voor educatie. Ook gaat het erom of je gelovig bent of niet en welke
religie. Ook wordt gekeken naar gezinssamenstelling (eenoudergezin, nucleaire gezinnen, homogene relatie). Deze soorten diversiteit zorgen ervoor dat kinderen
allemaal een verschillende context/setting hebben waarin ze opgroeien en ouders andere normen, waarden en overtuigingen in de opvoeding/verzorging van kind.
-WEIRD steekproeven: participanten zijn vaak westers, hoogopgeleid (e), rijk en geindustrialiseerd en democragtisch; het is dus een specifieke groep binnen de gehele
bevolking. Kunnen we de resultaten dan generaliseren naar de gehele bevolking? Kunnen we dit een norm maken?
-Velez-Agosto geeft zelf ook een nieuw model. Volgens hen is cultuur een ‘everchanging system’ (dus erg dynamisch) die bestaat uit praktijken van sociale
gemeenschappen en de manier waarop deze praktijken worden geïnterpreteerd door taal.
-Cultuur wordt gevormd door individuen en de cultuur vormt ook het leven van een individu., Om cultuur echt te begrijpen moeten we kijken naar de beleefde
ervaringen van kinderen in bijv. de gezinssituatie of op school.
-Individualistische oriëntatie is gefocust op de individuele ontwikkeling, onafhankelijkheid en autonomie. De relationele (collectivistische) oriëntatie is gefocust op
relaties met anderen, ze zien het individu in relatie tot anderen. Het draait om onderlinge afhankelijkheid en loyaliteit.
-De drie aspecten van DN zijn gerelateerd aan elkaar; er is sprake van homeostase: als je iets in een componenten veranderd zal dit ook in de andere veranderen.
-Amerikaanse ouders richten zich meer op de ontwikkeling van het kind en proberen dit actief te stimuleren. De Nederlandse ouders laten kinderen vaker hun gang
gaan en geven hen de kans om zelf dingen uit te vinden.
2 Brubaker
-Dit artikel kijkt naar het conceptuele en theoretische werk dat identiteit geacht wordt te doen en suggereert dat dit werk misschien beter gedaan kan worden met
andere termen die minder dubbelzinnig zijn en niet belemmerd worden door de herformulerende associaties van identiteit.
-Met categories of practice (categorie van praktijk) wordt bedoeld: iets wat anderen inheemse, volkse of plaatselijke categorieën zouden hebben genoemd. Wordt
gebruikt in dagelijkse omgeving om zin te geven aan zichzelf, hun activiteiten en wat ze delen met anderen en waarin ze verschillen van anderen. De categorie van
analyse is om de manier te onderstrepen waarop actie kan worden beheerst door particularistische zelfbegrippen.
-Identiteit wordt vaak tegenover belang geplaatst in een poging om niet-instrumentele manieren van sociale en politieke actie te benadrukken en conceptualiseren.
-Identiteit wijst op een fundamentele en consequente gelijkheid tussen leden van een groep of categorie. Dit kan objectief worden opgevat (als een gelijkheid in
zichzelf) of subjectief (als een ervaren, gevoelde of waargenomen gelijkheid).
-Fundamentele gelijkenis = gelijkenis tussen personen en gelijkenis in de tijd.
-Sterke opvattingen van identiteit: behouden de gewone betekenis van de term (de nadruk op gelijkenis in tijd of tussen personen) en zo wordt de term ook veel
gebruikt in identiteitspolitiek. Zwakke opvattingen van identiteit: breken bewust met de alledaagse betekenis van de term.
-Relationele en categorische vormen van identiteit (onderscheid): Iemand kan zichzelf of ander identificeren adhv positie in een relationeel web (vriendschap, leraar-
student relatie). Ook kan iemand zichzelf of ander identificeren adhv lidmaatschap van groep personen die een categorisch kenmerk delen (etniciteit, taal, geslacht).

