100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 1e jaar sociologie: Problemen en Theorieen $5.83
Add to cart

Summary

Samenvatting 1e jaar sociologie: Problemen en Theorieen

 420 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 10 pagina's voor het vak Problemen en Theorieën van de Sociologie aan de UU

Preview 2 out of 10  pages

  • February 7, 2013
  • 10
  • 2011/2012
  • Summary
avatar-seller
P&T samenvatting

Deel 1 : vragen en antwoorden

Ongelijkheid

Scheefheidprobleem  hoe scheef zijn goederen verdeeld. Het is mogelijk dat
mensen van plaats wisselen in de sociale hiërarchie naarmate de tijd vordert.
De scheefheid is onder te verdelen in absolute en relatieve verschillen

Mobiliteitsprobleem  richt zich op wijzigingen binnen generaties
(intragenerationeel) en tussen generaties (intergenerationeel)

Ontstaan van de sociologische wetenschap:

Ferguson
Vraag: Hoe ziet ongelijkheid in samenlevingen eruit en hoe kan het ontstaan van
ongelijkheden worden verklaard?
Idee: Rechten en regelmatigheden zijn onbedoelde gevolgen van menselijk
handelen

Millar
Vraag: In welke mate is er ondergeschiktheid in samenlevingen tussen: mannen
en vrouwen, vaders en kinderen, heersers en onderdanen, meesters en personeel?
Idee: Elke verbetering in bestaanswijze van een samenleving leidt tot minder
ongelijkheid?

Theoretische tradities:

Historisch materialisme  wie krijgt wat en waarom?

Geef mij de verdeling van de dwangmiddelen en ik zal u vertellen wie wat krijgt!

a. Ongeacht de productiewijze van een maatschappij,
b. elke ongelijkheid in die maatschappij
c. steunt op een of andere vorm van dwang;
d. deze dwang zorgt voor een bepaalde vorm van strijd
e. en deze strijd kan leiden tot het opheffen van de oude dwangmiddelen en het
vergaan van de oude ongelijkheden
f. en onder bepaalde condities tot de komst van gelijkheid

Klassiek historisch materialisme Marx en Engels
a. In maatschappijen waar behalve gereedschap en spierkracht ook machines
productiemiddelen zijn, en waar er een onderscheid is tussen arbeiders en
kapitaalbezitters,
b. stijgen winsten van kapitaalbezitters en dalen de lonen van arbeiders
c. doordat kapitaalbezitters dreigen met de vervanging van arbeidskracht door
machines;
d. er volgt een gewelddadig verzet tegen de dwang,
e. en indien arbeiders zich verenigen winnen zij die strijd en wordt privébezit van
productiemiddelen afgeschaft;
f. productiemiddelen worden gemeenschappelijk bezit, en mensen ontvangen
consumptiegoederen naar hun behoeften

Centralisatiehypothese:
a. In kapitalistische samenlevingen

, b. raakt de alsmaar groeiende hoeveelheid kapitaal bij steeds minder
kapitaalbezitters geconcentreerd,
c. en wel doordat grote eigenaren de kleine eigenaren door prijsafbraak uit de markt
drijven

De hypothese maakt duidelijk dat de dwang die kapitaalbezitters opleggen aan arbeiders
een onbedoeld gevolg is van de concurrentie in een vrijemarkteconomie.

Revisionistisch historisch materialisme Bernstein
a. In kapitalistische maatschappijen zonder een grondwet van gelijk stemrecht en
vrijheid van vergadering en vereniging,
b. worden arbeiders niet absoluut, maar wel relatief armer;
c. doordat arbeid door mechanisering van de productiewijze geschoold raakt
verminderd de dwang van kapitaalbezitters en gaan arbeiders en absoluut op
vooruit; relatief worden de arbeiders armer omdat scholing niet alle dwang van de
kapitaalbezitters kan doen laten verdwijnen;
d. dit heeft als gevolg dat de strijd tussen kapitaalbezitters en arbeiders een strijd
wordt om uitbreiding van de politieke rechten van arbeiders; wanneer arbeiders
meer politieke rechten krijgen zal deze strijd vreedzamer en parlementair van
aard zijn;
e. als arbeiders zich aaneensluiten in partijen en vakbonden, verwerven zij diverse
sociale rechten bij stapsgewijze hervormingen,
f. hierdoor zal het relatieve verschil in inkomens tussen kapitaalbezitters en
arbeiders eveneens kleiner gaan worden

Kort gezegd:
Lonen arbeiders stijgen absoluut omdat ze geschoold raken, maar ze stijgen niet relatief.
Lonen arbeiders stijgen ook relatief, indien ze politieke macht krijgen (vakbonden,
partijen: sociale rechten)

Bernstein stelt dat in kapitalistische maatschappijen het aantal kleine eigenaren zelfs zal
stijgen, omdat door hogere lonen meer vraag zal zijn naar nieuwe consumptiegoederen
waardoor er nieuwe bedrijfstakken met kleine eigenaren ontstaan die door grote
eigenaren in oude bedrijfstakken minder zullen worden beconcurreerd

Conflicttheorie: Berle, Means, Burnham, Konrad, Szelenyi

Postmaterialisme: Aron, Bell, Inglehart, Lipset, Touraine
De leden van de nieuwe klasse hechten minder belang aan materiële zaken als
economische groei en inkomensnivellering. Ze doen dat niet alleen omdat ze een hoog
inkomen hebben, maar ook omdat ze in een tijd van stijgende welvaart opgroeiden.
Daarentegen vinden ze kwesties als een schoon milieu belangrijk: ze hangen dus post-
materiële waarden aan

Orthodox historisch materialisme Luxemburg
a. Wanneer kapitalistische maatschappijen het moederland van een kolonie vormen,
b. stijgen lonen van arbeiders in het moederland niet relatief maar wel absoluut,
terwijl die van arbeiders in koloniën absoluut dalen;
c. omdat kapitaalbezitters meer dwang uitoefenen op arbeiders in koloniën om
zodoende met winsten die behaalt zijn in koloniën de arbeiders in het moederland
af te kopen;
d. het zoeken naar koloniën zal echter leiden tot oorlogen tussen imperiums,
e. hetgeen de uiteindelijke ondergang van het kapitalisme zal betekenen

Kort gezegd:
Lonen arbeiders stijgen in moederlanden in absolute, maar niet in relatieve zin. Lonen
arbeiders dalen in koloniën in absolute en relatieve zin

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lmmeeuwsen91. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50990 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.83
  • (0)
Add to cart
Added