Hoorcollege 1: introductie van klinische psychologie
Hoe functioneert een stoornis/diagnose
- Er is sprake van een syndroom (fysiek of psychologisch)
- Dit wordt operationeel gemaakt met een diagnosis
- Deze bestaat uit een gedefinieerde reeks symptomen.
Het systeem wat de DSM en de ICD10 gebruikt is niet volledig genoeg. De classificaties
tussen stoornissen lijken erg te verschillen, terwijl de origine van stoornissen daadwerkelijk
erg dicht bij elkaar ligt. Ook er is te weinig sprake van een dimensionale classificatie. Dit zijn
allemaal zelf bedachte constructen: net als we vroeger dachten dan homoseksuele een stoornis
hadden. Net als dat we nu geen verklaring hebben voor de somatische symptoomstoornis. Er
is dus weinig bewijs voor de effectiviteit. Mentale stoornissen kunnen een grote invloed
hebben op het fysieke lichaam. Wanneer iemand een verslavingsstoornis heeft kan dit leiden
tot een leverziekte, vergiftiging of een overdosis. Een depressie kan leiden tot suicides.
Bijvoorbeeld bij stoornis bij gebruik van middelen:
- er moet sprake zijn van verminderd funtioneren of merkbare stress
- Op zijn minst nog 1 vd 10 symptomen (tolerantie of cravings…)
Het aantal symptomen bepaald de ernst van de stoornis.
Wat is de reden voor het ontstaan van middelen gebruik, bij sommige sterker dan andere.
Two-factor theory: Mowrer
- Classic conditioning: een neutrale stimulus krijgt door training een betekenis
- Operante conditionering: Wanneer je een middel ontwijkt komen er negatieve emoties
vrij waardoor je eerder geneigd bent het middel weer op te zoeken.
Definitie van Klinische Psychologie:
- Een integratie van wetenschap en klinische kennis met als doel het begrijpen en
voorkomen van psychologische stress. De gezondheid wordt hier aangesterkt en
ontwikkeld.
Data: rauwe observaties die bij kunnen dragen aan een phenomeen
Phenomeen: stabiele features van de wereld.
Theorie: een beschrijving die het fenomeen zou kunnen verklaren.
Mental State Exam:
- Een hulpmiddel waardoor een semi-structured assesment plaats kan vinden om
iemands state of mind te observeren. Dit zit meestal diep in het brein, dus is moeilijker
te observeren.
1. Eigen oriëntatie van persoon: wie, waar, wanneer en waarom
2. Inzicht en eigen oordeel: bewustheid van symptomen/problemen
3. Verschijning: houding, eigen presentatie
4. Gedachtegangen: logische vorm van denken, wat wordt er gedacht?
5. Gedrag: fysieke bewegingen
6. Spraak: vloeiendheid
7. Mood en Affect: Emotionele klimaat,
8. Geheugen en concentratie
,Hoorcollege 2: Speciale populaties
Definities van ziektebestrijding en preventie:
- Chronische ziektes zijn gedefinieerd als condities die langer dan 1 jaar aanhouden, en
die blijvend medische aandacht nodig heeft en dagelijks functioneren is verminderd.
- World Health Organization: Chronische ziektes worden niet doorgegeven van persoon
naar persoon. Bij die ziektes is er sprake van een lange duratie met langzame
progressie
- US National Center for Health Statistics: Chronische ziektes kunnen niet voorkomen
worden bij vaccinaties of beter gemaakt worden door medicatie.
- Voorbeelden: hart- en vaatziekten, diabetes, kanker, COPD.
Risicofactoren voor chronische ziektes: Genen, Roken, Ongezond eten, lage fysieke activiteit,
groot alcoholgebruik.
Gevolgen van chronische ziektes: Vermoeidheid, lagere kwaliteit van leven, comorbiditeit,
hoge kosten, groot gebruik van healthcare.
Behandeling voor chronische ziektes: Medicatie, lifestyle changes, fysiotherapie
Genderverschillen: Biologische verschillen, sociale en culturele normen, verschil in risico in
ziektes, verschillende soort condities.
Etnische verschillen: Cultuur, hulp vragen, sociale support, biologische verschillen.
Chronische en mentale stoornissen
- Bidirectionele relatie in welke de ander aansteekt.
- Invloed op elkaar. Wanneer sprake is van een chronische stoornis is er een groter
risico op mentale stoornis en andersom
- Behandeling van de ene stoornis kan de andere stoornis verergeren. Mentale
stoornissen kunnen eigen zorg gedrag verminderen, waardoor de symptomen
verergeren.