, -Zelfbegrip is iemands gevoel van wie hij is, zijn sociale locatie en hoe hij bereid is te handelen; hoe iemand over zichzelf denkt (gaat niet om begrip van anderen)
-Commonality is het delen van een gemeenschappelijk kenmerk. Connectedness is de relationele banden die mensen met elkaar verbinden. Groupness is het gevoel te
behoren tot een onderscheidende, begrensde, solidaire groep.
Sokol:
-Identiteitsontwikkeling wordt gebruikt om het overkoepelende ontwikkelingsproces (met name tijdens de volwassenheid) te omschrijven. Identificatie wordt gebruikt
om de ontwikkeling tijdens de kindertijd te beschrijven. Identiteitsvorming is wanneer er wordt gesproken over de ontwikkeling tijdens de adolescentie.
-Erikson’s psychosociale theorie: acht fasen waarbij elke wordt geassocieerd met een intrinsiek conflict of crisis die een individu moet tegenkomen en succesvol moet
oplossen om verder te komen in de ontwikkeling. Erikson geloofde erin dat een individu niet begrepen kan worden gescheiden van zijn of haar sociale context.
Individu en gemeenschap zijn ingewikkeld geweven, dynamisch verbonden in voortdurende verandering.
-Identificatie is wanneer kinderen kenmerken en bewonderde eigenschappen van ouders en significante anderen overneemt. Identificatie stelt kinderen in staat om
een geheel aan verwachtingen te vormen over wat hij of zij wil doen en zijn. Op gegeven moment verliest een kind interesse in het overnemen van deze rollen en
persoonlijkheidskenmerken; het proces van identiteitsvorming is dan van start gegaan. Een kind wil zijn eigen wereld vormen.
-Verhoogde onafhankelijkheid en autonomie leidt tot meer interactie met buurten, gemeenschappen en scholen, wat het individu de mogelijkheid geeft om beroepen,
ideologieën en relaties te verkennen. Wanneer het individu in staat is zijn persoonlijke eigenschappen te beoordelen en deze af te stemmen op de in de omgeving
beschikbare uitdrukkingsmogelijkheden, is volgens Erikson de identiteit gevormd. Volgens Erikson verwijst identiteit naar een gevoel van wie men is als persoon en als
bijdrage aan de samenleving. Het is persoonlijke coherentie of zelf-samenhorigheid door de tijd heen, sociale veranderingen en veranderde rolvereisten. Identiteit
geeft een diep gevoel van ideologische betrokkenheid en stelt het individu in staat zijn of haar plaats in de wereld te kennen. Het geeft iemand een gevoel van welzijn,
thuis zijn in het eigen lichaam, richting in het eigen leven en gevoel van ertoe doen. Identiteit is wat iemand richting geeft; het is wat iemand een reden geeft om te
zijn. Maar Erikson zegt dat identiteitsontwikkeling niet eindigt bij de vorming. Hij zag het als een voortdurend proces dat iemands investeringen vastlegt gedurende de
lange jaren van volwassenheid.
-In de overgang van jong naar middenvolwassenheid verandert men vaak hun waarden, doelen en wat ze belangrijk vinden in het leven en waar ze naar streven.
Identiteitsgerelateerde problemen blijven zich voordoen in de middenvolwassenheid (40-65). Veranderingen in levensomstandigheden (carriereveranderingen,
verhuizingen, scheiden) kunnen ook leiden tot heroverweging van identiteitskwesties. Ook midlife crisis wordt geassocieerd met identiteitsgerelateerde problemen.
Sözeri
-Kinderen met een migrantenachtergrond hebben baat bij het bevorderen van identificatie en het gevoel te behoren tot zowel hun erfgoedgemeenschap als de
meerderheidssamenleving. -Sociale identiteiten: de gemeenschappen waartoe jongeren voelen te behoren.
-Moskee-onderwijs voor moslimkinderen (buitenschools aanvullend islamitisch onderwijs in moskee) is een vd belangrijkste manieren van socialisatie in de identiteit,
het waardesysteem en praktijken van de islam. 1 vd primairedoelstellingen van aanbieden moskeeonderwijs is versterken van moslim + Turkse identiteit v kinderen.