Consequenties van de comorbiditeit:
- veel symptomen die het leven hinderen
- Meer functiebeperking
- Lage levenskwaliteit
- Hoge kosten
- Vroegtijdige sterfte.
Geïntegreerde zorg:
- Gezondheidszorg die gemanaged worden zodat mensen een continue zorg, ziekte
preventie, diagnose, behandeling kunnen krijgen.
- Macro: support paradigm shift. Acute zorg naar chronische condities.
- Meso: Uitgebreide zorg in teams voor implementatie van programma’s
- Micro: Supportgroepen in de community, het gebruik van social media.
Dit leidt tot verminderde kosten, en verbeterde staat van patienten.
Waarom comorbiditeit Depressie en HIV
- Psychosociale factoren: mensen met HIV ervaren een stigma wat tot depressie kan
leiden.
- Neurobiologische veranderingen
- Risicofactoren: Wanneer een hoge kans op HIV is, is er ook een hogere kans op
depressie.
, Consequenties hiervan zijn hogere kosten, lage kwaliteit van leven, en het mogelijk vergeten
van medicatie. Mogelijke behandelingen zijn CGT, of online interventies. Dit blijkt uit
onderzoek goed aan te slaan. ¾ van de mensen raad het aan.
Deel 2: veerkracht
Veerkracht: het vermogen van mensen of dingen om (snel) te herstellen na iets
onaangenaams, zoals stress of letsel.
Vluchtelingen:
Mensen die gedwongen hun land ontvluchten, om redenen zoals oorlog, geweld of
natuurrampen. Ook kan het komen door het niet geaccepteerd worden, of het te kort aan
medische zorg.
Er zijn zeer verhoogde kansen op angst bij vluchtelingen. Groter op basis van zelfrapportage,
maar ook op officiele diagnose. Dit geldt hetzelfde voor depressie en PTSS.
De meerderheid ervan laat veerkracht ziet. Het menselijke brein is zeer adaptief. Behalve als
vluchtelingen lang in detentie zitten. Na lang vastgezeten te zitten zijn de levels van anxiety
en ptsd in nog grotere prevalentie aanwezig.
Algemene Stress theorieen
Stressgevoeligheid: het effect neemt toe met opeenvolgende stimuli. Blootgesteld aan trauma
verergert de symptomen.
Hormesis: Adaptieve respons van organisme om exposure te modereren en maladaptieve
responses op intense exposure.
Allostatische belasting: De opeenstapeling van slijtage aan het lichaam. Telkens wordt een
nieuw setpoint gemaakt.
Aanmaakhoutje: De drempel voor negatieve sfeer begint hoog, maar na meerdere episodes
vlakt die grens steeds verder af.
Specifieke stress theorieën.
- Cognitieve theorie: Na een stressvolle gebeurtenis ontstaat kwetsbaarheid. Deze wordt
getriggerd bij een stressvolle gebeurtenis, waarna negatieve cognitieve bias gebeuren.
- Neurotrophin theorie: Na een stressvolle gebeurtenis ontstaat kwetsbaarheid, door een
lage expressie van BDNF, waardoor gelimiteerde levels van neurogenesis ontstaan.
Hierdoor kan apoptosis ontstaan wat leidt tot verminderd cognitief functioneren.
Hoorcollege 3: Het bestuderen van Mentale problemen als systemen, niet
syndromen.
Diagnostic literalism: Een diagnose is niet hetzelfde als een stoornis
Een diagnose is iets dat is opgesteld in de DSM en de ICD, en dit is niet 100% gebaseerd op
de wetenschap. Dit is opgesteld aan een tijd waarbij een aantal symptomen aanwezig zijn, die
negatieve invloed hebben op het dagelijkse leven. Dit is in 1940 al vastgesteld bij een
psychoanalyticus. Dit is opgesteld door de wil naar hogere inter-rater reliability.
Dit is de definitie van diagnostic literalism. Hier moeten we mee stoppen. Het is niet zo
zwart-wit als de definities het aangeven. We moeten uitgebreider kijken, buiten deze
categorieën. Er is hier een beter systeem voor nodig, wat jammer genoeg nog niet bestaat. Een
hoop therapeuten ontkent de noodzaak voor een nieuw systeem.
Een diagnose is niet natuurlijk, natuurlijk is:
- Wanneer categorieën ontdekt worden, ipv gemaakt
- Aspecten die onveranderbaar zijn
- Er zijn duidelijke scheidingen tussen entiteiten, kijk naar periodiek systeem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evannelobbezoo1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.