-Volgens de ouders is het verstevigen van de moslim- en Turkse identiteit van kinderen belangrijk, want alleen dan kunnen ze ook bouwen aan andere identiteiten.
-Gebrek aan gevoel van verbondenheid met groep waarvan mensen deel uitmaken, geeft ze groter risico op depressie, eenzaamheid en emotioneel leed. Jongeren
met migratieachtergrond zijn kwetsbare groep omdat zij voortdurend worden geconfronteerd met vragen waar ze vandaan komen/wie ze zijn. Die geen identificatie
en gevoel van erbij horen ontwikkelen mbt zowel erfgoedcultuur als reguliere samenleving, zijn meest gemarginaliseerd en lopen verhoogd risico op radicalisering.
-Moslimsgeloofscholen spelen een essentiële rol om moslimkinderen te helpen een veilig gevoel van identiteit en verbondenheid te ontwikkelen welke geassocieerd
worden met een hoger gevoel van eigenwaarde (zeggen sommige wetenschappers).
-Volgens het sociale identiteitsperspectief van Tajfel en Turner omvat culturele identiteit het gevoel te behoren tot een of meer culturele groepen en de gevoelens die
gepaard gaan met groepslidmaatschap. Dit impliceert dat individuen zich tegelijkertijd met meer dan een nationale gemeenschap kunnen identificeren. Verkuyten en
Martinovic beschrijven dit als een dubbele identiteit: ‘een gevoel van nationale betrokkenheid en saamhorigheid zonder afstand te nemen van de eigen etnische
groep’. Met andere woorden; studenten kunnen zich identificeren met meerdere ‘ik-posities’ van het zelf die in een dialogische en hiërarchische relatie tot elkaar
staan (dwz dat sommige identiteiten/posities dominanter zijn in het zelf dan de andere, afhankelijk van de context van de interacties).
-Het concept van geintegreerde meervoudige identiteit (Ostberg) is vergelijkbaar met concept van dubbele identiteit van Verkuyten en Martinovic: het impliceert dat
kinderen in staat zijn verschillende gevoelens van erbij horen en hun corresponderende identiteiten te integreren zonder een gevoel van eigenwaarde te verliezen.
Hoorcollege 2 Semiha Sözeri
-Eriksons psychosociale ontwikkelingstheorie keek naar de rol van de context van de interacties in de identiteitsontwikkeling van kinderen. Het kijkt ook naar de
verbondenheid, verwantschap en impact van de interacties in deze processen. Elke fase heeft een crisis aan het einde die moet worden opgelost voordat een individu
door kan gaan naar de volgende fase. Hoe deze challenge van elke fase wordt opgelost heeft invloed op de persoonlijkheid en de identiteitsontwikkeling.
-Drie grote periodes waarin er veranderingen voor de identificatie plaatsvinden:
*Identificatie in de kindertijd (6-11 jaar). Start wanneer kinderen zichzelf herkennen als gescheiden van hun ouders. Ze gaan hun imiteren (rolmodelling is dus
belangrijk). Het eindigt wanneer kinderen een gevoel van verlangen voor uniekheid en grotere differentiatie van hun ouders ervaren.
*Identiteitsvorming gedurende de adolescentie (12-23 jaar). Wordt gekenmerkt door een zoektocht naar zelfcategorisatie en existentieel doel in de wereld/rol in de
samenleving. Een gevoel van welzijn, erbij horen en richting in het leven is belangrijk. Het eindigt met een identiteitscrisis: een gevoel van verlies en verwarring.
*Identiteitsontwikkeling in de volwassenheid (25 jaar en ouder). Er zijn zorgen om intimiteit/banden met anderen. Nieuwe levensgebeurtenissen en ervaringen kunnen
invloed hebben op identiteitsontwikkeling (bijv kinderen krijgen). Er ontstaat midlife crisis en identiteitsontwikkeling. Je gaat je normen/waarden aanpassen.
-De uitingsmogelijkheden (om de identiteit die misschien niet makkelijk door de ouders wordt geaccepteerd te uiten) voor adolescenten is soms lastig als zij opgroeien
in een zeer religieuze omgeving. Maruf helpt moslimse (homoseksuele) kinderen die zich in deze situatie bevinden.
-Wanneer we spreken over categorieën van praktijken hebben we het over de manieren waarop identiteiten in werking treden. Wat betekent het in de praktijk om
Nederlands te zijn? Wanneer we spreken van categorieën van analyse hebben we het over de betekenissen van alle acties. De betekenissen van mensen die deze
acties uitvoeren en de betekenissen die aan de acties worden gegeven door anderen.
-Twee opvattingen van identiteit: Sterke/harde begrip van identiteit: er is een gelijkheid tussen personen en gelijkheid over de tijd (bijv biologische kenmerken). Er is
sprake van homogeniteit tussen groepsleden en sterke grenzen met andere groepen (je kunt niet ineens tot een andere groep behoren). Het kijkt alleen naar de
overeenkomsten (negeert diversiteit). Zwakke/zachte begrip van identiteit: er is een grote erkenning van diversiteit die zich kan voordoen binnen een groep.
Identiteiten van mensen die tot dezelfde groep behoren kunnen verschillen over tijd, tussen mensen/contexten (plaatsen) of zelfs van het ene naar andere groepslid.
-Alternatieven voor identiteit:
*Identificatie en categorisatie. Dit verschuift de focus van identiteit als object naar identiteit als proces. Processen van zelfidentificatie en -van externe categorisatie.
*Zelfbegrip en sociale locatie. Hierbij leggen ze de focus op een meer emotionele en zelfreflectie begrip van wie je bent. Wie je bent is gebonden aan waar je bent.
*Commonality, connectedness en groupness. Dit wordt gedefinieerd als het emotioneel geladen gevoel van ertoe behoren tot kenmerkende gebonden groep waarbij
zowel een gevoel van solidariteit of eenheid met groepsgenoten als een gevoel van verschil met of zelf antipathie tegen bepaalde buitenstaanders een rol speelt.
-Verschil tussen zelfidentificatie en zelfbegrip is niet groot. Zelfidentificatie is gebonden aan praktijken die je meeneemt, zelfbegrip vereist meer (interne) reflectie.
3 Friberg:
-Internationale migratie heeft de laatste decennia geleid tot etnische, raciale en religieuze diversiteit in de Westerse liberale gemeenschappen. Immigranten krijgen te
maken met veel verschillende uitdagingen. Het doel is om een gelijke inburgering en opname van de kinderen te realiseren, wat gebeurt door het schoolsysteem.
-Etnische minderheden ervaren vaak nadelen in academische prestaties (verklaard door beperkte middelen van ouders), maar bevoordeeld in de onderwijsambities.
-Selectieve acculturatie = het behoud van culturele oriëntaties van de immigrantengeneratie, gemeten in termen van taalgebruik, religiositeit en collectieve
familienormen. De taal en cultuur van het gastland worden geleerd maar ook centrale elementen van de erfgoedcultuur worden behouden. Hoge mate van
religiositeit en sterke gezinsoriëntatie is, naast het regelmatige gebruik van de ouderlijke taal, een robuste indicator van selectieve acculturatie.
-Neo-assimilatie theorie stelt dat culturele aanpassing en structurele integratie samengaat; door taal te leren en te accultureren aan gewoonten/oriëntaties van het
gastland krijgen immigranten toegang tot hulpbronnen en worden minder kwetsbaar voor discriminatie, waardoor ze makkelijker slagen in de reguliere instellingen.
-De gesegmenteerde assimilatietheorie stelt dat voor de hedendaagse immigranten die geconfronteerd worden met gepolariseerde arbeidsmarkten,
rassendiscriminatie en straatcriminaliteit en niet over de middelen beschikken om deze uitdagingen frontaal aan te gaan, beste weg niet ligt in volledige acculturatie in
overheersende samenleving, maar in het op afstand houden ervan en juist gebruikmaken van het etnisch kapitaal dat beschikbaar is in eigen familie/gemeenschap.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Xannemuller. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added